The Narrow Road

Op advies van Henk van Straten lees ik Richard Flanagans The Narrow Road to the Deep North. De roman doet – zoals Henk schreef – denken aan het werk van James Salter. Vergelijkbaar zijn de toon, de periode in de geschiedenis en een bijzondere mengeling van afstand en nabijheid in de blik van de verteller.

The Narrow Road zou ik eerder van een hoogbejaarde Salter verwacht hebben dan het zo lucide All That Is, waarachter je op geen enkele manier een geleidelijk uitdovend genie kunt zien. Wat de twee schrijvers verder onderscheidt is het gebruik van ritme in de taal.

Gezien het 5 mei was – en er hier in Ancona geen cameraploeg van het jeugdjournaal zou kunnen opduiken – dacht ik in alle rust na over wat vrijheid voor mij betekent. Uiteindelijk besloot ik dat ik dermate omkom in de vrijheid dat het niet meer in woorden uit te drukken is.

Bijna had ik hier een foto geplaatst van een gedroogde heek met het onderschrift: Gilles eet vandaag stoccafisso con patate. 

In The Narrow Road wordt een Australische arts en legerofficier gevangengenomen door de Japanners en te werk gesteld aan de Birmaspoorweg. Flanagans beschrijving van het leven van de krijgsgevangenen is uitputtend en gruwelijk. Opvallend vaak worden anussen beschreven, die bij extreme vermagering, buiktyfus en cholera schijnbaar opstaand worden omdat de bilspieren eromheen zijn weggeteerd. Ik zal je verdere aanhalingen besparen.

Er zijn momenten in Flanagans verhaal waarop de omstandigheden zo samenspannen dat een gevangene zijn handen weet te leggen op een eendenei of een extra balletje kleefrijst. Onder de open zweren en luizen zitten en in het holst van de nacht op een bed van gespleten bamboestengels tussen honderden stervende maten je gestolen rijstbal delen met een vriend lijkt, althans in de beschrijving van Flanagan, meer op vrijheid dan alles wat ik ervan denk te weten.

Vrijheid laat zich vooral voelen wanneer het tegengestelde realiteit is, of onlangs is geweest. Ademen wanneer je dacht nooit meer boven water te zullen komen. Eindelijk openbaar mogen houden van degene naar wie je zo lang hebt verlangd. Je broer een hand geven door dat eerste gat in een muur die jullie bijna dertig jaar gescheiden heeft.

Natuurlijk scherp ik mijn definitie aan vanuit de luxe van het hier en nu, maar onze westerse vrijheid lijkt vooral te bestaan in de ogen die we toedichten aan degenen die hem niet kennen.

Richard Flanagans boek is een heel mooi boek, laat daar geen twijfel over bestaan. Vreemd genoeg zijn het de passages over het leven van voor de oorlog en de spoorlijn die het sterkst indruk op me maken.

 

_________________________________________________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) is redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Van hem verschenen in 2011 de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en in 2013 de roman Het laatste kind

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.