The Lost Language of Cranes

Afgelopen week las ik David Leavitts The Lost Language of Cranes. De roman speelt zich af in het New York van de jaren ’80, waar protagonist Philip Benjamin zijn ouders na lang uitstellen bekent homoseksueel te zijn. Hij is verliefd op de knappe en ongrijpbare Elliot, zoon van een schrijver wiens werk Philips moeder jarenlang redigeerde.

Ik heb een zwak voor dit soort verhalen omdat het in onze cultuur en tijd niet zo vaak meer voorkomt dat men grote risico’s moet nemen om zichzelf te kunnen zijn en de liefde te laten overwinnen. Blijkens de populariteit van TV-programma’s als Uit de Kast emotioneert een coming-out grote delen van de bevolking.

In het Nederland van nu zouden Romeo en Julia samen naar festivals gaan tot ze op elkaar uitgekeken raakten en daarna hun Tinderprofiel heractiveren. Zoals erotiek niet zonder kleding kan bestaan, impliceert vurig verlangen een nog te overbruggen afstand.

Misschien zijn mensen niet gebouwd op het realiseren van hun dromen, en is het beter als ze tenminste ten dele ongelukkig blijven, onvervuld. De absurde luxe vanwaaruit ik ertoe kan komen zoiets te stellen ontgaat me niet. In het Italiaanse kustplaatsje Senigallia sprak ik een bootvluchteling uit Senegal. De toevalligheid leek hem ontgaan. Hij vertelde me het verhaal dat we inmiddels allemaal kennen.

Ik heb niemand meer.

Er komt geen gratis geld uit de muur; er is niet eens werk.

Ik kan niet terug naar mijn ouders, die al hun spaargeld hebben ingezet op mijn succes in Europa.

De man verkocht kinderboeken, waaronder een geïllustreerd verhaal over een Senegalees meisje, dat ik aanschafte voor mijn gezonde blonde zoon van bijna vier, die zichzelf met behulp van een app heeft leren lezen. Voor zover Nadim weet is Afrika het decor van The Lion King, van de natuurfilms die hij zo graag kijkt op onze breedbeeld-tv die ik geen breedbeeld-tv moet noemen omdat er in ons deel van de wereld geen smalbeeld-tv’s meer bestaan.

Het spijt me als mijn verhaal meandert. Ook ik zoek naar wat ik hier eigenlijk wil zeggen. Misschien dat de armoede die economische vluchtelingen importeren voor ons van grote waarde zou kunnen blijken. Alle dingen waaraan we dachten behoefte te hebben importeren we immers al.

 

________________________________________________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) is redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Van hem verschenen in 2011 de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en in 2013 de roman Het laatste kind. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.