Waarin de ‘spike’ in ere wordt hersteld

Naar aanleiding van My Paper Chase, de memoires van de legendarische hoofdredacteur van The Sunday Times (1967 tot 1981), herinnert Peter Stothard er in de Times Literary Supplement aan dat op de krantenredacties van Fleet Street altijd een spike stond. Een spike is een lange scherpe pin waarop men papieren en papiertjes kon prikken: bonnetjes die bewaard moesten worden, of kattebelletjes om iets niet te vergeten. In de tijd van Evans werden er stukken op geprikt die niet in de krant kwamen: niet goed genoeg of geen nieuws meer.

Tegenwoordig is de spike nergens te bekennen, want als een artikel niet in de krant komt, gaat het wel op de website van de krant. Er is tegenwoordig altijd plaats. Vandaar dat Harold Evans zich afvraagt of het niveau van de gedrukte journalistiek in zijn digitale vorm wel gehandhaafd blijft.

In ieder geval had het artikel van Waldemar Januszczak over de Engelse editie van Van Goghs Brieven in The Sunday Times van 20 september jl. op die spike geprikt moeten worden: te beroerd. Het is een in smeuïge populaire krachttermen geschreven stuk. De lezer moet denken dat die Januszczak echt kan schrijven. Het wemelt van de niet ter zake doende informatie: over het weer in Amsterdam, dat hij vroeger in het Vondelpark sliep, dat hij haring kreeg te eten en over de gezondheid van een van de redacteuren van de brieven. We worden ook vergast op Januszczaks parti pris: hij wil niet dat de zon schijnt, maar dat het regent in Amsterdam. Alsof hij dronken achter de computer zit roept hij uit: ‘Give me clouds and misery. Help me out here!’ Dit is het soort kreten waar online-geletterden patent op hebben.

Het Rietveld-gebouw van het Van Gogh Museum noemt Januszczak ‘strikingly concrete’ en een ‘bunker’. Van Gogh hoort niet in zo’n gebouw. Iemand met zijn explosieve natuur, zijn ‘instability of mind’, daar hoort een maf (potty) gebouw bij dat moet wankelen (tottering), en geen gebouw waarin hij de Belastingdienst verwacht.

Januszczak heeft het voortdurend over de ‘Van Gogh mythe’ die gekoesterd zou worden door een ‘Van Gogh industry’ die vanuit dat gebouw ‘gerund’ zou worden. Maar zelf lepelt hij alleen maar de platste cliché’s over Van Gogh op. Hij is louter op zoek naar pikanterieën, hongerig naar ‘juicy new bits’ in de noten van de brieven, en naar ‘psychosexual scandal’. Maar helaas, er zijn veel noten, maar ‘not a single shock’. Het is een geluk dat Van Gogh nog omgang heeft gehad met een prostituee. Dat kan hij als een juicy bit nog vermelden.

Gelukkig, gelukkig, heeft Januszczak een brief van Van Gogh aan Emile Bernard gevonden waar wel drie keer het woord neuken in voorkomt, zodat hij die uitvoerig kan citeren. Maar wat nu? Slaat daar de spreekwoordelijke Engelse hypocrisie toe in The Sunday Times? Steeds waar in het Engels het woord fuck staat heeft de Januszczak sterretjes gezet: f*** staat er nu, want het complete woord mag in Engeland niet openlijk geschreven worden.

En dan die brieven, die moeten zo nodig integraal in zes delen worden uitgegeven, alsof we niet genoeg hebben aan Van Goghs meesterwerken, schrijft Januszczak. Na zo’n opmerking verwacht je dat hij Van Gogh als briefschrijver niet hoog heeft zitten, maar nee, met die 900 brieven kan hij toch wel een leuke alinea maken. Volgt weer zo’n overbodige exclamatie uit de wereld van de online-geletterden: ‘Let me take a deep breath’.

Kern van de zaak is dat Januszczak de redactie van de brieven (Leo Jansen. Hans Luijten en Nienke Bakker) verwijt dat ze met de Van Gogh-mythe willen breken: ze zouden hem niet als het grillige genie presenteren, niet als een halve wilde, maar als een gedisciplineerde, hardwerkende, systematisch te werk gaande kunstenaar. Iedereen die meer in de brieven gelezen heeft dan Januszczak ontdekt geleidelijk aan hoe Van Gogh (ondanks al zijn mentale problemen) gedisciplineerd en vastberaden werkt. Ook al heeft hij er eerder voor de bühne schamper over gedaan: Januszczak wil alleen de mythe, de ruwe bolster Van Gogh, ‘the turbulent Van Gogh’.

En al dat werk van de redactie, al die verklarende noten, daar doe je Van Gogh geen plezier mee. Geef Januszczak maar een goede bloemlezing van de brieven, waarin flink gesnoeid en samengevat is. Deze integrale uitgave van de brieven maakt zelfs ‘een slechtere schrijver’ van Van Gogh.

spikeEén ding is zeker: Harold Evans had dit artikel van Januszczak resoluut op zijn spike geprikt.

Carel Peeters  
 



 
 
 
 
 
 
 
 
 


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *