Zwemles

c424ddb1-0e0c-4163-8428-adb99618c5bdNadim deed erg lang over badje drie. Twee jaar bracht ik door aan de warme kant van het Marnixbad – met afstand de meest Surinaamse plek van Amsterdam – en ik kan elke tegel dromen.

Zijn probleem was onder meer dat hij vals speelde, steeds de bodem van het bad gebruikte om zich af te zetten en zo zijn baantje vol te kunnen maken. Vorige week kreeg hij te horen dat hij naar het grotemensenbad mocht.

‘Ik heb nog nooit ergens zó hard voor gewerkt,’ zei hij op weg naar huis, de koude wind in zijn zwembadhaartjes. We vierden het met snoep, een nieuw boek en een Legosetje.

Gisteren was de eerste les in het diepe, met kleren aan. Toen het tijd werd om te gaan en ik zijn spulletjes inpakte zag ik hem steeds bleker worden.

‘Misschien is vandaag niet zo’n goede dag om te gaan zwemmen,’ zei hij.

Ik zette hem op de stang van mijn fiets en reed aan, een muisstil mannetje tussen mijn armen.

Bij de afspoeldouches liep hij door, zei dat hij geen nat T-shirt wilde. De nieuwe zwemjuf bleek een zwemmeester.

Een voor een gingen de kindjes het water in. Mijn jongen zwom op zijn hondjes, de slag waar hij op terugpakt als het spannend wordt, en ik dacht aan mijn vriend Gijs die in de gracht verdronken is.

Na elf minuten heb ik Nadim weer uit het bad gevist. Hij rilde, zijn ogen groot en zacht.

‘Ik voel me niet zo lekker,’ zei hij. ‘Daarom ging het niet.’

Terwijl ik achter zijn oren droogde vroeg ik wat er dan aan scheelde. Of het misschien ook best wel spannend was geweest.

‘Volgende week gaat het beter,’ klappertandde hij. ‘Als ik niet meer me niet lekker voel.’

Ik hurkte zodat ik hem aan kon kijken. ‘Naadje, luister eens.’

‘Uh-huh?’

Het was eruit voor ik er iets aan kon proberen te doen. ‘Wat je hier leert gaat je leven redden. Je weet toch dat ome Gijs verdronken is? Je moet kunnen zwemmen, man. Als je nu van de brug af valt dan haal je de kant niet eens.’

Hij knikte en liet zich in zijn onderbroek hijsen terwijl ik bedacht op hoeveel manieren dit slecht ouderschap was. Mijn boosheid had me ertoe aangezet over Gijs te beginnen, niet een overweging over hoe ik mijn jongen het best bereiken kon.

En boos was ik omdat hij het opgegeven had. Hij had het water laten winnen, zoals Gijs uiteindelijk ook moet hebben gedaan.

Liefste Nadim, het spijt me.

Ik heb je nooit willen belasten met mijn eigen bagage. Blijf bang zo lang het nodig is, zoek houvast bij alle badranden die zich aandienen en leer op jouw manier. Ik zal het niet meer doen.

_____________________________________________________________

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en recensent. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in diverse bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind en Het jasje van Luis Martín.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.