‘Paul Chambers, Paul Chambers!’ Dat kreeg Ron Carter uit het publiek te horen, toen hij als pas aangenomen bassist bij Miles Davis een solo op touw zette. Ik moest eraan denken toen ik uit een bundel vertalingen van de Spaans-Catalaan Joan Margarit een gedicht las over wat daar ‘noise’ heet bij jazz, omgevingsgeluid uit een club als de opname feitelijk en juridisch live is. Inderdaad een cruciaal bestanddeel van deze kunst, waar de ontvanger evenveel praatjes kan hebben als de zender. Helaas ging de tekst voor mij alsnog de mist in doordat de vergelijking volgde met ‘life after death’.
Misschien boterde het al niet tussen Margarit en mij, nog nagrommend van een voorwoord waarin hij klaarblijkelijk Diderot instemmend citeert: ‘Mediocrity is characterised by a taste for the extraordinary’ (levenswijsheid die pontificaal rijp is!). Ook een bundel gewijd aan het overlijden van zijn dochter Joana, die leed aan het syndroom van Rubinstein-Taybi, gaat, voor zover haar voornaam het al niet verried, vooral over Margarit zelf. Maar dat ze voor een laatste operatie tegen de chirurg van dienst ‘I love you’ gezegd heeft, te quiero dus vermoedelijk, greep aan.