1.
Zie Tirade nr. 174, blz. 90-116, nr. 176, blz. 242-252.
2.
Dagboek VI, 18. De ongedateerde notitie staat pal voor de datum 20 december 1943. De laatstgenoemde datum erv??r is 30 september 1943. Alle hier gebruikte citaten uit het dagboek staan in dit zesde dagboekcahier (Van Oudshoorn Archief, per 1 juli ’72 in Nijmegen).
3.
Blijkens fotomateriaal in het VOA was dit in de zomer van 1926.
4.
Niet onmogelijk dat men hier in het handschrift feitloos i.p.v. futloos moet lezen.
5.
Blijkbaar had Feijlbrief niet vreemd staan te kijken van het impressum dat in de laatste jaren van de oorlog voor alle kranten verplicht gesteld was om censuur en ingrijpen te vergemakkelijken.
6.
Over R.J. Goddard schreef de boekverkoper M.J. Visser mij in augustus 1966 een (niet precies) gedateerde brief: ?In 1941 werd opgericht N.V. Uitg. Mij ?Oceanus?, aan het Buitenhof 45, waarvan R.J. Goddard directeur was. Deze bezat v??r de oorlog een uitgeverij onder de naam ?Boek en Periodiek?, doch het fonds dat te Middelburg werd gedrukt en daar ook opgeslagen lag, ging bij het bombardement van die stad verloren. Reeds voor 5 mei ’40 was Goddard ?deutsch-freundlich? ingesteld en hij vond verwante zielen, die hem bij de oprichting van de nieuwe uitgeverij financi?le hulp verleenden. In 1942 werd het geplaatste maatschappelijk kapitaal belangrijk verhoogd! De gestes van deze uitgeverij waren aanleiding dat het Militair Gezag na de bevrijding een ?bestuurder? aanstelde, die per 1 mei 1946 het bedrijf overdroeg aan de ?N.V. Boek en Periodiek in oprichting?, wat dus een herleving van de vorige uitgeverij zou worden. Dit schijnt niet te zijn gebeurd.?
In de laatste mededeling vergist Visser zich. Boek en Periodiek is wel degelijk herleefd en heeft in 1948 o.m. Van Oudshoorns novelle De Fantast uitgegeven.
7.
Brief uit het archief van Sjoerd Leiker, die vanaf november ’46 secretaris van de ereraad voor letterkunde is geweest als opvolger van Tergast.
8.
?Tegenover boeken als die van van Oudshoorn, komen mijn burgerlijk standpunt en mijn ?artistieke? opvatting der dingen nog altijd met elkander in conflict? gaf hij op het eind van zijn leven als zijn mening te kennen aan jhr. J.R. Clifford Kocq van Breugel, die hij al kende v??r hij ??n boek had geschreven (brief d.d. 4 december 1950). Vlak voor zijn dood bekende hij in een brief aan dezelfde correspondent dat zijn boeken het tegen een burgerlijke reaktie moesten afleggen, ?reactie waaraan ik mij ook zelf niet kan onttrekken? (15 juni 1951). Beide brieven in Lett. Museum.
9.
Het is aanwezig in het archief van Sjoerd Leiker.
10.
Bedoeld is G.H. ‘s-Gravesande met wie Van Oudshoorn zowel v??r, tijdens als na de oorlog contacten onderhield.
11.
Aanwezig in het archief van Sjoerd Leiker.
12.
Op 9 juli 1946 bracht Van Oudshoorn het ms. naar Goddard. Blijkbaar was deze in moeilijkheden. Op 26 juli schreef hij erover naar mevr. Veen, maar 30 juli tekende hij toch een contract met Goddard (Dagboek VI, resp. blz. 147, 148, 154, 154).
13.
Dagboek VI, blz. 137.
14.
Dagboek VI, blz. 153-154.