[p. 347]
Daar ligt hij op een keukenstoel,
niet eens speciaal scheef,
klaar voor akkoord of foedraal
of om herkend te worden.
En merk met hoe weinig
een toeschouwer toe kan:
wat lengte van zijn snaren,
beetje boog van zijn kast,
hoek van zijn kam, twee, drie knoppen,
vier letters van de naam van zijn maker.
Van een andere kant moet ik hem
ook wel eens gezien hebben,
rustig alleen in een etalage of op
een podium toen er iemand bij zat:
vandaar dat ik van zijn vorm
in die keuken voldoende bij
kan passen – genoeg fragmenten
voor de hele gitaar.
Kijken is optellen in goed vertrouwen:
dit is de voorkant van een lepeltje,
dan zal de achterkant er ook wel zijn,
onder dat tafelblad
zitten de poten,
een deur en niet eens de gedachte,
dat iemand in de gang
hem open zal doen.
[p. 348]
Een blauwe fles is in zijn
tijdrovende aanwezigheid,
mits zorgvuldig bewaard
in een kast op of een plank,
een herhaling van vorm, van kleur,
een naadloze running gag,
ook een roos in de hals
en water op de bodem
vermelden alleen zijn positie,
zijn gaafheid, zijn capaciteiten:
een object in tautologie.
[p. 349]
Als het ongelijksoortige niet stoorde,
waren twee kussens, een krant en
een divan ook in taal een verzameling.
Toch stoort het niet als twee kussens,
een krant en een divan bij elkaar zijn:
we zien het.
Maar de taal moet zich op zo’n moment
koel en ascetisch
afzijdig houden.
De taal moet stil zijn.
[p. 350]
Een verzameling paraplu’s:
dat is wel wat.
Een verzameling kopjes
op een tafel in een foyer:
dat wordt al minder.
Een verzameling huizen,
hoofdhaar, zandkorrels,
boombladeren, waterdruppels:
dat is niets.
Wel denken aan het décor.
In een parapluwinkel denk je
bij een verzameling paraplu’s
niet meer: ‘Kijk daar eens’.
En zandkorrels en boombladeren
worden weer wat
op een geboende vloer
of – helemaal – op een radio.
Een kopje dat alleen staat
in een boekenkast of
op de punt van een tafeltje,
zie je eerder dan
veel kopjes bij elkaar.
Zo’n isolement verdragen
we meestal niet lang:
het wordt bij de andere gezet.
[p. 351]
Maar verzamelingen
beheersen ons niet.
We kunnen doorgaans
wel toe met series
van één exemplaar.
[p. 352]
Voegwoorden en lidwoorden zullen ondanks
het wijd en zijd gebruik in teksten
van diverse stijlen en pluimage
waarschijnlijk nooit meer
als cliché’s verworpen
of gebruikt worden.
[p. 353]
Het huis van een kennis,
die met vakantie is,
leeg halen.
De schilderijen, meubels,
tapijten, kachels, het servies,
grammofoonplaten, kleding, spiegels
en ander huisgerei
fotograferen en op
ware grootte afdrukken.
De gefotografeerde dingen
eventueel met een
standaard in de rug
– denk aan de meubels –
weer op hun oude
plaats terug zetten.
Messen en vorken hebben
geen standaard nodig,
komen gewoon in de
gefotografeerde bak
(het zoutvaatje een
kleine standaard).
Bij zijn thuiskomst
zit wat de bewoner
in het buitenland
de laatste weken zag,
ontwikkeld door een
plaatselijke fotograaf,
plat in een reistas.
[p. 354]
Na een komma, een punt. Of een puntkomma;
wellicht een dubbele punt: een vraagteken?
Zo nodig een uitroepteken! ‘Laten we het
anders tussen aanhalingstekens zetten’
– of koppeltekens –
(misschien tussen haakjes)
of juist met dít of dàt accent
/nee tussen schuine streepjes/
wacht onderstrepen kan ook
__________________________
en zelfs een extra spatie
[p. 355]
Elk veld van
een schaakbord
een woord geven.
Zorgvuldig bedrukt
transparant papier
van sublieme kwaliteit
wordt op het bord
vastgeprikt en voorziet
de 64 velden
van taal.
Mogelijkheden tot
taalvorming.
Zwart en wit spelen
een partij en
twee teksten.
Dat verzwaart de keuze:
is de beste zet
voor winst
ook de beste zet
voor een aantrekkelijk
taalspel?
Men kan heel
tactisch op winst
spelen en aan het
eind toch met
een zwak verhaal
zitten.
[p. 356]
En van een partij die
geen punt oplevert
kan de bijbehorende
verloren tekst
toch interessant
zijn.
Zo kunnen blunders
tot ideeën leiden.
De tekst op dat
transparant papier
misschien juist
– indien mogelijk –
zo componeren dat
een goede partij-zet
lang niet altijd met
een goede taal-zet
samenvalt.
Nieuwe schaakboeken.
Computers, research,
teams voor het
samenstellen van
de verschillende
schaak-taal-vellen.
[p. 357]
de de de de de de de de
de de de de de de de de
de de de de de de de de
de de de de de de de de
de de de de de de de de
de de de de de de de de
de de de de de de de de
de de de de de de de de
Lees de Tirade Blog
Een vreemdeling op bezoek
Amsterdam, 5 december 2024 Lieve Izaak, ‘U hebt gezien dat het niet gemakkelijk is de tekst met de ogen te ontcijferen; onze man ontcijfert hem dan ook met zijn wonden.’ – Kafka Rond deze tijd van het jaar wordt het Vondelpark voornamelijk nog enkel als doorgang gebruikt. Op de in mutsen en wanten gestoken toeristengroepen...
Lees verderDe olie en het woord
‘Met als uitzondering de Koran, zag ik nergens woorden op papier.’ Heeft een toerist recht van spreken? Mag hij oordelen? Wij maakten een korte reis door een ver, vreemd land. We wisten er al het een en ander van: veel olie onder het zand, vrouwen als tweederangs burgers, het staatshoofd laat een onwillige journalist in...
Lees verderLaten we onszelf opnieuw rechtvaardigen
Sommigen noemden haar mevrouw Helskamp. De struise lerares Nederlands met geëtste rimpels, een onveranderlijke paardenstaart en geurige wollen vesten, die ons soms iets te vaderlijk onze moedertaal wilde leren. Ik probeerde op mijn beurt het een en ander te repareren door mevrouw Heilskamp, maar werd terstond teruggepakt met mevrouw Huilskamp. Of ze het ons euvel...
Lees verder
Blog archief