Spel, spelen – #WU14

1) Mens Dier Ding

‘Hé, Martijn Knol! Haha, jij bent die gozer van die grappige stukken op de Tirade blog, haha! Die zijn zo goed, man! Jij bent zo… VRIJ!,’ aldus Alfred Schaffer als ik me aan hem voorstel. ‘Het is écht grappig wat je maakt en het is écht literatuur.’*

‘Nou, ik zat me in de trein al een beetje af te vragen waar ik het maandag over zou gaan hebben, maar dit is eigenlijk wel een heel goeie opening die jij hier uit je mouw schudt… ik denk dat ik mijn maandagblog maar ga beginnen met al die mooie, ware, wijze en scherpzinnige woorden die jij zojuist tot mij sprak.’

‘Haha, tuurlijk man, moet je doen! Ik lees het wel, maandag.’*

Spontane erkenning door een collega van het kaliber Alfred Schaffer: alsof je de jackpot wint terwijl je langs een fruitautomaat kuiert. Lekker! Bovendien bewijst bovenstaand – werkelijk naar waarheid opgetekend – dialoogje maar weer eens hoe weinig genreonderscheid ertoe doet. Fuck de hokjes en de definities. Had Multatuli in onze tijd geleefd, dan was hij de beste op één na beste blogger van Europa.

 

2) Vrijdag – Martijn, Sanneke, Walter, Lieke

Sanneke – Sanneke van Hassel – en ik zijn in Den Haag om in de bunkerachtige foyer van het Theater aan het Spui tirades af te steken uit Tirade 450. Omdat Walter van den Berg en Lieke Marsman zich ziek hebben gemeld, moeten Sanneke en ik alle vier de geprogrammeerde tirades voor onze rekening nemen. Een Shakespeareaans spel met identiteiten lijkt aan te breken: naamsveranderingen, sekseveranderingen… complete transformaties!

Het klinkt ingrijpender dan het is: dat spel met schijn en werkelijkheid is precies het soort tovenarij dat je achter je schrijftafel bedrijft. En wat de uitvoerende kant betreft: Sanneke heeft tien jaar bij het beste toneelgezelschap van Nederland gewerkt… tien jaar, dat betekent dat we, even snel uit het hoofd, vijf jaar podiumkunstervaring per persoon hebben! Moet lukken!

In het geval van onze eigen tirades – De wilde brede rivierstroom en Omdat ik het zeg – is het gewoon een kwestie van voorlezen*.. Daarna gaat het er om spannen… Sanneke mag/moet als eerste andermans tirade voorlezen… zij heeft de tekst van haar fondsgenoot Walter gekozen… een tirade getiteld tirade… Tijdens de eerste regels van zijn tirade begint Sanneke – tot verbijstering van het publiek – enorm te groeien… nog voor ze de openingsalinea heeft gelezen is ze vijftig centimeter groter… vijftig kilo zwaarder… Nog een alinea later staat er een grote, brede, volwassen vent op het podium… Hij draagt een donkerblauwe trui met een band van gekleurde haaienvinnetjes erop… Geen twijfel mogelijk: daar staat de auteur van Van dode mannen win je niet… onmiskenbaar, ten voeten uit… Hij grijnst tevreden als het slotapplaus klinkt en buigt nog even naar de microfoon om te vertellen dat zijn boek in de stand van Boekhandel Paagman ligt.

Mijn eigen transformatie – die tot Lieke Marsman, ik lees haar tirade Liefde in tijden van eenzaamheid – zet ik in gang door het elastiekje uit mijn staart te trekken en m’n haardos los te schudden… Na een paar woorden gaat mijn stem vanzelf de hoogte in… ik voel hoe mijn trekken verzachten… mijn handgebaren worden eleganter… Na de laatste punt trek ik mijn rokje recht en veeg met de rug van mijn hand een druppeltje speeksel van mijn onderlip – op mijn hand blijft een veeg lipstick achter. ‘Volgende week verschijnt mijn nieuwe bundel,’ zeg ik tot besluit van mijn lezing.

Schrijven, lezen, voorlezen, luisteren: witte magie.

3) Teacher (I)

There are three points of view from which a writer can be considered: he may be considered as a storyteller, as a teacher, and as an enchanter. A major writer combines these three – storyteller, teacher, enchanter – but it is the enchanter in him that predominates and makes him a major writer.

Vladimir Nabokov, Good Readers and Good Writers

4) Zaterdag – Rosan, Gilles, Simone, Marko

Ik ben in Den Haag om auteursexemplaren uit te delen aan de contribuanten van Tirade 452 en, vooral, om te kijken & luisteren naar de tirades van Marko van der Wal, Simone van Saarloos, Gilles van der Loo en Rosan Hollak. Iedereen doet het goed en een verbetering ten opzichte van de vrijdagavond is dat het voorlezen van de tirades nu meer een programmaonderdeel is dan een guerrilla-actie of een op rondlopende bezoekers gerichte entr’acte. Er wordt beter geluisterd, er is meer publiek. Aan één van de stamtafels ontdek ik Nelleke Noordervliet – als ik naar haar knipoog, kijkt ze verontwaardigd de andere kant op.

 5) Teacher (II)

Van Oorschot uitgever en oud-Tirade redacteur Menno heeft leren lezen en schrijven van een mevrouw met de naam Knol. Juffrouw Knol. Menno vroeg zich af of juffrouw Knol familie was. Dat is niet het geval. Maar dankzij Nabokov weet ik dat iedere schrijver een beetje een teacher moet zijn. Zo zacht, lief en charmant als ik vermoed dat Juffrouw Knol was, zal ik nooit worden, maar die kwaliteiten zijn vast niet intrinsiek verbonden met het begrip teacher. Juffrouw Knol en ik mogen dan geen familie zijn, verwant zijn we wel.

6) Lang haar – sterke verhalen

We staan aan de bar. Marko, Gilles en ik. Het is nog steeds zaterdag, nog net. Gilles haalt af en toe een zakflesje drank uit zijn herderstas waarmee hij de cola van Marko en die van hemzelf bijschenkt*. Ik onderhoud mijn conditie met een verse sinaasappelsap. Om de één of andere reden ben ik vanavond een paar keer aangesproken door Mooie Vrouwen. Het irriteert Gilles niet, maar intrigeren doet het hem wél. Hij is ervan overtuigd dat 1) alle mooie vrouwen zich tot mij aangetrokken voelen en dat 2) alle vrouwen zich tot mij voelen aangetrokken vanwege mijn lange haar. Wat hij godverdomme wel eens een keer heel precies zou willen weten: welke haarproducten gebruik ik nou eigenlijk?

Tja, nou… wat betreft dat lange haar… Ik denk dat het omgekeerd is: mannen die niet bang zijn hun vrouwelijke kanten te ontplooien en te tonen – en voor wie praten en lachen met vrouwen doel is en geen middel – laten, in onze cultuur, hun haar eerder lang groeien. Zelf moest ik – heteroseksuele, serieel monogame man* – tot mijn eigen verbazing een klein voorraadje moed aanspreken toen mijn haar voor het eerst op lengte begon te raken. Welke onbedoelde signalen zou ik nu kunnen uitzenden? Geborneerd maar waar.

Lang haar maakt een man feminien – het verandert je van een macho in een ‘vrouwelijke macho’. Die term is overigens van Joyce Roodnat. Afgelopen zomer, bij de zeventigste verjaardag van Mick Jagger, schreef ze in NRC Handelsblad:

‘Wat dat is, een vrouwelijke macho, zie je het best als Mick danst. Dat doet hij als een meisje, heupwiegend, wiebelend, zijn hals gebogen en zijn hand in zijn zij. (…) Katachtig als een griet, agressief als een kerel. Hij vervult voor vrouwen het ideaalbeeld: hij is een man en hij is als ikzelf.’

Maar wat betreft de haarverzorging, Gilles: de dos regelmatig blootstellen aan zee- of bergwind.

En één keer in de week je hoofd een paar uur in een teil met geitenzeik steken.

7) Van Heemstra

Zaterdag. Artiestenfoyer. Marjolijn van Heemstra – bekend van haar romancyclus De Tandeloze Tijd – vertelt me bij de kapstokken dat ze erg genoten heeft van mijn poëziedebuut Melktanden. Normaal gesproken reageer ik bij zo’n misverstand met een kwinkslag, maar nu spring ik om de één of andere reden uit mijn velletje… ik word zo Verschrikkelijk Kwaad dat Van Heemstra zich, zodra het misverstand is opgehelderd, subiet naar de stand van Boekhandel Paagman spoedt om mijn roman Alles kan kapot te kopen. Ik weet dat zo precies, omdat ik haar schuimbekkend volg… enigszins gekalmeerd door Van Heemstra’s geste, koop ik, op mijn beurt, haar roman De laatste Aedema*. All is well that ends well.

Maar, dus, want: er is blijkbaar toch een verschil tussen droom en werkelijkheid… Op papier is ’t heerlijk om te fabuleren – om te acteren – en om zo, spelend, soms op een hogere waarheid, soms op een alternatieve werkelijkheid en soms op klinkklare fantasie te stuiten. In ‘de werkelijkheid’ daarentegen is het doorgaans wel prettig om gezien of herkend te worden als de persoon die je bent. Schrijversparadox: in je strijd om erkenning als persoon eindeloos spelen met plot en personages, onvermoeibaar fantaseren over locaties en drijfveren.

8 Teacher (III) – de wijze les… van kwart voor zes

Alfred Schaffer: ‘Je bent zo… VRIJ!’

TiradeUnlimited.

Volgende week: ff een eredoctoraat ophalen.

Noten

* Zelden iemand zoveel ware beweringen in zo weinig woorden zien horen persen.

*Later op de avond kocht ik Alfreds nieuwe bundel en liet ’m signeren (de bundel). Ik las Alfreds opdracht, grijnsde en zei: ‘Ik maak er thuis een foto van, voor bij de blog.’ Alfred lachte, sloeg me op mijn schouder en zei: ‘Gaaf! Doen!’

* Eigenlijk had ik de tirade van Sanneke moeten voorlezen en zij die van mij – zulke dingen bedenk je soms pas na afloop.

* Weet Birre dat eigenlijk, Gilles? Van dat flesje drank? Of heb ik nu iets verklapt?

* Een harde klap voor alle homo- en biseksuele mannen die dit blog volgen: sorry, jongens, het is geen bekrompenheid, het is de natuur.

* Vorig jaar deed ik een dergelijke boekruil met Christine Otten. Althans… dat was de bedoeling… Ik gaf Otten een exemplaar van mijn roman Alles kan kapot, zij zou mij een exemplaar van haar roman Om adem te kunnen halen doen toekomen. Waarschijnlijk is Christine erg druk met het verbeteren van de wereld, want dat boek heeft me nooit bereikt.

Productinformatie

Alfred Schaffers nieuwe bundel is getiteld Mens Dier Ding en is verschenen bij de Weekblad Pers Groep.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *