Antiochië (I)

De volgende rit die ons naar het 350 km. zuidoostelijk gelegen, Antiochië (Antakya in het Turks) voerde, was één van de meest ontspannen reizen in mijn leven: geen vaste vertrektijd, geen stress om het vliegtuig, de bus of de trein te halen en geen lange voorbereidingen.

Na het consult van mijn zwager in het ziekenhuis pakten we binnen een half uur de reisbenodigdheden in, boekten een hotel en stapten we met mijn zus en zwager in de auto. Dat mijn zwager met ons meereisde gaf mij een prettig gevoel. Voorlopig geen geregel aan mijn hoofd.

Turkije heeft 81 provincies waarvan de meeste een gelijknamige hoofdstad hebben. De provincie waarvan Antakya (383.000 inwoners) de hoofdstad is, heeft een andere naam: Hatay.

Turkije heeft met Syrië een 900 kilometer lange grens die zich in oost-west richting uitstrekt. Hij maakt zo’n 40 kilometer voor de oostkust van de Middellandse Zee een boog naar het zuiden en buigt na ongeveer 100 kilometer naar het westen om bij de kust van de Middellandse Zee te eindigen. De vorm van de provincie Hatay doet mij altijd denken aan ons Limburg.

Het huidige Antakya heette vroeger Antiochië. Antiochië is oud: opgericht rond 300 voor Christus door Seleucus Nicator, een van de commandanten van Alexander de Grote.

De stad lag op het kruispunt van de Zijde- en Specerijenroute. Specerijen werden over zee vanuit Zuid- en Zuidoost-Azië aangevoerd en overgeladen op karavanen, die onder andere de handelssteden Damascus, Aleppo en Antiochië aandeden, om vervolgens richting Europa verscheept te worden. De stad bezat tijdens de Romeinse periode een enorme materiële en culturele rijkdom, wat blijkt uit overvloedige vloer- en muurmozaïeken die heden ten dagen nog altijd worden opgegraven. Ook in de eeuwen daarna bleef de rijkdom van de stad behouden. In de 4de eeuw telde de stad minstens 500.000 inwoners.

De eerste grote stad op onze route is Adana. Voorbij Adana zagen we op verkeersborden onder Antakya ook Aleppo (Halep in het Turks) verschijnen, niet alleen in het Latijns alfabet waarin het Turks wordt geschreven maar ook in het Arabische schrift. Aleppo was nog maar 80 km van ons verwijderd. Het was bizar te bedenken dat deze handelsstad en het hart van de Syrische economie, zwaar gehavend door de bombardementen, zo dichtbij lag. Op weg naar en in Antakya merkten we niet dat er aan de andere kant van de grens een burgeroorlog woedde…

Het laatste deel van de reis legden we af tussen de vruchtbare Amik vlakte aan de linker en het Amanosgebergte aan de rechterkant.

Na ons in het hotel te hebben geïnstalleerd liepen we naar het oude centrum van de stad. De rivier Orontes stroomt midden door de stad. De Orontes ontspringt in Libanon, doorsnijdt Syrië in de noordelijke richting, markeert de oostgrens van Turkije met Syrië en mondt ten zuiden van Antakya in de Middellandse Zee uit. Het is de enige rivier in het zuiden en zuidoosten van Turkije die van zuid naar noord stroomt. Aan dit feit heeft de rivier haar naam Asi te danken wat rebel(s) betekent.

Bij de brug over de rivier zagen wij de stad zich aan de overkant richting een bergrug uitstrekken. Een fors flatgebouw met vijf verdiepingen, als een façade waarachter zich smalle straten met een rijke geschiedenis bevonden, verhulde dat daar het oude centrum lag. Alleen de oude minaret naast het flatgebouw getuigde van de historische rijkdom. Op de hoek van het gebouw, op de voorgevel van een eetgelegenheid lazen we: Hatay Künefe, de naam van een van de vele banketbakkerijen die gespecialiseerd zijn in dit van oorsprong Syrische deeggerecht met suikerwater en zachte kaas. Rechts van de brug stonden er kiosken, een souvenirwinkeltje en een agentschap van Has Turizm, de busmaatschappij van Antakya.

Even later dwaalden we door een wirwar van smalle straten met oude huizen. Ze zijn meestal op een houten geraamte opgetrokken uit steen of klei. Achter de scheve muren en door verval of ouderdom onooglijk uitziende, authentieke voorgevels bleken schitterende, gerestaureerde binnenplaatsen schuil te gaan.

Tijd voor een avondmaal. Wij stuitten op een restaurant, gevestigd in een recentelijk gerestaureerd herenhuis (konak) in vierkante vorm waarvan de muren opgetrokken waren uit natuursteen. De grote binnenhof stond vol met tafels die alle bezet waren. We moesten wachten tot er een tafel vrijkwam. We hoorden naast Turks ook Arabisch. Antakya heeft een Syrische minderheid.

De menukaart vermeldde gerechten met invloeden uit de Libanese, Syrische en Turkse keuken, onder meer geroosterde paprika met walnoten, humus en geroosterde aubergine, bereid met gember, za’atar, laurier, komijn en sumak. In verschillende combinaties krijgt men uiteenlopende smaken. De keuken van Antakya is niet voor niets opgenomen in de gastronomielijst van de UNESCO.

Foto van Kerim Göçmen
Kerim Göçmen

Kerim Göçmen werd in 1957 geboren in Izmit, een stad ten oosten van Istanbul. Hij bracht zijn jeugd door in diverse plaatsen in Turkije, waar zijn vader het ambt van rechter uitoefende. In 1974 begon hij met de studie werktuigbouwkunde in Ankara. Drie jaar later kwam hij op uitnodiging van zijn tante naar Nederland. Hij veranderde van studie en koos voor politicologie aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam.  Het geheim van de kromme neuzen was zijn debuut, daarna verschenen Rode kornoeljes en Kroniek van mijn schoolvakanties.