VERKIJKER

In 1610 stuurde Galileo Galilei een brief naar Leonardo Donato, de doge van Venetië. Hij wilde hem vertellen over de vier ‘sterren’ die hij met zijn nieuwe kijkinstrument dicht bij Jupiter had ontdekt. Hij voegde schetsjes van zijn waarnemingen toe. Daar zien we ze dan voor het eerst in de geschiedenis verschijnen, op papier: een ontroerend tekeningetje van een wagenwieltje (dat is Jupiter) en daarnaast, in verschillende constellaties, vier kruisjes. Dat zijn de nieuwe ‘sterren’. Wij noemen ze nu manen.

Het is een belangrijk moment in de geschiedenis van de wetenschap, mogelijk gemaakt door deze belangrijke nieuwe uitvinding. Maar eerst begint Galileo Galilei over het allerbelangrijkste:

“Ik verzeker U dat deze nieuwe uitvinding een groot geheim zal blijven. Ik zal haar alleen aan Uwe Hoogheid tonen. De verkijker is gemaakt om uiterst nauwkeurig afstanden te bestuderen. Deze verkijker heeft het voordeel dat hij de schepen van de vijand kan ontdekken twee uur voordat zij met het blote oog kunnen worden gezien en zo al het aantal en de soort schepen kan onderscheiden en hun sterkte beoordelen en klaar zijn om ze te achtervolgen, tegen ze te vechten of ze te ontvluchten; of, in het open veld, alle kleinigheden te zien en elke beweging en voorbereiding al te onderscheiden.”

First things first. Dat van die sterren, of manen, die nog nooit iemand heeft gezien is mooi – maar nu eerst even over het praktisch nut: de nieuwe vinding is verdomd interessant met het oog op de oorlogsvoering. Als jij je vijand twee uur eerder kan zien dan hij jou, dan is de kans dat jij de slag gaat winnen veel groter. Gaan we daarna wel lekker achterover leunen – en ’s avonds een beetje naar de sterren en de planeten kijken door dat nieuwe kijkding.





Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *