Ballonkuiten

‘Ik zou wel een boek vol kunnen schrijven over alles wat ik op de weg heb meegemaakt,’ zei mijn rij-instructeur, ‘er gebeurt je elke dag wel iets geks.’

‘Zoek je nog een uitgever?’ vroeg ik, en vertelde in steekwoorden – diep geconcentreerd op het asfalt – dat ik bij een uitgeverij werk. Ja, boeken en zo.

‘Goh, dan lees je vast veel, of niet? Beter nog, dat ik het allemaal aan jou vertel, en dat jij er dan een boek van maakt. Wat je wel niet meemaakt allemaal, man! Ik had me laatst toch…’ En dan kwam er weer een prachtig verhaal. Ik gooide er af en toe eens een muntje in en dat wist ik dat ik door de rest van de rijles heen geklets werd. Op de achtergrond de radio: soul, r&b, latin. Zwijgend en al luisterend stuurde ik ‘mooi tussen de lijntjes’. Hoe vaak mijn instructeur al niet aan de dood was ontkomen door op het juiste moment een ruk aan het stuur te geven. Niet te tellen, dus ik hoopte maar steeds dat het toch vooral sterke verhalen waren.

‘Ik zag een vrachtwagencombinatie in de spiegel achter me, maar hier bij de afrit stond iedereen ineens stil. Wat een idioten, je gaat toch niet ineens stilstaan op de snelweg? Maar goed, dus als je remt heb je een vrachtwagen in je nek, nou, dat red je niet met die kreukelzone hoor. Blikschade oké, maar als de luchtzakken erbij komen kun je het wel vergeten. Ik heb ‘m maar op de vluchtstrook geparkeerd, ja wat moet je anders. En die vrachtwagen die kwam dus gewoon náást ons tot stilstand. Náást ons! Kijk, daar zie je het rubber nog zitten nog.’ En inderdaad, we passeerden een gitzwart spoor dat zomaar de vluchtstrook op zwenkt.

‘Weet je wat ik altijd zo mooi vind?’ – hij had het niet alleen maar over autorijden. ‘Vrouwen met van die ballonkuiten. Een kort rokje erboven en dan een stevig onderstel. In laarzen.’ Ik zei: ‘Weet je wat wat ik altijd zo erg vind? Dat je een knappe vrouw ziet, maar dat ze dan heel lelijk blijkt te praten. Bijvoorbeeld omdat ze een zwaar accent heeft, of ja, een sailor’s mouth.’ ‘Vuilbekkerij! Dat is iets voor mannen, als een vrouw dat doet is het net een afvalbak. Doe je ‘m open, komt er alleen maar vuilnis uit.’ We zaten instemmend te knikken.

‘Hé, voor je kijken!’ riep hij als ik weer eens totaal afgeleid raakte omdat er een knappe jongeman over een voetpad liep. Eén keer fronste hij er ook nog bij – en het zal hem toch wel gedaagd hebben – maar dan dacht ik alweer snel aan ballonkuiten. En als hij bij overstekend schoon zei ‘volgens mij wil ze je nummer’ dan stond ik op het punt het raampje open te doen. ‘Amsterdam is zo mooi,’ verzuchtte hij regelmatig, ‘kijk om je heen! Autorijden is genieten.’

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds drie jaar blogt hij bijna wekelijks voor tirade.nu.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.