Teddy

Nadim (12) koos voor Londen en daar gingen we. Zijn zus Ada (7) bleef thuis bij oma; voor het eerst sinds haar geboorte waren we alleen op reis met onze zoon, wiens voeten en handen sneller groeien dan ik volgen kan, wiens benen hem elke dag verder de lucht in stuwen.

Omdat Nadim tot vorig jaar naar dezelfde basisschool ging als Ada, bracht en haalde ik ook hem nog elke dag. Sinds hij op de middelbare zit is duidelijk dat hij zijn eigen route kan kiezen, zijn eigen rooster in de gaten houdt en dat misschien al heel lang kon. Alleen op de allereerste dag fietste ik mee naar die nieuwe school in Zuid.

Hij vertrekt later als hij de eerste uren vrij heeft, verschijnt thuis als het daar tijd voor is, gaat zelfstandig naar zijn clubjes. De omslag was totaal en zonder aankondiging. Dit schooljaar markeert het begin van zijn vertrek, het geleidelijke achterlaten van ons als ouders en dit thuis.

Ik denk dat hij voor Londen koos omdat men er de taal van alle liedjes spreekt. Veel plannen voor onze dagen had hij niet; hij leek volmaakt tevreden met het lopen door de drukke straten. Ik had restaurants uitgezocht en we deden een paar trekpleisters aan, maar het mooiste vond hij de eekhoorns in Hyde park. Alerte beestjes met grote vochtige ogen die naar hem toe kwamen om een pinda uit zijn hand te pakken. Twee keer liep hij naar de kiosk voor een zakje noten.

Een halfuur lang was hij volledig in beslag genomen door de eekhoorns die van alle kanten aankwamen. Ik zag de bordjes waarop verzocht werd geen parkdieren te voeren en maakte een foto van mijn jongen die de eekhoorns voerde.

Die beesten hebben een schitterende manier van rennen, met die pluizige staart achter ze aan. Deze metafoor lijkt mank te gaan, maar ik beloof je dat hij klopt: als wollige golfjes. Zo wakker, zijn ze. Alert. Knetterend van het leven.

In een winkelstraat kochten we een baggy broek en een oversized poloshirt dat hij graag wilde. De kleinste herenmaat is hem nu nét te groot.

We namen de ondergrondse en stapten uit in een wijk met een vlooienmarkt, waar we zochten naar een cadeau voor Ada. Bij een van de kraampjes zat een mottige knuffelbeer, die bij nadere inspectie een rugtas bleek: hij had een lange rits over zijn rug, schouderbanden verbonden zijn nek met zijn staartje.

‘Arme Teddy,’ zei B. ‘Het is bijna kerstmis en steeds kouder buiten, maar omdat hij een tas is en geen echte beer neemt niemand hem mee naar huis.’

Nadim pakte de beer op, keek naar het prijskaartje aan zijn oor en legde hem weer neer. Terwijl we verder liepen viel me op hoe stil hij was; zijn pas veerde niet meer en zijn hoofd hing als dat van een losgelaten marionet. Misschien hadden we vandaag te ver met hem gewandeld. We gingen in een biertuin zitten die aan een fraaie oude pub grensde. Ik haalde mulled wine, cola en Guinness.

Als je kind verdrietig is zonder dat je het zag aankomen, klapt de bodem even onder je vandaan. Zoals ik hier al eerder schreef: wij zijn afhankelijker van onze kinderen dan zij van ons. Wie het daar niet mee eens is moet beseffen dat alle kinderen hun ouders verliezen en uiteindelijk verder kunnen.

‘Wat is er?’ zei B tegen Nadim, die alle kanten op keek behalve naar ons.

‘Naadje,’ zei ik. ‘Wat is er aan de hand?’

‘Nou vind ik het heel erg,’ zei de lange jongen. ‘Van Teddy. Dat niemand hem mee naar huis wil nemen, en dat het dan straks zo koud wordt.’

Een minuutje later rende hij terug naar de kraam met mijn pinpas in zijn hand. Teddy was er nog, maar de verkoopster deed niet aan modern betalen. Vechtend tegen tranen kwam Nadim terug. Ik schoof zijn cola naar hem toe, pinde op de hoek van de straat en liep naar het marktje.

‘You’re a good dad,’ zei de vrouw van de kraam.

You should have given it to him, dacht ik. Maar ik ben dan ook geen handelaar.

Elke echte omhelzing met je kind brengt alle omhelzingen met dat kind weer bij je terug, tot aan het eerste moment waarop je hem in je armen hield. Laat ik het bij mezelf houden: bij mij terug, helemaal tot die eerste keer dat ik mijn zoon vasthield en begreep dat ik nu voor altijd even kwetsbaar was als het teerste waarvan ik hield.

Mensen vragen vaak wat mijn tatoeage betekent. Alles van waarde is weerloos, staat er op mijn armen.

Ik zeg dan dat het een memo aan mezelf is om open te blijven, zacht. Om oog te houden voor wat niet om aandacht schreeuwt maar er wel is. Ik slaag daar helaas niet altijd in.

Misschien had ik het aan de binnenkanten van mijn armen moeten laten zetten, waar ik het vaker zie.

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.