Simone Weil says that when you really love you are able to look at someone you want to eat and not eat them

 marie howe

Marie Howe | Part of Eve’s discussion
 
It was like the moment when a bird decides not to eat from your hand,
and flies, just before it flies, the moment when rivers seem to still
and stop because a storm is coming, but there is no storm, as when
a hundred starlings lift and bank together before they wheel and drop,
very much like the moment, driving on bad ice, when it occurs to you
your car could spin, just before it slowly begins to spin, like
the moment just before you forgot what it was you were about to say,
it was like that, and after that, it was still like that, only all the time.

 

<cliché> Bestaat er eigenlijk wel zoiets als een moment? Na 4,5 jaar filosofiestudie weet ik nog steeds het antwoord op zulke simpele vragen niet (had ik overigens ook niet verwacht). Wel vraag ik me af hoe mensen die ‘in het moment leven’ er uit zien terwijl zij dat doen.  Ik stel me zo voor dat zij verdwijnen in een tijd-loop, zwart gat dat hen naar een tijdloze wereld toe trekt. Dat zou deze wereld wat mij betreft in ieder geval een stuk prettiger maken, want ik houd niet van mensen die in het moment leven (wat heb je er aan? Hoe kunnen ze je ooit helpen in de toekomst?). Van de andere kant: toen ik de contouren van dit stukje gisteravond in bed bedacht (inclusief deze zin, en deze, en deze) – deed ik dat toen niet in het moment, ookal keek ik er mee vooruit naar morgen? Ik denk het wel. Wat dat betreft is het onmogelijk om ooit iets niet in het moment te doen. Maar de onderstreping van het gegeven dat je dit doet heft diens bedoeling tegelijkertijd op: maakt er een lange termijnproject van. Etcetera – opeens is er een uur voorbij.

Bovenstaand gedicht spreekt voor zich denk ik, op het allereerste woord na: It. Wat was als het moment vlak voordat je auto begint te slippen, toen je je had bedacht dat hij dat zou kunnen gaan doen? Ben ik een idioot, als ik alle onheilspellende tekenen in dit gedicht negeer en denk dat het over de liefde gaat, het korte ogenblik van beginnende liefde, het moment waarop alles nog goed is, misschien juist vanwege de onheilspellende beelden die Howe schetst? Maar in dat geval loopt het hier goed af: daarna was het altijd zo, beginnend goed. Maar ook toen bleef het onheilspellend.

Dit alles doet me denken aan het volgende: de laatste tijd heb ik een terugkerende droom waarin ik aan Toxic Shock Syndrome lijd (voor wie niet weet wat dat is: dit is het), of eigenlijk: waarin ik op het punt sta daar aan te gaan lijden. Ik ga naar de WC, waar er een tampon uit me valt, terwijl ik me tegelijkertijd realiseer dat het al zeker twee weken geleden is sinds ik voor het laatst ongesteld was. Die tampon zit er dus al een tijdje. Hier zijn vast verschillende verklaringen voor te verzinnen, allemaal freudiaans, maar op dat moment, waarop ik nog niet in toxic shock ben, maar wel in shock, omdat ik weet dat het nu niet lang meer kan duren, het allereerste begin van realisatie – op dat moment ben ik vooral heel bang. Niet eens zozeer voor wat komen gaat, maar bang dat de tijd vanaf nu niet meer voorbij zal gaan, en ik voor altijd in dit moment moet blijven.

(Hier is trouwens een ander mooi gedicht van Marie Howe waarin de liefde niet veel goeds voorspelt. Prettig weekend!)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *