[p. 286]
Om de zon
te kunnen horen
doet hij traag
zijn ogen dicht.
In zijn oren,
dun als vleugels
van een vleermuis,
spant het licht
een ragfijn web
van aders.
Hij springt plotseling
op mijn boek en spuwt:
een verkreukte vlinder.
Likt de poeder van zijn lippen,
poetst voldaan zijn snor.
Die van halfgeplukte mezen
stillevens schikt naast de etensbak
en uren sollen kan met muizen,
ze neerlegt op mijn schoot,
[p. 287]
trekt nu van pijn zijn lippen strak,
geeft geen krimp, wappert alleen, even,
met zijn bebloede poot.
Steeds meer een dwaalgast slaapt hij
al weken niet meer thuis,
sluipt hij verlopen langs de heggen,
blaast hij de aftocht bij het minste
zuchtje wind en doet hij eerst snachts
luidruchtig van zich horen.
Hij komt alleen nog om te eten,
een vacht vol teken,
happen uit zijn oren, krassen op zijn neus,
en verdwijnt weer zoals hij is gekomen:
schichtig,
kleppend luik als afscheidsgroet.
Lees de Tirade Blog
De bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verderGeen weer
Omdat onze vriendengroep door aanvullende kinderen en huisdieren bijna alle vakantiehuizen ontgroeid is en de resterende vakantiehuizen hatelijk duur zijn geworden, bedacht ik een alternatief. We zouden een tentenkamp opslaan bij S en L, die sinds kort een boerderij met flink wat grond in Wardoe bewonen. Fikkie stoken, buiten koken, disco met de kinderen, sterrenstaren...
Lees verder
Blog archief