Broze dagen

De broze dagen komen meestal uit het niets. Het gebeurt gelukkig niet elke week: vaak één keer in de maand, en in verschillende gradaties. Op die dagen voelt het tijdens het koffiezetten, het douchen of het fietsen naar een plek waar ik moet zijn ineens alsof mijn huid een beetje knelt, alsof de wereld te groot is voor mijn lijf, alsof er iets scheef groeit in me – de dag valt in scherven uit elkaar. Ik stof mijn schouders af, strijk de plooien uit mijn gezicht en stap toch de dag in.

Er zijn ook broze dagen die voelen als een molensteen, een zwaar, naargeestig gewicht dat me naar de aarde probeert te drukken. Elke stap voelt als sloffen. Achter elk gezicht woont iets onaardigs. Vanuit alle hoeken van de straat loert iets tragisch, iets vreselijks. Pas als ik mijn voordeur achter me dichttrek, is er betrekkelijke rust, voelt het even alsof het leven mijn adres niet kent.

Dan zijn er de broze dagen die maar zelden voorkomen. Mijn huis lijkt een onneembare vesting, ieder geluid van buiten walst door mijn gehoorgang als een tank en het loopje van de bank naar mijn bureau en terug voelt als een marathon. De tijd gaat door me heen. Ik lig overhoop met mijn eigen gedachtes, stoor me aan mezelf, vergeet hoe ik moet leven.

Na twee dagen praat ik tegen mijn kat, omdat ik bang ben dat ik anders het praten verleer, of omdat ik bijna ben vergeten hoe mijn eigen stem klinkt. De bel zet ik uit, mijn telefoon verstop ik op een plaats die ik kan vergeten en de dagen worden inwisselbaar.

Maar: de broze dagen trekken altijd weer weg, weet ik, als trekvogels die niet naar een warmer, maar naar een kouder land moeten. Zo is het tot nu altijd gegaan, en hoewel het verleden geen garantie voor de toekomst is, biedt het wel hoop en troost.

Dus: de broze dagen trekken weg. Dan valt het licht door de gordijnen. Ik zal ze open schuiven, mensen terugbellen, de straat opgaan. Een mooi gedicht schrijven, misschien. Samenvallen met mezelf.

Dan zal ik in de spiegel kijken, en denken: vandaag ben ik gelukt. Man, wat ben ik vandaag gelukt.

Foto van Twan Vet
Twan Vet

Twan Vet (1998) schrijft poëzie, proza en liedteksten.

Zijn gedichten verschenen eerder in literaire tijdschriften zoals De Revisor, DW B en Het Liegend Konijn en in kranten zoals NRC en het AD. In 2022 verscheen DEMarrage, een uitgave van het literaire tijdschrift Deus Ex Machina en in 2024 verscheen Dag stad bij uitgeverij Klapwijk en Keijsers.

Van 2021 tot 2024 was Twan stadsdichter van Amersfoort.

Hij blogt wekelijks voor Tirade.

Foto: Roderique Arisiaman