Perspectief, een gedicht over Parijs

kom,
wat we moeten doen lieve is alle apparaten uitzetten
we zetten de apparaten uit en we doen de deur dicht
de deur naar de straat gaat dicht en het grote raam gaat op een kier
jij stookt de kamer warm jij humt dat liedje dat je graag humt
en ik ga in de keuken iets te eten maken
met dat eten gaan we op het bed zitten lieve
we slaan de grote lappensprei om onze benen
we nemen de warme kommen in onze handen
en dan moet jij weer van het bed om uit de kleine koelkast
een fles wijn te pakken die nog over is van het feest van de eeuw
en we openen de wijn en schenken de waterglazen vol
en we kijken naar elkaar en we kijken naar onze huid
die zacht is die uiteen kan rijten
als mannen uiteenspatten op de pleinen van de stad
mannen die genoeg hebben gehad
van de ruimte die hun toebedeeld werd op aarde
en van onze huid kijken we op naar het raam
in ons glas geen gebarsten sterren
in ons luchtruim geen gevechtsvliegtuigen
we kijken naar de perenboom onze armen raken elkaar
we voelen onze lichamen hoe ze ruimte innemen
onverzettelijk en kwetsbaar hoe ze
onverzettelijk en kwetsbaar zijn

Hannah van Wieringen (1982) schrijft, vertaalt en bewerkt toneel, proza en poëzie. Met haar roman De kermis van Gravezuid (2012) won ze de Academica Debuutprijs; haar dichtbundel hier kijken we naar (2014) werd genomineerd voor de C.Budingh’-prijs en bekroond met de Debuutprijs Het Liegend Konijn. Haar nieuwe boek, Prijs de dag voordat de avond valt, verschijnt begin volgend jaar.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *