Salomé als opera

Twee millennia bekreunen we ons al om de betekenis van Salomé, de vrouw die het hoofd van Johannes de Doper vorderde, nadat ze voor haar stiefvader Herodes had gedanst. De Bijbel is er natuurlijk kort over, in Markus en Mattheus. Oscar Wilde psychologiseert en sexualiseert de handeling in zijn gelijknamig toneelstuk. Richard Strauss gebruikt Wilde’s libretto voor zijn opera die ik gisteren zag in een hele mooie enscenering van Ivo van Hove.

‘Ah! wonderful! wonderful! You see that she has danced for me, your daughter. Come near, Salome, come near, that I may give thee thy fee. Ah! I pay a royal price to those who dance for my pleasure. I will pay thee royally. I will give thee whatsoever thy soul desireth. What wouldst thou have? Speak.’

Er wordt tegenwoordig vooral door IS nog wel eens onthoofd, speciaal in de hoofdstad Mosul, die de Irakezen nu langzaamaan symbolisch aan het loshakken zijn. En in Saoedi Arabië behoort onthoofding nog tot de reguliere strafmaatregelen. Als we ons even buiten de invloedssfeer van de bijbel stellen, dan is Johannes de Doper vooral een vervelende SGP-er die er moeite mee had dat Herodias, Salomé’s moeder van haar vader gescheiden was, terwijl hij nog leefde. In deze tijd maakt haar dat vooral een verstandige vrouw. Herodes, Salomé’s stiefvader, is een Nabokoviaanse Humbert Humbert avant la lettre, hij vindt zijn stiefdochter aantrekkelijker dan zijn vrouw, en gebruikt zijn huwelijk om nader tot zijn stiefdochter te komen.

Wilde’s erotisering van het thema is eigenlijk opmerkelijk. Hij schuift de christelijke implicaties terzijde en laat Salomé’s  crush voor Johannes vooral een fatal attraction zijn. Ze accepteert zijn nee niet. En ze is een narciste: Johannes weigert naar haar te kijken – en wie haar ziet weet ze, zal zeker voor haar vallen. ‘Thine eyes that were so terrible, so full of rage and scorn, are shut now. Wherefore are they shut? Open thine eyes! Lift up thine eyelids, Jokanaan! Wherefore dost thou not look at me? Art thou afraid of me, Jokanaan, that thou wilt not look at me?’

In het toneelstuk, het libretto en in de opera is een centrale rol ingeruimd voor ‘De dans van de zeven sluiers.’ Voor de vroege kerkvaders is de dans een afschuwwekkende bezigheid. Wat doet Salomé in deze dans precies? In Van Hoves enscenering is het een fraaie combinatie van verleiding van Herodes die feitelijk niet meer verleid hoeft, zijn belofte heeft hij immers al gedaan. Het is dan meer een pijniging, een straf, ze toont hem wat hij niet krijgen kan. Ze voelt zelf in haar dans dat wat zijzelf niet krijgen kan: haar lichamelijke liefde voor Johannes uit zij in deze dans.

De dans van Salomé is een dans van vergeefse verlangens, is schoonheid dus van wat er niet is, is spijt en rouw. De zeven sluiers zijn dan ook eerder rouwsluiers. Geen striptease in Van Hoves enscenering, maar sluiers die gezichtsverlies en rouw beduiden. Het is een van de vele prachtige keuzes in deze uitvoering.

——-

img_2482Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.