Vrienden maken

Ik was te vroeg voor onze afspraak en nam de kaart van Lalla Rookh door, terwijl die in jaren niet veranderd is. Ik bestelde een Parbo, dronk die half leeg en overwoog alvast een roti geit te bestellen toen Bas binnenkwam. Hij bracht kou mee, maar bood me een grote warme hand aan. Onze omhelzing was wat ongemakkelijk vanwege het tafeltje tussen ons in, en vanwege het feit dat dit onze eerste omhelzing was.

‘Eindelijk gelukt,’ zei ik toen we zaten.

‘Gezellig,’ zei Bas. Hij vertelde dat hij het niet laat kon maken en ik zei misschien te snel dat ik daar geen probleem mee had. Binnen een paar tellen werd ons gesprek heel persoonlijk. Ik leerde veel over Bas’ achtergrond en hij – denk ik – over de mijne.

Ik bestelde een roti geit, een roti doks en drie soorten groente voor ons*. We aten. Bas zei dat het lekker was.

Ik keek naar de stekeltjes op zijn sympathieke hoofd en naar de lichte wallen onder zijn ogen en luisterde met stijgende verbazing naar zijn openheid. Na een halfuurtje noteerde ik dat onze eerste afspraak heel erg goed verliep.

Bas ken ik al een jaar of vijftien. Hij is een van de eigenaars van het geweldige café Kingfisher in de Pijp. De laatste jaren zei ik steeds bij het betalen van mijn barrekening dat ik een keer wat met hem wilde drinken, en Bas antwoordde steevast dat we dat moesten doen. Na mijn boekpresentatie in zijn café werd het een afspraak, en nu zaten we tegenover elkaar zonder ooit meer dan een paar grappen gewisseld te hebben.

Van andere recente vaders begrijp ik dat ze alleen tijd hebben voor hun oude vrienden. Ik begrijp dat goed. Toch merk ik dat ik er behoefte aan blijf hebben nieuwe mensen te leren kennen, zelfs nu het daar te druk voor is. Ik kan me niet meer veroorloven het doordeweeks laat te maken, maar krijg er veel voor terug dat (met mate) te blijven doen.

Wie wel eens in de Kingfisher geweest is weet hoe goed er daar gewerkt wordt, met hoeveel vakmanschap en liefde men er achter de bar staat. Zoiets ontstaat niet vanzelf, dat bereik je door als eigenaar in je zaak aanwezig te zijn, door mee te werken. Door een voorbeeldfunctie te vervullen en je personeel tegelijkertijd het gevoel te geven dat je ze vertrouwt. Sommige barmannen werken er al sinds het begin in 1999. Als je nooit in de horeca gewerkt hebt begrijp je waarschijnlijk niet hoeveel opoffering er nodig is om zoiets voor elkaar te krijgen.

Na Lalla Rookh verhuisden we naar een café om de hoek, waar we whisky dronken tegen de kou en tegen Bas’ beginnende griep. We praatten over werk, over de liefde en onze kinderen. Ik besefte hoe weinig we nog van elkaar wisten: hoeveel er te vertellen was. Geen van ons leek haast te hebben.

Rond elven betaalden we de rekening om door ijzige straten richting huis te fietsen. Ter hoogte van de Nieuwmarkt namen we afscheid. De omhelzing was niet ongemakkelijk omdat er geen tafeltje tussen ons in stond en omdat het onze tweede was.

‘Dit was leuk,’ zei Bas.

‘Precies wat ik gehoopt had,’ zei ik, en keek hem na terwijl hij doorfietste naar de Gelderse Kade. Daarna reed ik glimlachend naar huis.

‘Was het fijn?’ vroeg B toen ik in bed stapte.

‘Heel erg,’ zei ik. ‘Ik heb een nieuwe vriend gemaakt.’

 

Lalla Rookh, mensen, op Wijttenbachstraat. Ga erheen. De beste (Hindoestaanse) Surinamer van Amsterdam.

__________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Op 23 oktober van dit jaar verscheen zijn nieuwe en sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.