Al een paar jaar lang neem ik me voor om iets van Boudewijn van Houten te gaan lezen. Waarbij zijn debuutroman Onze hoogmoed de meest voor de hand liggende invulling van dat ‘iets’ is, want dat boek wordt over het algemeen gezien als zijn beste. Het is in ieder geval zijn bekendste.
Twee weken geleden werd Van Houten op Radio 1 geïnterviewd door Wim Brands. De schrijver is inmiddels 75 en woont in een toren in België. Om zichzelf in leven te houden vertaalde hij tot voor kort breicatalogi. ‘Tot voor kort’, want hij vroeg salarisopslag en verloor toen zijn baan. Hier vertelde hij met de nodige zelfspot en zorgeloosheid over.
In de rest van het interview gaat het onder meer over zijn jeugd (‘Ik heb een rotjeugd gehad, niet door Hitler maar door mijn moeder’), over de aantrekkelijkheid van lezen, hoogmoed, zijn openhartigheid, vrouwen, Hermans, Mulisch (‘Ik vind dat geen intelligente denker’), ergernissen, clichématige Amerika-haat en vriendschappen.
Hij merkt in het interview op dat het raar is als schrijvers hun hele leven dezelfde auteurs liefhebben. Volgens hem is het ontdekken van een nieuwe schrijver als het ontmoeten van een nieuwe liefde: je wil dan meteen álles van die schrijver lezen en over die schrijver te weten komen – totdat je op een gegeven moment bedenkt, na zo’n beetje alles gelezen te hebben: wat een lul is het eigenlijk. Waarmee de liefde over is en je op zoek moet naar een nieuwe schrijver.
Dit lijkt haast wel een reactie van Van Houten op wat zijn oude kompaan Theo Kars beweert in diens handboek voor non-conformisten, Praktisch verstand, een boek dat ik trouwens iedereen kan aanraden. Kars schrijft daarin: ‘Het gaat er niet zozeer om veel boeken te lezen, alswel een beperkt aantal boeken vaak te herlezen. Paul Léautaud heeft erop gewezen dat ieder ontwikkeld mens een vijftiental schrijvers ontdekt wier werk hem het meest aanspreekt. Het is beter deze hoogstpersoonlijke keur van boeken veelvuldig te herlezen dan te speuren naar andere auteurs die je iets te bieden zouden kunnen hebben.’
Kars geeft hiermee aan dat hij gelooft in een zekere karaktervastheid die een leven lang duurt. Terwijl Van Houten uitgaat van de ontwikkeling en veranderlijkheid van een persoonlijkheid. Aan Wim Brands vertelde hij dat de boeken die hij in de jaren zeventig schreef in zekere zin geschreven waren door een ander mens.
Het interview is terug te luisteren op de website van VPRO Boeken.
Lees de Tirade Blog
Warm
Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
Lees verderZomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verder
Blog archief