Zelfmoord

Een jonge vrouw in een saaie bloemetjesjurk voor een oven, een dame met een steen in een rivier, een vrouw neergesmakt op de tegels van een binnenplaats. Het zijn niet de eerste beelden die in je opkomen als je denkt aan modefotografie. Toch durfde het rellerige Amerikaanse hipstertijdschrift Vice het aan om een fotoreeks te publiceren die gebaseerd is op de zelfmoorden van enkele bekende schrijfsters. Afgebeeld zijn onder anderen Sylvia Plath, Virginia Woolf en Elise Cowen, en zoals dat gaat bij modefoto’s is in de bijschriften precies aangegeven wat de modellen dragen en wie dat ontworpen heeft. Over de schrijfsters zelf geen woord – op de jaartallen na.

Er is via de social media en websites (uitzinnig) kritisch gereageerd op deze creatieve weergave van de zelfgekozen dood. De titel van de reportage, ‘Last Words’, zou geen recht doen aan het onderliggende probleem, het is ‘sick, sick stuff’ die niets met kunst te maken heeft, schandelijk, zielig, zelfmoordverheerlijking, wanhopige aandachttrekkerij met commercieel oogmerk etc. etc. De foto’s worden internationaal collectief weggezet als onsmakelijk en beledigend. Het bevestigt dat er een taboe rust op het onderwerp zelfmoord; we dienen het zo snel mogelijke te scharen onder de hersenspinselen van zieke geesten.

Natuurlijk, de mens leeft op gespannen voet met het concept ‘dood-zijn’ daar we er alleen over kunnen nadenken zolang er leven is. Over de dood gaat niemand ons ooit een ooggetuigenverslag brengen, want om met Epicurus te spreken: ‘Zolang wij er zijn is de dood er niet en wanneer de dood er is zijn wij er niet.’ Denken over de dood is dus al complex genoeg, laat staan denken over zelfmoord – dat is voor menigeen compleet onbegrijpelijk. Zelfmoord is tegeninstinctief en stuit ons daarom tegen de borst; we willen het niet zien. De verbeelding van zelfmoorden in Vice is dus volgens de criticasters een klap in het gezicht van het publiek.

Die spastische houding rondom zelfmoord is volgens mij een belediging op zichzelf, niet het afbeelden ervan. Roepen dat er op deze manier geen aandacht geschonken mag worden aan de zelfmoord van een aantal schrijfsters marginaliseert niet alleen hun dood maar ook henzelf. De allerlaatste daad die zij hebben gesteld behoort namelijk niet weggemoffeld onder het tapijt van hun dood-zijn, het is juist hun laatste levenshandeling. Ik ga ervan uit dat de zelfmoordenaar een deel van zijn of haar leven bezig is met de dood, zowel in algemene zin als in relatie tot zichzelf en het voorbereiden van de zelfmoord.  Zoals de dood bij het leven hoort, hoort ook zelfmoord bij het leven. Bovendien krijgt, buiten de persoon in kwestie, iedereen er op een gegeven moment direct of indirect mee te maken.

Daarbij komt dat wie in het leven niet sterk genoeg is geweest dat ook in de dood niet zal zijn, met andere woorden: zelfmoord vereist uitzonderlijke kracht en de capaciteit om psychische en fysieke pijnen te doorstaan. Kijk naar Adriaan Venema, de schrijver die zijn levenlang misstanden rond de Tweede Wereldoorlog aankaartte en daarvoor meermaals diep door het stof moest, maar ondanks dat zijn strijd lang niet heeft willen staken. Na zijn zelfmoord bleek dat hij enkele dagen eerder had gezegd, zowel tegen Theo van Gogh als Ischa Meijer in twee afzonderlijke interviews, dat hij er een eind aan zou maken. (Die vraaggesprekken zijn later respectievelijk uitgezonden en gepubliceerd.) Hij kon het, vertellen dat hij de beslissing had genomen zichzelf zelfmoord aan te doen.

Een ander voorbeeld is de zelfmoord van de Japanse schrijver Yukio Mishima, die in 1970 seppuku pleegde na een mislukte staatsgreep. Seppuku is een bloederig en zeer pijnlijk zelfmoordritueel dat zich laat omschrijven als ‘eervolle harakiri’. Het behelst meer dan eigenhandig een mes in de onderbuik steken: ook het schrijven van een gedicht over de eigen dood hoort erbij, plus onthoofding door een helper. Deze manier was Mishima op het lijf geschreven aangezien hij probeerde de normen en waarden van de samoerai, de uitvinders van seppuku, in ere te herstellen – in het vrije Japan van Haruki Murakami kon hij niet leven. Het kan niet anders of hij heeft de tijd genomen om zijn zelfmoord voor te bereiden, want hoe plotseling die ook mocht lijken, het ritueel vergt nogal wat organisatie.

Het verbeelden van de zelfmoord van de schrijfsters in Vice is een manier om de kracht van die vrouwen te benadrukken. Zij waren sterk genoeg voor het maken van voor sommigen onverteerbaar ambigue beslissing, namelijk het kiezen voor de dood als ultieme vorm van zelfbeschikking en tegelijkertijd de keuze om finaal onvrij te zijn, een keuze waarvan ze van tevoren niet wisten of het een oplossing zou zijn. De foto’s in Vice vieren de onherroepelijke moed van de schrijfsters, hun worsteling met het leven, de dood als last resort en het egoïsme in zijn sterkste vorm.

Zelfmoord is nu eenmaal een uiterst egoïstische daad, dus laten we dat dan ook waarderen voor wat het is. Net zoals dat in de rest van de modefotografie het geval is, draaien de foto’s in Vice om egoïsme. De manier waarop dat is verbeeld mag de lezer weliswaar rauw op het dak vallen, het zijn foto’s die onmiddellijk intrigeren. Afstotelijk zijn ze niet, daarvoor is de setting te geënsceneerd en is de mode-invloed te zichtbaar aanwezig. De afbeeldingen alleen doen het werk; meer informatie in de bijschriften is niet nodig.

Ik vind het zonde dat Vice zo snel met verontschuldigingen is gekomen en het item van de website heeft verwijderd. Er rust ontegenzeggelijk een taboe op zelfmoord, terwijl kiezen voor dood-zijn voor sommigen juist een reële optie is. Het idee dat iedereen het recht heeft om dood te gaan, is in de wereld nauwelijks geaccepteerd en ik vraag me ook ten zeerste of we in Nederland voor die gedachte openstaan – of we überhaupt ontvankelijk zijn voor een open gesprek over zelfmoord. Het is betreurenswaardig dat het breekijzer in dezen, ‘Last Words’, geen lang leven beschoren was.  

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.