Waarin de winnaar van de Nobelprijs voor literatuur vertelt over haar avonturen

NobellprijsEen van de aardigheden van de Nobelprijs voor literatuur is dat er een naam bekend gemaakt kan worden die je nog nooit hebt gehoord. Het komt zelden voor, maar in 1996 was er opeens zo’n naam, Wislawa Szymborska. Daar moest eerst goed op geoefend worden voor je hem uit durfde te spreken. Zij was ook een verrassing, dat bleek de volgende ochtend toen in de Volkskrant een gedicht van haar stond, gelicht uit een bundeltje dat ooit bij een kleine uitgeverij was verschenen. En in 2000 kreeg de onbekende Chinees Gao Xingjian de Nobelprijs – ook niet eerder van gehoord.

Een onbekende naam, dat is in ‘de media’ een grote zeldzaamheid: dat er over iemand die niet bekend is ineens zoveel drukte wordt gemaakt. Waar eerst niets was, ontstaat binnen enkele uren een heel schrijverschap, een oeuvre, compleet met vertalingen in verschillende landen. Het bekend worden van de voorheen onbekende naam veroorzaakt bij velen een licht schuldgevoel: weer niet goed opgelet, alweer heeft mijn neus me niet de goede kant op gewezen. Er duiken binnen enkele uren ook grote kenners van de schrijver of schrijfster op. Die pakken meteen uit. Zij wel. Zij kennen niet alleen de titels van de boeken, maar weten alle in en outs.

Van de Roemeens-Duitse schrijfster Herta Müller had ik wél gehoord, ook wel eens iets van gelezen, geen roman, maar artikelen in Duitse kranten. Herta Müller was geen onbekende schrijfster, maar nu blijken er lezers te bestaan die haar al jaren intensief volgen en precies weten wat haar werk zo bijzonder maakt. Haar Roemeense collega Mircea Cartarescu sprong een gat in de lucht toen hij van het Nobel-nieuws hoorde: met Herta Müller had hij wel eens samen voor een foto geposeerd, schrijft hij in de Frankfurter Allgemeine, met haar had hij wel eens in een forum gezeten, met haar had hij wel eens iets gedronken na een voorleessessie. Hij giet zijn herinneringen aan haar in de vorm van een ode. Daaraan is te zien (www.signandsight.com/features/1946.html) hoe zijn borst in enkele uren is opgezwollen van trots.Herta Müller

Een van haar recente artikelen uit Die Zeit was vanwege de Nobelprijs al in het Engels te lezen in The Guardian van 10 oktober. Diezelfde Cartarescu schrijft in zijn ode over Müllers poëtische, surrealistische stijl. Haar stijl in dit stuk is allesbehalve poëtisch of surrealistisch, maar wat ze schrijft is surrealistisch. Het gaat over haar confrontatie met haar dossier dat ze eindelijk mag inzien bij de Roemeens geheime dienst. Het bestaat uit drie delen, bij elkaar 914 pagina’s, en begint in 1983 met een verwijzing naar haar boek Nadirs, waarin ze de werkelijkheid ‘tendentieus’ zou hebben weergegeven. Ze behoort ook tot een groep schrijvers die veel Duits spreken en bekend zijn ‘vanwege hun vijandelijke werk.’ Müller is de muis waarmee de Securitate als kat speelt. Er worden feiten verzonnen om haar in diskrediet te brengen. Wanneer ze al niet meer in Roemenië woont, maar in Duitsland, blijkt dat de Securitate in 1989 twee personen van haar heeft gemaakt: de een (‘Christina’) is een vijand van de staat, de ander is een ‘dummy’ die Christina in diskrediet moet brengen. De dummy is een trouw partijlid en een agent zonder scrupules. Er wordt gedaan alsof Müller een dubbel leven leidt, tot op de huidige dag, ook al is de dictatuur in Roemenië al twintig jaar voorbij. De titels van Müllers romans beginnen mij te intrigeren: Hartedier en De vos was de jager.

Carel Peeters

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *