Voorrang

De Westerstraat is een gedempte gracht met meerdere zijstraten, waarvan de Eerste Anjeliersdwarsstraat en de Tweede Tuindwarsstraat het meeste fietsverkeer leveren. Al minstens vijftien jaar is de voorrangssituatie rond de Westerstraat onduidelijk*, maar ongelukken zie je zelden omdat er – waarschijnlijk ook vanwege die onduidelijkheid – niet hard gereden wordt.

Voor Birre, die het niet heeft op grijze gebieden, was de twijfel bij het oversteken een terugkerend punt van ergernis; een van die dingen waaraan ze waarschijnlijk haar eerste Brief Aan De Gemeente zou hebben gewijd als er twee weken geleden niet opeens drie prachtig witte haaientanden waren verschenen aan het einde van de Tweede Tuindwars.

In het voorbijfietsen maakte ik er een foto van en appte die aan Birre met het onderschrift: Kijk nou es! 

Ik kreeg uitroeptekens en emoticons van confetti, een toeter en een stukje taart terug. Birres hekel aan emoticons is bekoeld sinds Nadim haar drie paddestoelen, een gepaneerde garnaal en een Japanse vlag appte toen ze met haar moeder en zus een weekend in Londen was.

Gisteren, kort nadat ze naar haar werk was vertrokken, stuurde ze me een foto van dezelfde plek, waar nu – de sporen waren duidelijk te zien – de haaientanden waren weggehaald. Ik krabde op mijn hoofd, duwde Otis de Hond zijn mand uit en nam hem mee de straat op terwijl ik nadacht over het verschil tussen niets en leegte, waarbij leegte suggereert dat er ooit iets was. Niets is koel, leegte is een verdrietig woord.

IMG_0859Terwijl ik op de hoek van de Westerstraat en de Tweede Boomdwars bukte om een hoop dampende kak in de krant van gisteren te vouwen, moest een man op een brommer uitwijken voor een zwarte Mercedes die van rechts kwam. De brommerrijder kneep zijn remmen vol in en kwam met piepende banden tot stilstand. Er was geen ongeluk gebeurd, maar in plaats van vreugde leek de brommerman vooral boosheid te voelen. Hij smeet zijn helm af (ik zag dat zijn kinbandje al los was en leidde daaruit af dat hij niet op een aanrijding had gerekend, wat betekende dat zijn dag in ieder geval op dit vlak al naar verwachting verliep) en begon te schelden tegen de bestuurder van de auto.

De  bestuurder – opvallend bij een zwarte Mercedes e-klasse – bleek geen taxichauffeur, maar besloot toch zijn raampje te laten zakken om het geraas van de brommerrijder aan te horen, die zich afvroeg of de automobilist uit zijn doppen kon kijken, en vrij zeker leek te weten dat die arme man ook nog kanker had. De automobilist hield lege handen op: het universele gebaar waarmee je een medemens om vergiffenis vraagt, en terwijl de brommerman kort inademde voor de rest van zijn betoog, hoorde ik hem nog snel ‘het spijt me’ zeggen voor hij zijn raampje weer omhoog liet glijden en – heel voorzichtig – verder reed.

De brommerman zette de achtervolging in en probeerde de Mercedes klem te rijden, wat niet lukte omdat hij er niet langskwam. Uiteindelijk gaf hij het op, maar niet voordat hij met zijn laars een flinke trap tegen de kofferbak gegeven had. Op vijftig meter afstand hoorde ik het blik deuken. Daarna keerde de rust terug op het kruisinkje, en terwijl ik Otis’ drol in een vuilnisbak liet vallen haalden de gasten van café Het Monumentje hun schouders alweer op. Business as usual. 

Pas toen ik aan het einde van mijn ommetje kwam, bedacht ik dat de brommerman voorrang had moeten verlenen aan de bestuurder van de Mercedes. Het werd hoog tijd dat Birre een brief aan de gemeente schreef.

 

* Want zo lang woon ik in de buurt.  

_______________________________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) is redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Van hem verschenen in 2011 de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en in 2013 de roman Het laatste kind. 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.