Waar wij vandaan komen

Vannacht werd ik wakker met deze tekst:

Mijn Verlosser hangt aan ‘t kruis,
hangt ten spot van snode smaders.
Zoon des Vaders,
waar is toch uw almacht thans,
waar uw goddelijke glans?

Mijn Verlosser hangt aan ‘t kruis,
en Hij hangt er mijnentwegen,
mij ten zegen.
Van de vloek maakt Hij mij vrij,
en zijn sterven zaligt mij.

En niet alleen de tekst, de muziek galmde diep binnen in mij, een flink kerkorgel begeleidde me.  Ik staarde in het donker naar de door een zacht windje wapperende gordijnen voor de opengeslagen balkondeuren.  Voor mij geen verlossing.

Dat komt: ik ben  gereformeerd opgevoed en ging tot mijn 18e ter kerke en bad en dankte zesmaal daags, en wij lazen tweemaal daags de bijbel en dat ging van kaft tot kaft, dus ik heb het boek wel enige malen volledig tot mij genomen. Tot zover mijn verder onbelast verleden. Ik kan ermee wakker worden, en dat is niet met schrik, want de kerk en ik hebben elkaar altijd redelijk in elkanders waarde gelaten, ik bleek een andere weg te moeten gaan, en vind veel andere boeken nu minstens zo goed, veel andere muziek zeer veel beter.

Op tv zag ik echter een item over een in omvang toenemende groep Australische bejaarden die langzaamaan weer Nederlands begint te praten en dat dat een probleem vormt. Een oud vrouwtje in Melbourne dat in een verpleeghuis ’s nachts wakker schrikt met ‘Mijn verlosser hangt aan ‘t kruis!’, en dat luide begint te zingen wekt bevreemding bij het Australisch personeel. Er is kortom een gierende behoefte aan Nederlandstalige verzorging aldaar. In de eerste helft van de vorige eeuw zijn veel Nederlanders gemigreerd naar onder meer Australië, Canada, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika. In Nieuw-Zeeland heb ik verschillende winkels gezien waar je stroopwafels en pindakaas kon kopen, hagelslag en bitterballen.

Vorige maand las ik het boek  The Blood of the Lamb van de Amerikaanse schrijver Peter de Vries. Wat een naam voor een Amerikaanse schrijver! En inderdaad, het boek begint zo:

‘My father was not an immigrant in the usual sense of the term, not having emigrated from Holland, so to speak, on purpose. He sailed from Rotterdam intending merely to visit some Dutch relatives and friends who  had settled in America, but on the way over suffered such ghastly seasickness that a return voyage was unthinkable. He lay for a week in steerage while the worst storm in recent Atlantic memory flung him about his bed and even to the floor. Faces tumed green under scarlet sunburns were his sole unsympathetic company; Italians breathed garlic on him, Germans beer and wine. When at last they disembarked, he fell on his knees and kissed the American soil for no other reason than that it was not open water. To face that again was simply out of the question. He canceled his return paasage and sent to the Netherlands for his belongings. Thus was added Ben Wanderhope’s bit to that sturdy Old World stock from which this nation has sprung.’

Het boek is als roman een fascinerend geval, het begint als een verzameling anekdotes  van een immigrantenbestaan, de ouders die nog met het oude geloof leven, rare avonturen met een vuilniswagen, eerste liefdes,  de arme en de rijke ‘New York Dutch’ en het eindigt met een tenhemelschreiend droevige episode waarin de hoofdpersoon zijn dochtertje verliest aan leukemie. (eveneens biografisch voor De Vries) In die episode een van de aangrijpendste sterfscènes uit de wereldliteratuur. (Volgende week op deze plek: een ongelofelijk sterfscène  in een novelle van Pirandello).

In de licht dementerende hoofden van mogelijk duizenden emigranten leven op tienduizenden kilometers van hier stukjes 40-er en  50-er  jaren voort, gefossiliseerde tijd en taal.  Geïnteresseerd?  klik hier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.