‘Vertel! Verzin! Ik luister.’

‘Dit is ’t antwoordapparaat van schrijver, entrepreneur, cardiovasculair risicomanager en Circus Acrobatique Elastique Spastique-spreekstalmeester Martin Kool. Omdat ik godverdomme wel wat beters te doen heb dan jouw loze geouwehoer aan te horen, kun je een boodschap inspreken na de pieptoon. Behalve als je moeite hebt goed lopende zinnen te formuleren of langzaam praat, want gestuntel op mijn antwoordapparaat… dáár zit ik absoluut niet op te wachten. Heb je een lelijk accent of praat je met een quasi schattig slisje, dan kun je ook maar beter meteen oprotten. Weet je wat?… steek die boodschap helemaal maar in je reet. Als je wat te melden hebt, stuur je gewoon een beknopte mail en – ’

‘Tyn? Je bent ’r gewoon hè?’

‘Je gaat een antwoordapparaat toch geen vraag stellen? Waar slaat dat nou op?’

‘Ik bel voor je imaginaire dochter… Ik heb haar doodgeslagen.’

‘Wat?! Dat is niet zo fraai!’

‘Ik had ’t je twee weken geleden meteen al willen vertellen, maar blijkbaar is moed toch iets anders dan brutaliteit… Weet je nog dat ik die gigantische pepermolen kreeg toen ik had voorgelezen op de braderie van Stroe?’

‘Natuurlijk… een honkbalknuppel is er niks bij… Ik zei toen nog dat er steeds meer fallussymbolen voorkomen in je werk – kaarsen, knuppels, palen, komkommers, harkstelen, worsten – en dat ik hoopte dat die pepermolen je penisnijd een beetje zou temperen.’

‘Ik heb helemaal geen penisnijd!’

‘Wat is er gebeurd?’

‘Ik kwam de keuken uit, met die pepermolen in m’n hand… En je dochter zat zo lief en vrolijk televisie te kijken… er ging zoveel geluk en kwetsbaarheid en vertrouwen van haar uit dat ik alleen nog maar kon denken aan al ’t leed dat ze in haar leven nog te verduren zou krijgen en tegelijk was ik jaloers op haar gladde huid en dat ze weer naar Utrecht terug zou gaan, naar jou, en toen… nou ja, toen zag ik even een heel fel wit licht… en vervolgens stond ik met die pepermolen op je dochter in te slaan. Ze begon wel meteen hartstikke fel terug te vechten.’

‘Serieus? Dat heeft ze niet van mij hoor, dat pittige! Zo hebben we haar niet opgevoed!’

‘Ik denk, eerlijk gezegd, dat ze heel veel pijn heeft gehad… Nadat ik haar schedel kapot had geslagen bleef ze nog steeds tegenstribbelen… toen heb ik met mijn duimen eerst haar oogballen helemaal haar hoofd in geduwd – zij gillen! – en daarna heb ik haar op de grond gesmeten en net zo lang op haar strottenhoofd gestampt tot ze geen geluid meer maakte… Daarna heb ik denk ik nog wel iets van een kwartier met die pepermolen op haar romp in staan beuken. Op ’t laatst was ik helemaal kletsnat.’

‘Van ’t zweet? Of van ’t bloed?’

‘Nee, nat tussen m’n benen: van de opwinding. Ik vind ’t lekker om andere mensen pijn te doen, tenminste: zolang ’t niet wordt ontdekt natuurlijk!… Misschien moet ik m’n eigen kinderen ook af en toe een paar tikken verkopen… ’

‘Doe dat nou maar niet, dat lijkt me – ’

‘Grapje! Een dief gaat toch ook niet bij zichzelf inbreken? Sukkel.’

‘Maar als ik ’t goed begrijp heb jij eerst m’n dochter doodgeslagen en daarna heb je uitgebreid liggen masturberen met die enorme pepermolen?’

‘Dat gaat je niks aan! Heb je weleens van privacy gehoord?’

‘Sorry.’

‘Je gaat altijd nét te ver jij!’

Sunny, ik heb – ’

‘Vind je ’t erg dat je dochter dood is? Doet ’t pijn? Moet je nou huilen? Denk je dat je nu voor de rest van je leven getekend bent door verdriet? Ga je haar missen? Is je leven nu mislukt? Zullen we samen een nieuw kindje maken? Een echte?’

‘Nou, neem me niet kwalijk, maar dat doodslaan van mijn dochter is niet bepaald een advertisement for yourself, vind je wel? En nu ga ik ophangen, want ik moet een stukje tikken over Winter Sleep.’

‘Ik verveel me.’

‘Hier, een brainsnack: wat vind jij… hebben alle mannen straf verdiend omdat jouw vader ooit je moeder heeft bedrogen?’

 

Film: Winter Sleep.

Eindoordeel: regisseur/auteur Nuri Bilge Ceylan experimenteert met dialogen. Dat werkt niet zo goed. In de eerste helft van de film leiden traagheid en lengte niet tot verdieping, maar tot verveling, de tweede helft maakt dat goed. Ceylan is en blijft een echte, hij verdient je bezoek. Drie in de vallende sneeuw wegdravende witte, wilde paarden (3/5).

 

HenkVolgende week: ‘Je hebt geluk dat ik momenteel zo in beslag wordt genomen door al mijn cardiovasculaire activiteiten, vriend, anders zou ik die hele godverdomde, hypocriete, poeninge, corporale tyfus-hut van je naar de hel schrijven.’ – lofzang op Henk Pröpper. En meer.

Foto Henk P. (uitsnede): Twitter, Mariska Klein Hoonte, ‘aquirerend [of toch: acquirerend?] redacteur’ bij De Weekblad Pers Groep.

Kiekje Tom Claassen/Hangende mannen: MK.

 

Titel van deze blogpost: citaatje uit Milan Kundera’s Het feest der onbeduidendheid (vert. Martin de Haan, 2014; p.58). HFDO is een zeer comfortabel boek. Een pleidooi voor relativering. Ván de hogere middenklasse vóór de hogere middenklasse, zogezegd. Wat vraagt een mens – een man? – nou nog meer van ’t leven dan een glas armagnac, een cocktailparty en zo nu en dan een blik op het ‘prachtige achterwerk’ (p.71) van een vrouw? Als jij maar gelukkig bent, wat kan de rest van de wereld je dan verrotten? Er komt een handjevol gecanoniseerde filosofen voorbij in HFDO, maar een Filosofische Roman is het – ondanks Kundera’s preoccupatie met essenties – niet. HFDO geeft antwoorden. Een Filosofische Roman stelt vragen. Smaakoordeel: Kundera is een restaurateur, ik houd meer van brekers en bouwers. Het werk van Kundera verhoudt zich tot dat van Jeroen Mettes, DFW, Richard Powers als een behaaglijk, dood Weens museum tot het echte, levende, Utrechtse Lombok. Het werk van Kundera valt – dat is algemeen bekend – in de categorie porno van de allersoftste soort, maar het geheim van zijn succes is de vaderlijke, bijna autoritaire vertelstem in zijn romans. God is dood, maar Kundera weet de weg. Toegegeven: HFDO is een heerlijke tekst. Speels, beheerst, onthecht. Ik kan het boek iedereen/niemand aanbevelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *