Oud Nieuws

Gisteren was mijn vriend Gijs op het Nieuws. Andere vrienden belden me. Ze zeiden: ‘Zet je tv aan.’ Maar ik was op straat, dus dat ging niet. Toen ik langs Toscanini liep kwam ik Kelly tegen, die me zijn iphone voorhield.

‘Moet je kijken’, zei Kelly, en drukte op play.

Het journaal van die dag: een stukje over de economie, met beelden van de Dam, de Bijenkorf. De draaideur van de Bijenkorf draaide en mensen liepen in en uit. Iets in mijn hersenen herkende Gijs voordat ik hem bewust waarnam. Ik weet nog dat ik schrok, mijn focus iets verzette, en daar stond hij: bellend, leunend tegen een van de kolommen bij de ingang.

Allemaal niet zo heel bijzonder. Ware het niet dat Gijs gisteren meer dan een jaar en drie maanden dood was. Hij kwam om het leven door een belachelijk ongeluk, terwijl hij een man was die een eervoller dood verdiende. Hij was een ouderwetse mannenman, die in een loopgraaf niet misstaan zou hebben. Explosies. Rook & vuur. Schreeuwende gewonden. Een snelle sigaret en dan de ladder op, borst vooruit om de roestige bajonet van de tegenpartij mee te vangen.

Het Nieuws was te lui geweest om nieuwe beeldvulling te maken, en had een stagiair gevraagd wat archiefbeelden op te halen. Iets met winkelende mensen op een herkenbare plek. Ongetwijfeld woonde de stagiair in Amsterdam. Alle stagiairs die bij het nieuws werken wonen namelijk in Amsterdam, omdat daar het meest gebeurt. Amsterdam + winkel + herkenbaar = de Bijenkorf.

Gijs stond te bellen, zijn benen gekruist. Zijn brede soldatenschouders, de smalle heupen waar zo goed een munitiegordel omheen gekund zou hebben. Nu vond ik het opeens heel belangrijk te weten wie hij daar aan het bellen was. Misschien was ik het wel. Dat ik opnam, zo van: Gozer!

En hij: Goos. Ik bedenk net dat ik binnenkort jarig ben. 

Weet ik. En nu vraag je je af wat ik die dag ga doen?

De meeste mensen vieren mijn verjaardag thuis, dit jaar. 

Dat was ik ook van plan. TV aan, Otis de Hond met een feestmuts…

Ik denk erover om iets met mijn vrienden te eten. Misschien wel zonder hond.

O. Ok. Zal ik even in mijn agenda kijken?

Doe jij dat maar even.

Gijs, in mijn agenda staat dat ik kan. Je zult het zelf aan Otis uit moeten leggen.

Thuis keek ik het filmpje nog eens op Uitzendinggemist. De gemakszucht van de medewerkers van het Nieuws stak me. Wie wist hoeveel dode mensen er rondliepen in beeldmateriaal dat als actueel gepresenteerd werd? Ik vond dat Sasha de Boer had moeten zeggen: ‘Het nu volgende archiefmateriaal kan beelden bevatten van inmiddels overleden mensen. Het zien van telefonerende doden kan schokkend zijn voor jonge of anderszins betrokken kijkers.’

De crisis, dacht ik, zou nog wel even duren. Er zouden nog vaak beelden van winkelende mensen moeten worden geplakt onder monoloogjes van Sasha de Boer over de teruglopende koopkracht. Het was de moeite van een mailtje waard.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.