Samen weg

Jarenlang deed ik niet aan vakanties. Terwijl mijn vrienden weekendjes naar Barcelona of Istanbul gingen rende ik met dienbladen en borden rond in de Amsterdamse horeca. ‘s Zomers bleef ik in de stad voor de rust, de warmte, de verandering van publiek.

Na een jaar zonder vrij te nemen gastheer te zijn geweest in een groot restaurant in het centrum stuurde een van de eigenaren me op vakantie omdat hij inzag dat het nodig was.

B en ik waren net samen. We landden in Napels, huurden een auto en reden langs de steile rotsachtige kust naar het zuiden. De beroemde Amalfiweg meanderde langs een eindeloze zee, die op leek te bollen alsof er in mijn ooghoek een gigantische golf ontstond.

Toen ik bang werd achter het stuur in slaap te vallen sloeg ik bij een willekeurig plaatsje af. Met het werk, de vlucht, de weg nog in mijn oren bestelde ik bier op een terrasje en liet de zon op mijn bleke armen branden. De zee rolde af en aan. B pakte mijn hand. Er liep een traan over mijn wang. Die reis samen zal ik nooit vergeten.

Iemand verklaarde ons laatst voor gek omdat we een drie maanden oude baby meenamen naar Marokko. Op B’s buik gebonden sliep Ada door de souk van Had Draa heen, waar geiten blatend op de schouders van hun kopers gaan. We dronken thee aan een gammel tafeltje naast een slagerij waar een halve koe aan een haak voor de pui hing. In een plastic bak op de toonbank lagen haar ingewanden. Er waren vliegen, maar niet zoveel als je zou verwachten.

Een man parkeerde zijn brommer voor ons tafeltje; in zijn fietstas zat een volwassen schaap gepropt. Ze hield zich stil, leek in haar lot te berusten en staarde me aan met zo’n bevreemdende rechthoekige pupil. De man groette onze ober en boog zich in het voorbijgaan over B heen om Ada een kus op haar bolletje te geven. Mij klopte hij met een stoffige hand op de schouder.

Nadim viel in slaap in de auto terwijl ik de rest van de boodschappen deed. Hoewel onze jongen veel denkt voor iemand van zijn leeftijd slaapt hij inmiddels net zo makkelijk in een houten hut in de Surinaamse jungle als in zijn eigen bed in Amsterdam. Voordat ik de motor startte keken B en ik een tijdje naar zijn slapende gezichtje, naar dat van zijn zus. De wereld kromp tot de binnenmaten van een Peugeot Partner.

Dit is de kern van wie we zijn, dacht ik. Dit is alles wat er is.

____________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Op 23 oktober van dit jaar verscheen zijn nieuwe en sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.