Rooksignalen

Van de week kwam ik erachter dat ik op mijn vlucht naar Amerika per ongeluk, zonder het te weten, twee gram Mighty Whity wiet had meegesmokkeld. Het zakje zat in mijn binnenzak, maar op Schiphol was mijn jas toch probleemloos door de scanner gekomen. Zelfs de hasjhonden in de taxfree-zone sloegen niet aan, al verbaast me dat achteraf niets: ik kon altijd al goed met dieren opschieten.

Ook op Houston Airport heeft niemand iets gemerkt. Met de kennis van nu denk ik dat mijn onwetendheid me gered moet hebben. Ik had domweg geen flauw benul dat ik illegale drugs vervoerde, waardoor ik volkomen ontspannen door de security slenterde zonder ook maar de minste verdenking op me te laden.*

De verkramping sloeg pas toe nadat ik de wiet had ontdekt. Met terugwerkende kracht – ik stond op dat moment in de veilige beschutting van onze slaapkamer in Austin – gutste het klamme angstzweet alsnog langs mijn rug m’n broek in. Op bezit van twee gram marihuana staat hier een minimumstraf van 180 dagen (een half jaar) cel en een boete van tweeduizend dollar.

Naast homo ben ik ook nog brildragend, en opgaan in de menigte is nooit mijn sterkste kant geweest. Erger nog, al van jongs af aan ben ik begiftigd met het twijfelachtige talent om agressie op te wekken bij willekeurige voorbijgangers die mij ‘nog moesten hebben.’ Met zulke kwalificaties heb ik geen 180 dagen nodig om leeg te bloeden op de tegelvloer in de gemeenschappelijke doucheruimte van het Travis County Correctional Complex.

Maar toch. Weggooien is ook weer zonde.

Mighty Whity is een mild eufoor binnenwietje met een relaxte buzz waarmee je ook tijdens kantooruren nog prima kunt functioneren. Als ik die twee gram slim weet te spreiden, kom ik er al een gauw een volle maand mee door. Bovendien merk je het effect veel beter als je met mate blowt, heb ik gelezen.

Mijn grootste angst is het vrije zicht op ons balkon vanuit de ontharingskliniek tegenover ons. De clientèle, voornamelijk blanke Republikeinse vrouwen van middelbare leeftijd, diep christelijk en intens verveeld, kijkt recht bij ons naar binnen. Du moment ik vol in beeld een joint opsteek, staat er hier een arrestatieteam op de stoep, want in Texas is de weg naar legalisering van softdrugs nog eindeloos lang en bezaaid met hindernissen.

Daarom doe ik vóór het blowen eerst het beddengoed in de was. De natte lakens hang ik over de balustrade van het balkon, waarmee ik in één moeite de benodigde privacy én de geruststellende illusie van persoonlijke hygiëne creëer. In de tussentijd heb ik binnen – de luxaflex gesloten – met trillende vingers een flinterdun jointje gedraaid, dat ik vervolgens buiten, gehurkt achter de klamme lappen, met mijn hoofd tussen mijn knieën consumeer. In die houding blijf ik niet alleen uit het zicht van de ontharingsdames, maar stijgt ook de maximale hoeveelheid THC in de kortst mogelijke tijd naar mijn hersenen, voor een optimale beleving.

Marihuana heeft een ontspannend effect, maar daar heb ik in Austin nog weinig van gemerkt.

 

* Een alternatieve verklaring is de schokkende onoplettendheid van het beveiligingspersoneel op luchthavens, zelfs na 11 september 2001. Nog een voorbeeld uit eigen ervaring: een jaar na de aanslagen smokkelde ik in Barcelona met hulp van mijn man M. een levensechte – en streng verboden – replica van een Walther PPK (het pistool van James Bond) mee het vliegtuig in. We maakten hierbij gebruik van de zogenaamde ‘zebra-methode’: in het open veld is één enkele zebra gemakkelijk te zien, maar zodra ze in een kudde lopen, kunnen roofdieren niet onderscheiden waar de ene ophoudt en de andere begint. Op basis van dit gegeven verzamelden al onze metalen voorwerpen – mobieltjes, opladers, een stalen brillenkoker, sleutels én het pistool – in een plastic zak en bonden het geheel samen tot een vormeloze klont. We liepen er ongehinderd het vliegtuig mee in.

________________

Arjen van Lith is freelance journalist en schrijver. Vorig jaar debuteerde hij bij De Harmonie met de verhalenbundel Mijn Snor. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin (Texas), waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Arjen van Lith

Arjen van Lith (1971) is journalist, schrijver en kunstenaar. Sinds acht jaar woont hij in de Verenigde Staten, eerst in Austin en nu in Pittsburgh, waar hij werkt aan zijn sleutelroman en andere projecten