Steek die prijs maar in je reet – een slimme meid is tot ‘nee’-zeggen bereid

Opzij logoHoewel ik me regelmatig aftrek op de smakelijke, uitdagende fotoreportages waarmee  vrouwenglossy Opzij haar interviews met kordate zakenvrouwen en gedreven mensenrechtenactivistes verluchtigt (kunnen de pagina’s voortaan iets royaler gelamineerd worden?), had ik, tot een paar dagen geleden, eigenlijk nooit de moeite genomen het blad ook echt te lézen… stom, mijn fout… maar ik verkeerde in de veronderstelling dat het, net als bij het Volkskrant Magazine en de NRC-Lux, alleen de bedoeling was om een beetje naar gadgets, interieurs en potentiële restaurant- en vakantiebestemmingen te kijken… wat bleek nu mijn vrouw (41) of mijn dochter (13) het jongste nummer van het, in naam, feministische maandblad, ter hoogte van de ‘vrouw en literatuur’ pagina’s opengeslagen op het aanrecht had laten slingeren? Er bestaat zoiets als… De Opzij Literatuurprijs. Hartstikke leuk initiatief, meiden!

Eerlijk gezegd had ik me nooit gerealiseerd dat vrouwen ook schrijven. Of liever gezegd… ik wist het natuurlijk wel, ergens, maar ik had me nog nooit gerealiseerd dat het voor hen zo belangrijk is… dat vrouwen hun werk zelf zo serieus nemen… Het is eigenlijk net als bij damesvoetbal of wielrennen… zie je bij Studio Sport een damesovertreding voorbij komen of een damesdopinggeval, dan denk je onwillekeurig toch: tut, tut, dames… dames!… het is maar een spelletje!

Die Opzij Literatuurprijs vind ik dus een heel goed initiatief! Emanciperend. Want waar komt dat idiote vooroordeel vandaan dat vrouwen niet kunnen schrijven? Waarom zouden we de teksten van vrouwen niet gewoon eens een keer (proberen te) lezen? Sterker nog: noem me een dromer of voor mijn part een revolutionair, maar mochten de meiden die zijn genomineerd voor de Opzij Literatuurprijs elkaar straks, bij de uitreiking, nou niet de haren uittrekken of de ogen uitkrabben, dan moeten we wat mij betreft ook echt eens serieus gaan nadenken over vrouwenkiesrecht. Anders verandert er nooit iets in dit land.

Verder overweeg ik op de volgende redactievergadering van Tirade voorzichtig te polsen of er ook onder ons draagvlak bestaat om eens een tekst van een vrouw te publiceren. Dat zou me wat wezen zeg! Een kleine ritselende revolutie if there has ever been one! En nu klinkt het misschien als een krankzinnige dagdroom – al leert het recente verleden hoe snel maatschappelijke veranderingen zich kunnen voltrekken! – maar wie weet maken vrouwen in de toekomst zelfs deel uit van de redacties van literaire tijdschriften. Waarom niet?

De Opzij Literatuurprijs… ik moet zeggen: de dames hebben het professioneel aangepakt… tjonge, jonge… Mediapartners, prijzengeld… de hele rimram…

En net als bij echte literaire prijzen is er een heuse shortlist opgesteld. De ‘genomineerden’:

Liefde heeft geen hersens, Mensje van Keulen;
Dorst, Esther van Mersbergen;
Vrij man, Nelleke Noordervliet;
De ochtend valt, Manon Uphoff;
De kermis van Gravezuid, Hannah van Wieringen.

Vijf volslagen onbekenden. Eigenlijk vier… want uit het Opzij-artikel begrijp ik dat Esther van Mersbergen de echtgenote is van de bekende auteur Jan van Mersbergen, dus dat geeft wel vertrouwen (Gefeliciteerd met je nominatie, Jan!).

Op zaterdag 20 april, twee dagen na Nationale Secretaressedag, wordt de Opzij Literatuurprijs uitgereikt. Spannend! De winnares krijgt 5.000 euro huishoudgeld, bovendien schenkt jurylid Elsbeth Etty de prijswinnares een zelfgebakken appeltaart! (leuk weetje: de springvorm die Elsbeth altijd gebruikt heeft een doorsnede van maar liefst 37 centimeter! hij past nog maar net in haar hete luchtoventje!). En dat is nog niet alles… slaagt Marja Pruis komende donderdag in één keer voor haar examen bloemschikken, dan kan de winnares van de Opzij Literatuurprijs 2013 bovendien uitkijken naar een rijkelijk gesorteerde bos veldbloemen die wordt aangeboden in een vaas die Telegraaf critica Lies Schut zelf heeft geboetseerd op de woensdagmiddagkleiclub van haar buurvrouw (‘buuf’) Ans van Zonneplaat. Heel goed, zet die schrijvende meiden maar es lekker in het zonnetje, Opzij… dat hebben ze wel verdiend, die doorzetters! Potverdikkie, het is niet niks hoor een heel huishouden runnen, je man en kinderen geestelijk ondersteunen en dan tussendoor nog de tijd zien te vinden om een literair boek te schrijven!

In de jury van de Opzij prijs zitten geen mannen. Die houden blijkbaar niet van boeken die door vrouwen zijn geschreven. Of ze missen de intelligentie en sensibiliteit die is vereist om door vrouwen geschreven teksten op waarde te kunnen schatten.

Zelf ben ik blij dat ik niet in de jury zit, trouwens. Want de definitie van een boek, daar kom ik nog wel uit. Wat een literaire roman is lijkt me al een stuk lastiger. Maar wat, in godsnaam, is een vrouw? Hoe weet de jury zo zeker dat de vijf door haar genomineerde auteurs ‘vrouw’ zijn? Hoe definieert de jury het begrip ‘vrouw’? Is er DNA afgenomen? Wordt er voor de winnaar (m/v) bekend wordt gemaakt in broeken gevoeld/gekeken? (en zo ja: is daarbij nog assistentie nodig?).

En treden er in de boeken van de kanshebsters op de Opzij Literatuurprijs toevallig mannelijke personages op? Ik neem aan van niet. Dat zou een Ongemakkelijke Van Twee Walletjes Constructie zijn. Maar zo ja: dan hoop ik dat het ongeloofwaardige mannelijke personages zijn, want als vrouwelijke auteurs net zo goed mannelijke personages kunnen scheppen als mannelijke auteurs – en mannelijke auteurs misschien, vice versa, weleens een geloofwaardig vrouwelijk personage creëren – dan zou het niet meer gelegitimeerd zijn om boeken uit te sluiten van een prijs op basis van het geslacht van de auteur. Toch? De jury van een literaire prijs vergelijkt toch de kwaliteit van teksten met elkaar? Als we boeken gaan voorselecteren op basis van het geslacht van de auteurs, dan mogen we ook andere buitenliteraire factoren laten meespelen, zoals: de postcode van de genomineerden, de schoonheid/welbespraaktheid van de genomineerden, het banksaldo van de genomineerden of (de hoogte van) het percentage prijzengeld dat de genomineerden eventueel bereid zijn af te staan aan een goed doel.

Of denk ik nu langs amateuristische lijnen?

Het huis van de literatuur telt vele kamers. Maar om de één of andere reden laten sommige vrouwelijke auteurs zich graag in het keldertje van de Opzij douwen. Kom op, meiden, dat laatste stukje vrouwenemancipatie laat je toch niet opknappen door mevrouw van der Linden? Kom nou es met die dikke konten van de bank af… hup, je niche uit… een beetje voor jezelf opkomen, hoor… als je vindt dat je werk meer ruimte verdient, eis die dan godverdomme gewoon ZELF op. Praat over boeken, praat over teksten. En als je om wat voor reden dan ook wordt genegeerd: praat harder. Schreeuw.

Zolang je maar over literatuur schreeuwt.

De vraag waarover de vijf genomineerden zich, volgens mij, het hoofd moeten breken: moet je als vrouw de Opzij Literatuurprijs aanvaarden? Of is weigeren de betere optie?

Kijk… wil je significant bijdragen aan seksesegregatie en vrouwendiscriminatie, dan zou ik de Opzij-prijs zeker aannemen. Geloof je meer in de autonomie van kunstwerken en in de autonomie van het scheppend individu, dan moet je overwegen te weigeren.

Misschien ben je het niet met me eens, prima. Dan je moet je die vijf mille vooral in je handtas proppen. Ben je het wel met me eens, dan hoop ik dat je de ballen hebt om Opzij de middelvinger te geven. Steek die prijs maar in je reet.

Mijn handen jeuken om een paar weigerzinnetjes aan elkaar te rijgen tot een ‘Nee-bedanktwoordje’. Maar het is jouw strijd, het is jullie strijd. Het is al erg genoeg dat ik me er hier ongevraagd mee bemoei. Bovendien: de kans is groot dat jij beter schrijft dan ik – dus ik hoor of zie straks wel wat het geworden is.

Voor wie discriminatie naar kleur, geslacht, geaardheid, klasse, gezondheid, macht wil bestrijden valt er nog veel en veel meer werk te verrichten, en op veel curieuzere fronten, than is dreamt of in your philosophy.

Of een boek is geschreven door een man of een vrouw maakt mij geen zak uit (no pun intended); die kwestie is een voetnoot in het hoofdstuk ‘human interest’ uit het boek ‘entertaiment’ dat alleen prominent is vertegenwoordigd in de bibliotheek van de markt van vraag en aanbod. Niet mijn lievelingsbibliotheek.

Hoe formuleerde Jeroen Mettes* het ook alweer? O, ja:

‘Poëzie doet ertoe, niet zodra ze beter geïntegreerd is in de markteconomie en de ouwehoerindustrie, maar zodra ze zich daar effectief tegen weet te verzetten.’

Nou, doei!

 

Tirade – emancipeert.

 

P.S. Sorry dat ik hier vorige week zo stom deed over Facebook en Tweeter. Dat was echt een beetje lullig van me. Ik weet niet wat me opeens bezielde… ik had ’t niet moeten doen… ik meende niet wat ik schreef en ik bied alle enthousiaste gebruikers van sociale media mijn oprechte excuses aan. En het lijkt misschien een beetje schijnheilig na vorige week, maar als jij op Facebook zit, zou je dan alsjeblieft, alsjeblieft, ALSJEBLIEFT willen ‘Liken’? Je zou me er ENORM mee helpen… echt… als ik voor 1 mei aanstaande niet minstens 1.500 likes heb verzameld, dan word ik uit de redactie van Tirade geflikkerd… HELP!!!, HELP!!!, HELP!!!… like mij, like mij… alsjeblieft, ik heb zo’n spijt van mijn grote mond van vorige week… ik ben zo stom geweest… het was allemaal alleen maar STOERDOENERIJ…

P.P.S. Omdat de meeste vrouwen – zoals algemeen bekend is – totaal geen gevoel voor humor hebben, wijs ik de furiën die na het lezen van bovenstaand blogje op het punt staan hun panty uit te trekken met het doel mij daarmee te gaan wurgen er graag op dat ik de teksten die je hier leest alleen maar uittik. Je weet toch: alles wordt me gedicteerd… door een mevrouw. (hahaha, schitterend!).

Soundtrack bij deze posting: With all the money in the world… you could never buy this girl.

*Jeroen Mettes, Weerstandsbeleid (2011;p.147).

Volgende week, maandag 22 april, op deze plek: hoe was je weekeinde?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *