Milagro o maldición?’ – Blancanieves (2013)

Als bevlogen Cultureel Ondernemer – goochelen: een kunst volgens de één, entertainment volgens de ander, keiharde business volgens allen – volg ik de financiële berichtgeving in de Nederlandse dagbladen op de voet en één van de dingen die me –

‘Gast… ik weet dat je niets liever doet dan opsnijden over je bezigheden als entrepreneur – daar kun je vast ook reuze leuk over vertellen – maar sorry: doe dat lekker thuis.’

‘…’

‘Je intellectuele werk blijft met al dat gebabbel namelijk gewoon liggen… Wéken geleden kondigde je al een stukje aan over Blancanieves… Ik ben braaf naar die film gegaan in het vertrouwen dat jij me ging vertellen wat ik ervan moet vinden, van die film, maar jouw kijkverslagje heb ik hier nog altijd niet mogen lezen.’

‘Heeft dat nog zin? Draait ie überhaupt nog ergens?’

‘Dat doet er niet toe, jij komt gewoon je afspraken na. Bovendien verschijnt Blancanieves op 3 december op DVD*, dus je kunt ook zeggen dat je stukje lekker op tijd is.’

‘Milagro o maldición?’ – Blancanieves (2013)

Film: Sneeuwwitje.

Genre: zwijgende film. Zwart-wit. Sprookje.

Regie: Pablo Berger.

‘Over de stomme film kan men enkel zwijgen,’ zei Ludwig Wittgenstein.

Laten we niettemin een poging wagen iets van Pablo Bergers Blancanieves te vinden.

Verhaal: zie de verzamelde sprookjes van The Grimm Brothers, onder de ‘S’ van Sneeuwwitje. De ‘D’ van Doornroosje. En de ‘K’ van Kleinduimpje.

Situering: gegoed milieu in het Spanje van de jaren twintig (van de twintigste eeuw), verbeeld in de filmtaal uit die tijd, voorzien van, alternerend, symfonische en traditioneel Spaanse soundtrack.

Over de filmtaal van Blancanieves schreef NRC/André Waardenburg (al op 24/07/13): ‘Berger combineert Duits expressionisme, Frans impressionisme en surrealisme, en de Sovjetfilm. Er zitten fraaie, met een groothoeklens gefotografeerde beelden in, dramatische belichting, supersnelle montagesequenties en mooie overgangen via beeldrijm.’

Nu ga ik het verhaal rustig navertellen. In de kunst(film) gaat het nooit om het verhaaltje – zie de opening van Nabokov’s Laughter in the Dark – dus de ‘spoilers’ gaan je hieronder om de oren vliegen.

Als de aanstaande vader van de dan nog ongeboren Carmen/Sneeuwwitje, een toreador (stierenvechter), tijdens het uitoefenen van zijn beroep op de horens wordt genomen door zijn boviene opponent doordat hij (de toreador) zich heeft laten afleiden door het flitslicht van een sportfotograaf, wekt dat bij zijn hoogzwangere vrouw, die zich onder het publiek bevindt, barensweeën op. Vader en moeder belanden tegelijk in het ziekenhuis. De moeder van Sneeuwitje, dan nog Carmen, Carmencita, sterft in het kraambed, vader belandt in een rolstoel, hij is het gevoel in zijn benen en handen verloren. Het verloop van de twee rampen (arena + gevolgen enerzijds, kraambedgedoe anderzijds/tegelijkertijds) zijn door elkaar gesneden. Dankbare cross cutting.

Red cross cutting!’

‘Hahaha!’

‘Haha, schitterend!’

‘Ghhha, ghhha.’

Een kwaadaardige zuster ontfermt zich over de invalide stierenvechter en besluit dat ze zijn nieuwe vrouw gaat worden. De actrice die haar vertolkt slaagt er uitstekend in een griezelig soort ongeneeslijke slechtheid te vertolken. De aanvechting om met mobiele telefoons en snoepgoed naar het grote doek te gaan smijten als dat wijf in beeld komt is haast niet te onderdrukken. Een rotte appel is het – een sadistisch, hebberig, jaloers kutwijf, precies zoals we ze graag zien in sprookjes.

Carmen woont een paar jaar bij haar grootmoeder. Tot die tijdens de flamenco sterft aan een hartaanval, beroerte of iets anders acuuts waarvan je je ogen nog even wijd openspert (drama!) voordat je je laatste adem uitblaast.

Carmen moet bij haar stiefmoeder gaan wonen.

De stiefmoeder knipt de mooie lokken van Carmen kort. Als ze haar aangenomen kind haar kamertje laat zien, in een kelder – misschien is het een kolenhok? – dan zegt ze: ‘Bevalt je nieuwe kamer je? Ze is gezellig.’ De dialogen van deze zwijgende film volgen we via tussentitels.

Berger neemt de tijd om ons ervan te doordringen wat een takkewijf die nieuwe moeder van Carmen is. Ze slacht de enige vriend die Carmen in het huishouden heeft, de kip Pepe, en laat die serveren.

De stiefmoeder laat haar portret schilderen door een man met wie ze een sado-masochistische relatie onderhoudt en die ze later opdraagt Carmen te wurgen terwijl die bloemen plukt voor haar overleden (vermoorde) vader. Het verrotte karakter tekent het liefdes- of seksleven van de

‘Ho, ho… je gaat te snel… wie heeft die vader nou opeens vermoord?’

Dat heeft die boze stiefmoeder gedaan… ze heeft ’m met rolstoel en al van de trap af gelazerd… Later geeft ze, als gezegd, ook nog de opdracht Carmen te wurgen (dat mislukt), slaat ze haar vriend dood met een beeld en vergiftigt ze Carmen/Sneeuwwitje.

De bewusteloos-gewurgde Carmen wordt gevonden door een dwerg. Hij reanimeert haar (instructieve scène!) en neemt haar mee naar zijn collega-dwergen/stierenvechters. Ze nemen haar op in hun groep. Omdat Carmen haar geheugen heeft verloren en daarmee ook haar eigen naam vergeten is, noemen ze haar: Blancanieves. Sneeuwwitje. Ze ontdekt haar talenten als stierenvechtster en wordt al snel uitgenodigd voor een optreden in de grote arena van Sevilla.

Daar volgt de apotheose van de film.

De sequentie waarin Sneeuwwitje schittert als toreador is een echo van die waarin haar vader zijn nek brak. Vooral filmisch – stilistisch – is de sequentie van een grote schoonheid.

Zo zit de scène in elkaar: Een kwaadaardige, jaloerse dwerg heeft een paar stierennaambordjes verhangen waardoor er in plaats van een stier met een peso van 150 kilo een beest van 500 kilo op Sneeuwwitje afstormt (in de arena/het colosseum van Sevilla, where we, als gezegd, lay our scene). Sneeuwwitje, die net, toevallig, heeft gehoord dat ze de dochter van de beroemde toreador Antonio Villalta is, krijgt juist op dat moment haar geheugen terug – een prachtig staaltje montage waarin de film van haar leven aan haar voorbijtrekt.

Het gevecht loopt goed af. Blancanieves zegeviert. De stier wordt gespaard, het publiek is uitzinnig.

‘En ze leefden nog lang en gelukkig?’

Bijna. Sneeuwwitje neemt tijdens haar ereronde een appel aan van iemand uit het publiek… dramatische ironie: wij weten dat die iemand Sneeuwwitjes gesluierde, boze Stiefmoeder is en dat die appel is vergiftigd… Sneeuwwitje raakt in coma.

Slotshot: een traan die opwelt uit het gesloten oog van de comateuze Sneeuwwitje.

Is Blancanieves een geslaagde film? In het zomernummer van Preview Arthouse, een boomerang uitgave, stond: ‘Meer inhoud zou de film geen kwaad hebben gedaan.’

Hoezo?

Definieer inhoud.  Style is everything. Vorm ís inhoud. Maar voor wie een film pas geslaagd wil vinden als die bijdraagt aan de totstandkoming van een betere wereld: wat ook je mening is over stierenvechten, Blancanieves draagt in ieder geval bij aan de vrouwenemancipatie… als mannen met stieren mogen vechten, dan mogen vrouwen het ook…

Bestaat er eigenlijk al een Opzij prijs voor de beste vrouwelijke stierenvechtster?

De dwergen in Blancanieves zijn niet grappiger/ernstiger dan de andere personages, Sneeuwitje vat zelfs een love interest op voor één van de mannetjes. In dit opzicht mag je Blancanieves dus óók emancipatoir noemen: de film komt op voor kleine mannen, het toont een wereld waarin een vrouw langer mag zijn dan haar mannelijke partner. En hier is langer trouwens ook: groter. Beter in haar vak dan haar mannelijke collegaatjes. En dat dan weer tot ergernis van één van andere dwergen, het bovengenoemde bittere gastje dat die stierennaambordjes verwisselt.

Eindoordeel: wat een beeldend vermogen, wat een geweldige film, vooral omdat Bergers werkstuk in de eerste plaats fílm is, cinema!, een kunstwerk dat zich alleen werkelijk laat genieten op het grote scherm van een filmhuis of bioscoop. Drie witte, wuivende zakdoekjes (3/5). ‘Spaar de stier, spaar de stier!’. Of dramatischer: vier in de bloedplas onder het kraambed gevallen medaillons (3/5).

Prachtig ook, voeg ik aan dit alles nog toe, hoe gedurende de film de naald van verstelwerk, die van een platenspeler en die aan het uiteinde van een gifspuit met elkaar in verband worden gebracht.

Het enige slapstickmomentje uit Blancanieves laten we hier natuurlijk niet onvermeld… In een zomaar tussendoorsequentie zien we hoe de boze, jaloerse regeldwerg van het gezelschap uit hier niet ter zake doende ergernis zijn pruik aftrekt en daarbij per ongeluk hard op zijn eigen, verbonden arm slaat. Au, au, au!

Hahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahahhaahahahahahahhahahahahahahahahaha, schitterend! Kostelijk! Onvergetelijk! Serieus!

Waarom kun je voor slapstick bijna alleen nog maar in stripboeken of het theater terecht? Slapstick is zo ongeveer het allermooiste dat de beschaving ons heeft gebracht. Honderd miljoen in een slapstickfonds en vlug een beetje!

*Titelverklaring van deze blogpost: ‘wonder of vloek?’ roept de spreekstalmeester in de circustent waar Sneeuwwitje is opgebaard/tentoongesteld – nadat ze in coma is geraakt doordat ze in de Arena heeft gegeten van de appel die haar is aangereikt door haar gesluierde, boze Stiefmoeder (zie hierboven) – en waar bezoekers voor 10 cent per persoon (m/v) een poging mogen wagen om haar wakker te kussen.

Frappant: andere recente zwart-wit films – Frances Ha, Tabu, The Artist – spreken een soberder beeldtaal dan Blancanieves. Die voorgangers zijn calvinistisch of protestants, terwijl Sneeuwitje zich, vooral waar Berger zich heeft laten inspireren door Eisenstein en de expressionisten, veel barokker, pompeuzer, ornamenteler oogt, katholieker.

P.S. In een vraaggesprek met de VPRO Gids merkte regisseur Berger op dat hij graag stierengevechten bijwoont. Lastige waarheid: zonder die liefde was Blancanieves nooit zo’n prachtige film geworden.

Verse noot

* Dat verschijnen van die DVD mag de plaatsing van dit stukje dan rechtvaardigen, het blijft pervers om een kunstfilm op je televisie of het beeldscherm van je computer te bekijken. Vind ikkeltje tenminste. Maar ja.

Een extra duit in het zakje van het Sinterklaasdebat – toegift

Als stieren echt zo dol worden van de kleur rood is het misschien wel geinig twee Spaanse tradities te combineren en Sinterklaas af en toe een rondje door de arena te laten rennen. In z’n mooie rode jurk. Met z’n mooie, stoere, rode boek onder z’n arm. En met die mooie rode mijter op z’n bol. Zachtjes gaan de stierenhoefjes, trippel, trippel, trippel… trap. Stiertje is nog lang niet moe, stiertje rent naar klaasje toe.

Tirade – dol op sprookjes.

Volgende week: Dr. Sleep. En meer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *