Perspectief

Op de dag dat we samen zouden rijden stond je al vroeg voor je huis. Op de drempel, wachtte je, die in twee eeuwen afgesleten is tot het hardsteen als een doek lijkt door te hangen. Je droeg de glimmende schoenen met de platte zolen, het soort dat ballerina heet en dat meisjes van jouw leeftijd alleen al om die reden wilden hebben. Parelwit, waartegen je zongebruinde wreven afstaken als druppels karamel op bolletjes vanille-ijs.

Hoewel het een perspectieffout is, zag ik dit allemaal terwijl ik de sleutels van mijn vaders Hilux van de spijker stal. De hamer en de zwaaihaak waren getuige maar ik dwong ze met een geheven vinger tot geheimhouding. Kennelijk kon ik – als dat echt nodig was – de dingen mijn wil opleggen. Met grote passen liep ik mijn vaders loods uit, de sleutel met het oog van Fatima eraan klemvast in mijn hand.

De rulle aarde ving mijn stappen op en liet me steeds met weemoed los. Straks, als hij zijn koffie had gedronken aan de keukentafel, zou vader de deur openen en in één oogopslag snappen wie er met de Hilux vandoor was. Het kwam niet in me op mijn straf te ontlopen: een eerlijke prijs die ik zonder morren zou betalen.

Ik trapte de blokken voor de wielen weg, klom in de cabine en zette de stoel naar voren. Koppeling in en dan naar zijn vrij, zoals vader me had laten zien op de rechte weg naar de zoutvelden. Al mijn kracht was nodig om de handrem neer te laten, maar daarna begon de wagen traag van de heuvel te rollen.

Als een oud paard dat een diepe slaap afschudde won de wagen snelheid onder me. Pas toen ik zeker wist dat vader ons niet meer zou kunnen horen, durfde ik te remmen, de asbest schoenen piepend in hun trommel. Onderaan, waar ons pad een scherpe bocht maakt voor het aansluit op de weg, zette ik de Hilux stil. Ik drukte de sleutel in het contact en trok de choke open, draaide de sleutel om.

Hoewel het een perspectieffout is, zag ik hoe je een hand tegen de deurstijl zette en op je tenen ging staan, de weg af tuurde tot de bocht en daar voorbij, voorbij het meer en de ijzerhandel, voorbij het tankstation en helemaal tot aan de Hilux, met mij erin, mijn handen opeens klam tegen het witte stuur met de zachte kartels.

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.