We should all be feminists (/female sexists)

Gisteravond bezocht ik de eerste editie van Weijers & Van Saarloos: de nieuwe seksistische talk-show, een reeks interviews in Spui 25 met enkel vrouwelijke gasten. In de hoogmoed van een glas teveel wijn achter de kiezen beloofde ik mede-Tirade redacteur Simone vervolgens achteraf dat ik hier vandaag een kort verslagje zou schrijven – wat op zich heel slim van mij was, want ik had nog helemaal geen idee voor mijn vrijdagstukje, maar ook een beetje dom, want belofte maakt schuld:

In de zaal zat een stuk of 150 bloedmooie intelligente vrouwen (is dit seksistisch van mij? nou ja), afgewisseld door een enkele man. Niña Weijers en Simone van Saarloos beklommen het podium alsof ze nooit anders gedaan hebben (dit is mogelijk waar) en verwelkomden de eerste gast, Eva Rovers, die sprak over de biografieën van Helene Krüller-Möller en Boudwijn Büch die zij schreef/waaraan zij schrijvende is. Het leverde een interessant gesprek op, waarin aan de hand van een brief van Ted Hughes over het werk van zijn dan al overleden echtgenote Sylvia Plath duidelijk werd hoe iemands overlijden een schaduw over iemands werk kan werpen (zouden we net zoveel tekenen van onheil in de poëzie van Plath lezen als zij als 88-jarige vrolijke demente vrouw gestikt was in haar bejaardenhuishavermout? Waarschijnlijk niet.) Uiteindelijk vond Rovers het toch fijner om een biografie te schrijven over iemand die al overleden is, want in dat geval kun je een leven als geheel beschrijven en heb je al wat meer inzicht in wat dit leven als geheel betekend heeft.

De avond werd vervolgd door Hanna Bervoets, die een mooie en verontrustend herkenbare column voorlas die een brug naar het tweede deel van de avond vormde, en waaruit al bleek dat het niet zozeer onze chaotische levens zijn die ons ongelukkig maken, maar onze hysterische orde-in-chaos-scheppende neigingen. In die zin ontstaat er misschien wel helemaal nooit chaos, alles onder controle hoor, maar wel een hoop frustratie en stress doordat we de chaos die zich keer op keer aan probeert te dienen onderdrukken. (We ruimen alle rotzooi al op nog voordat we hem maken, maar ergens is er een vuilniszak vreselijk aan het lekken – zo’n soort beeld kreeg ik er bij).

Dit was ook min of meer wat de tweede geïnterviewde van de avond, de Amerikaanse schrijfster Katie Roiphe, beargumenteerde. Haar boek, in vertaling ‘Lof van het rommelige leven’ is, zoals zij het zelf omschreef, een pleidooi voor ‘leven alsof er over vijf minuten een piano op je kop klettert.’ Carpe Diem dus. Zo’n soort leven is helemaal niet voor mij weggelegd en bij de woorden ‘Carpe Diem’ denk ik altijd alleen maar aan de gelijknamige camping in Zwitserland waar mijn ouders en ik in 1997 drie weken lang gigantische modderstromen uit de tent probeerden te weren, dus ik was hier normaal gesproken uit principe afgehaakt, ware het niet dat Roiphe een goede en grappige spreekster is, die eveneens een pleidooi hield voor het omarmen van de ‘rommelige familie’, waarin alles misschien niet picture perfect is – maar waarin dat ook helemaal niet hoeft. Dat vond ik een mooie gedachte. Ze illustreerde dit aan de hand van voorbeelden uit haar eigen familie (zelf is ze een alleenstaande moeder van twee) en liet en passant een paar interessante feiten vallen. Voorbeeld: vandaag de dag leeft in Amerika 53% van de kinderen van moeders onder de 30 in een gezin met een ‘single mom’.

Dit gegeven vond ik opvallend, want eerder deze week las ik in het essay Gender Inequality and Cultural Differences van Susan Moller Okin dat in de jaren ’80 nog ‘slechts’ om en nabij de 25% van de kinderen opgroeide in een ‘single-female household’. Dit zou op zich een positieve ontwikkeling kunnen zijn: misschien vinden vrouwen tegenwoordig sneller een weg uit een ongelukkig huwelijk, maar het is wel verontrustend dat gescheiden vrouwen er na hun scheiding financieel nog altijd op achteruit gaan, terwijl mannen juist meer gaan verdienen. In hetzelfde essay ageert Moller Okin tegen het feit dat veel vrouwen in het postmodernistische tijdperk zich niet meer tot het feminisme willen rekenen omdat feminisme een vorm van essentialisme is: het gaat er vanuit dat er een essentie is aan ‘vrouw-zijn’ en, dientengevolge, dat vrouwen op de hele wereld kampen met dezelfde soort problematiek. Termen als ‘gender’ en ‘vrouw’ zouden net zo verwerpelijk zijn als iedere ander vorm van generalisatie.

Tot op zekere hoogte, zegt Moller Okin, is dit misschien terecht. Een vrouw in Afrika die wordt onderdrukt, heeft immers niet alleen te maken met seksisme, maar hoogstwaarschijnlijk ook met racisme. Toch gaat zij in tegen dit anti-essentialistische standpunt en beargumenteert dat de problematiek van westerse en niet-westerse vrouwen wel degelijk aan elkaar verwant is: seksisme zorgt er in Amerika bijvoorbeeld ook vaak voor dat vrouwen tot een lagere klasse gaan horen omdat hun vrouw-zijn hen financieel benadeelt (zie hierboven). Hiermee probeert ze aan te tonen dat discriminatie op basis van gender, ras en klasse vaak door elkaar heenlopen. Uiteindelijk concludeert ze dat de problematiek van vrouwen uit niet-westerse landen ‘similar but more so’ is: ze verschilt op z’n hoogst van onze problemen doordat ze prangender is; ze gaat vaker gepaard met andere vormen van onderdrukking en is daardoor ook nog eens moeilijker te bestrijden. En daarom is het wel degelijk zinvol en ook nodig om een globaal feminisme na te streven.

Tot slot, een boek dat de combinatie van gender- en rassenproblematiek op mooie en indrukwekkende wijze aan het licht brengt is de roman Americanah, van de Nigeriaans-Amerikaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie (die trouwens ook ooit Spui25 aandeed, zie hier). Ik besprak het afgelopen weekend met mijn feministische leesclubje (ha ja, het is een lifestyle, hoor) en we waren allemaal van mening dat het ons op een hele nieuwe wijze (en misschien zelfs wel voor het eerst) met de problemen van Afrikaanse mannen en vrouwen in een moderne samenleving in aanraking bracht. Mocht je nog geen standpunt ingenomen hebben in dat godvergeten zwarte pieten debat, lees dan dit boek en je zult je afvragen waarom dat nou zo moeilijk was, de enige logische mening vormen. En mocht je zin hebben om ergens in de loop van de dag je rommelige leven waarin chaos en frustratie altijd op de loer liggen even een halfuurtje stil te zetten, dan raad ik je aan om Adichie’s TEDxtalk te bekijken. De titel: We should all be feminists. 

http://www.youtube.com/watch?v=hg3umXU_qWc

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *