Brieven

De romantiek van de brief is dezelfde als die van de bakelieten telefoon. Als kind van de tijd van mobieltjes en internet heb ik beide niet zo bewust meegemaakt. Misschien is mijn belangstelling voor brieven daardoor des te groter.

Wat vind ik de mooiste brief? Er zijn passages uit Seneca’s brieven aan Lucilius die me soms te binnen schieten – laatst werd ik er weer aan herinnerd. De brieven van August Willemsen (Braziliaanse brieven) zijn weergaloos en hyperzelfbewust: ‘(Deze bezinning op mijn schrijverij komt in feite neer op metaliteratuur over een eigen egodocument, wat je een kwadratuur van de masturbatie zou kunnen noemen, als ik me daar bij iets kon voorstellen.)’ Ik denk ook aan het voorwoord van Dostojevski’s De broers Karamazov, voor zover dat een brief aan de lezer is. Hij zegt daarin dat hij onzeker is over wat hij heeft geschreven, dat het de lezer misschien allemaal onbenullig voor zal komen, maar dat het niet anders geschreven had kunnen worden: de lezer zal het er maar mee moeten doen. Of misschien de brief die Malcolm Lowry aan zijn uitgever schreef om de afwijzing van Under the Vulcano te weerleggen, wat honderd kantjes redeneren opleverde – zo scherp dat het boek uiteindelijk gepubliceerd werd.

Op een boekenmarkt vond ik eens een boekje van de genoemde Van der Heijden, dat ik niet kende. Toen ik het doorbladerde – het koste maar een paar euro – viel er een papier uit. Ik herkende het handschrift, het was een brief van de schrijver zelf. ‘Kijk, een brief! Het is zijn handschrift!’ riep ik naar een vriend die met mij mee was. Voor ik het wist kwam de boekhandelaar op mij af en nam het boekje meteen van mij over. ‘Dat is dan tachtig euro,’ zei hij zonder een krimp te geven. Ik wist dat ik een fout had gemaakt, maar bedacht dat het altijd nog goedkoper was zelf een brief naar zijn Amsterdamse adres te sturen en te hopen op antwoord. Dat heb ik nooit gedaan.

Gisteren kreeg ik een mapje voor mijn neus met brieven aan mijn oma. Er waren ook brieven bij van de man die binnen de familie bekend staat als ‘opa van de bootjes’. Hij stuurde regelmatig korte briefjes, schreef niet onverdienstelijk en met humor. Tegen sinterklaastijd een keer begin jaren zestig schreef hij bijvoorbeeld: ‘Ik wens jullie een prettige Sint Nicolaasavond met veel cadeaus en vele soorten lekkers oa.: boterletter – speculaas – marsepein – chocolade – taaitaai – sprits – borstplaat – suikerbonen, afijn, teveel om op te noemen. (…) maar meisje denk om je lijn, want van al die zoetigheid, word je zoo vet als een beer!’ En begin jaren zeventig: ‘ik heb een goede verjaardag gehad met veel sigaren en veel bloemen en veel gasten en je moeder heeft je zeker wel verteld dat mijn dochter uit Engeland is overgekomen om mijn 90ste verjaardag mede te vieren!’

Ik ben blij dat zulke brieven bewaard zijn, ook al staan er dingen in die het geneuzel van een telefoongesprek niet overstijgen. Het heeft tenminste een vorm, een vaste vorm. Die krijgen we niet meer terug met alle vluchtige berichtjes die we elkaar tegenwoordig sturen en niet bewaren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.