Therapie (5, slot): zie het als een murder mystery novel

In mijn tweede jaar van de academie schreef ik een tekst waarin mijn ouders voor het eerst een rol speelden. Het korte verhaal zat vol verhoudingen die op een dieper niveau nog geen woorden droegen, het waren alleen beelden: mijn moeder die een camera van de galerij van een flat naar beneden laat vallen; mijn vader die naast mijn broertje en mij in Batman the Ride zit in een pretpark en mijn broer angstvallig vasthoudt, omdat diens riem niet vastzit en de hele ruimte inclusief de stoel als een gek beweegt; de kaart die mijn moeder naar mijn vader stuurt vanuit Parijs wanneer ze zwanger is van mij. Soms lijk ik alleen opgebouwd uit verhaalfragmenten, niet uit een genetische code. Dan draag ik niet dezelfde frons als mijn moeder, heb ik niet dezelfde bovenlip als mijn vader. Ik draag een tape in mijn hoofd die ik steeds terug kan spoelen op zoek naar verwijzingen naar mij.

*

In The Curious Indicent of the Dog in the Night-time vindt Christopher de hond Wellington dood in de tuin van de buren. In Wellington steekt een hooivork. Het dier bloedt. Christopher weet niet waarom dit gebeurd is, maar in de openingsscène Mark Haddon’s roman vindt de vijftienjarige autistische jongen zichzelf op het gazon van de buren met het bloedende dier in zijn armen, vol met empathisch vermogen dat hij niet kan verklaren. De dode hond is het startschot voor wat Christopher een ‘murder mystery novel’ noemt, hij zal de moord op de hond oplossen. Dat is waar het boek over gaat. ‘It is a puzzle,’ schrijft hij. ‘If it is a good puzzle you can sometimes work out the answer before the end of the book. ‘

*

In de tekst die ik in het tweede jaar aan de academie schrijf, verwoord ik ouders als superhelden van kinderen. Je kan nog niet dieper in hen kijken. Ze zijn zo tastbaar als de Brinta die ze in de ochtend voor je maken, de popcorn die ze met je bereiden in de keuken, een pan vol mais, suiker en olijfolie. Dat er geen diepte is, betekent dat ik ook niet kan vallen. Er is niets om over te struikelen. Er zijn geen eigenschappen van mijn vader of moeder waarin ik ook verstrikt kan raken, alsof er nog een glazen scherm tussen mij en hen in staat, een one-way mirror: zij zien dingen die ze mij nog niet tonen, die me nog niet opvallen.

*

Ik ga een weekend naar mijn moeder. Datzelfde weekend vertrekt mijn vader naar Spanje met zijn huidige vrouw.
‘Ik heb een mail naar jellinek gestuurd,’ zeg ik als ik bij mijn moeder op de bank zit. We drinken thee, eten pepernoten. Mijn moeder fronst haar wenkbrauwen, neemt een slok, slaat haar andere arm tussen haar knieën en wiebelt in de donkerrode fauteuil tegenover mij.
‘Je hebt niet zulk soort problemen.’
‘Het is een praatgroep voor kinderen van alcoholistische ouders.’
Ik zou dit aan mijn vader moeten vertellen, het gaat hem aan, maar die zit in een vliegtuig. En hoe verdeel je je zorgen over ouders die uit elkaar wonen?
‘Is dat nodig? Je hebt toch heel veel op orde? Je werkt, er komt een boekje uit, het gaat goed met je, je praat veel meer dan vroeger.’
Ik wil zeggen dat dat de buitenkant is, maar een buitenkant is ook maar een beeld en mijn moeder is meer van de praktische dingen.

*

‘[…] I thought about how for a long time scientists were puzzled by the fact that the sky is dark at night, even though there are billions of stars in the universe and there must be stars in every direction you look, so that the sky should be full of starlight because there is very little in the way to stop the light from reaching earth. Then they worked out that the universe was expanding, that the stars were all rushing away from one another after the Big Bang, and the further the stars were away from us the faster they were moving, some of them nearly as fast as the speed of light, which was why their light never reached us. I like this fact. It is something you can work out in your own mind just by looking at the sky above your head at night and thinking without having to ask anyone.’

Ik heb dit lange citaat nodig, omdat ik denk dat alles een herinnering van een herinnering is. Niets staat vast. We weten dat het heelal uitdijt en dat is dat. In het licht van nieuwe gebeurtenissen veranderen je herinneringen. Dat beangstigt me. Net zoals ik nooit af ben, zijn de verhaalfragmenten waaruit ik besta nooit af. ‘Herinneringen heb je eerder in versies dan in waarheidsgetrouwe verslagen,’ vertelt psycholoog Douwe Draaisma in september in het NRC. Ik ‘herwerk’ mijn verleden, ik verwerk het niet. Het ben de lezer die boven een harde schijf zweeft, ik draai op een processor die met andere dingen aan het licht andere bestanden toont of de bestanden herschikt.

*
Volgens de vader van Christopher is zijn moeder overleden aan een hartkwaal. Dit is niet waar. Christopher’s moeder verliet zijn vader voor een andere man. Maar hoe leg je dat uit aan een autistisch kind? Het brengt een mozaïek van problemen en een schakering van herinneringen met zich mee. Christopher ontdekt dat zijn moeder in Londen woont – met de buurman, van die dooie hond dus was. Hij zoekt haar op, zijn murder mystery novel moet koste wat kost worden afgemaakt. Zo wordt een oude werkelijkheid een nieuwe werkelijkheid. Het beeld van de herinnering verschuift en de referenties veranderen. Je bent een signifier die verwijst naar telkens veranderende signified‘s, verschillend per omstandigheid of nieuwe gebeurtenis, zo vat ik de gedachte van Douwe Draaisma ook maar losjes op.
‘Mother used to say that it meant Christopher was a nice name because it was a story about being kind and helpful, but I do not want my name to mean a story about being kind and helpful. I want my name to mean me.’
Wat eerst een one-way mirror is, wordt een ruit waar je doorheen kunt kijken. Soms trek je de spiegel aan jouw kant van het glas op. Ouders zijn geen superhelden. Ze vallen van hun voetstuk. Wij doen dat op onze beurt ook. Daarvoor moet je misschien soms in therapie.

lisa-weedaLisa Weeda (1989) schrijft, maakt literair programma bij Mooie Woorden in Utrecht, is co-host bij de literaire podcast Ondercast, geeft les en workshops. Haar werk verscheen onder meer in Das Magazin, De Titaan, op De Optimist en Hard//Hoofd. Lisa is onderdeel van het Slow Writing Lab, het talentenprogramma van het Nederlands Letterenfonds. In november verschijnt haar chapbook ‘De benen van Petrovski’ bij Literair Productiehuis De Wintertuin.

Foto: Masha Bakker

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *