Vandaag luisterde ik naar een lezing van de Amerikaan David G. Stork die verbonden is aan de Stanford University. Hij doceert daar electrical engineering, maar weet door gebruik te maken van technologische kennis interessante zaken over beeldende kunst te vertellen. Door toepassing van computertechnieken weerlegt hij bijvoorbeeld een voor mij aannemelijke theorie van kunstenaar David Hockney die beweert dat de opkomst van het realisme in de schilderkunst ten tijde van de Renaissance te maken heeft met het gebruik van lenzen en spiegels. Hockney illustreert dit aan het mooie schilderij ‘Portret van Giovanni Arnofini en zijn vrouw’ van de Vlaamse schilder Jan van Eyck (1390-1441). Door gebruik te maken van een juiste lichtval zou via een lens en een spiegel het portret van een persoon geprojecteerd kunnen worden op een doek, waarna het voor de schilder nog een kwestie van inkleuren is geweest om een mooi gelijkend portret af te leveren. Een soort photoshoppen dus. Stork illustreet nu met behulp van computerberekeningen dat dit niet waar kan zijn en dat de geschilderde portretten zo levensecht lijken – men spreekt om die reden van de vernieuwing in de artistieke praktijk en ook wel van ars nova – omdat voor het eerst olieverf wordt gebruikt. En voegt hij op grond van ander onderzoek eraan toe; schilders droegen voor het eerst een bril, een dertiende-eeuwse uitvinding. Zij waren voor het eerst in staat de omringende wereld scherp waar te nemen. Dit is mooie wetenschap.
Lees de Tirade Blog
Investeren in het binnenland
Maripaolie, pindakaas en vruchtensappen. Het bos van Suriname heeft veel meer te bieden dan alleen goud en hout. Het telen van fruit, groenten en de productie van bosbijproducten zijn mogelijkheden die niet alleen voordelen hebben voor de stadsmensen, de inwoners van de hoofdstad Paramaribo, maar ook voor de binnenlandbewoners: Marrons en Inheemsen. Het telen van...
Lees verderVerstuurde woorden
Voor mijn scriptie onderzoek ik brieven van mijn overgrootvader. Ze stammen uit de jaren 1945-1947. Het zijn er, schat ik, rond de tweehonderd. Soms kattenbelletjes, soms hele lappen tekst. Voor het overgrote deel zijn ze met pen geschreven, een enkele met potlood. De inkt is goed leesbaar, het potlood niet altijd. Een deel van de...
Lees verderLentedag
De eerste rokjes liepen over straat. Af en toe reed er een auto voorbij. De zon ketste dan af op de raampjes. De bundeltjes licht vielen als morsecode uit elkaar – signalen die ik niet kon lezen, boodschappen die me niet bereikten, berichten die verloren gingen door mijn onvermogen ze te ontcijferen. Een straatkat vlijde...
Lees verder
Blog archief