In januari neemt half Nederland zich voor om meer te gaan sporten. Omdat ik zelf al jaren met veel plezier hardloop heb ik weinig last van het collectieve schuldgevoel dat zich na de feestdagen opdringt. Maar dit jaar heb ik wel een ander goed voornemen. In 2016 zal ik mij eindelijk uitschrijven bij de Katholieke kerk.
Op Romereis in de vijfde klas – ik was zestien – nam ik al afstand van het geloof van bladgoud, wijn en vergeving. Na het bijwonen van een hoogmis kon ik de hypocrisie niet langer ontkennen. Mijn familie was sowieso altijd losjes met het geloof omgegaan, naar kerk gingen we allang niet meer, dus eigenlijk was het geen grote stap. Een paar jaar later meldden ook mijn ouders dat ze zich wilden uitschrijven, en daar begon het gedonder. Ze belandden in een kafkaëske situatie; een vagevuur waarin formulieren, handtekeningen van reeds overleden bisschoppen en onvindbare doopakten eindeloos brandden. Telkens wanneer ze dachten dat ze er waren, kregen mijn ouders een volgende opdracht. Het proces was zo afschrikwekkend dat ik besloot dat persoonlijk afstand doen voor mij voorlopig voldoende was. Dat uitschrijven zou later wel komen. En dus ontving ik een paar maanden geleden in mijn nieuwe huis een welkomstbrief van de parochie van mijn nieuwe buurt. De Katholieke kerk laat haar leden niet zomaar gaan.
Een branche die ook berucht is om haar verlatingsangst is die van de sportscholen. Ik moet denken aan de aflevering (http://www.dailymotion.com/video/x3l8kuc) van Friends waarin Chandler zich wil uitschrijven. “I want to quit the gym!” antwoordt hij wanhopig op elke manipulatieve vraag die hem gesteld wordt. “Sure, but can you honestly say you are completely satisfied with your body?” “I want to quit the gym! I want to quit the gym!” Kerken en sportscholen lijken meer op elkaar dan je op basis van de architectuur zou vermoeden. Schuld speelt een grote rol in beide instituten. Je wil eigenlijk niet, maar vindt dat je wel moet gaan. Als je het instituut bezoekt ben je achteraf trots op jezelf, maar hoe langer je een bezoek blijft uitstellen, hoe moeilijker het wordt.
Januari is voor sportscholen de maand om nieuwe zieltjes te winnen, handig spelen ze in op de goede voornemens. Als ik ’s morgens ga hardlopen word ik achtervolgd door een mollige man met een rossige baard, een buikje en rode wangen. Hoewel hij een blauw trainingspak draagt en een witte zweetband om heeft, lijkt hij me niet het sportieve type, eerder een hippe bierbrouwer. Hij hangt in elk bushokje, schreeuwend dat we nu echt naar ‘zijn’ sportschool moeten. “Sport tot maart gratis!”
Dit soort aanbiedingen zijn vaak echt te mooi om waar te zijn. Als bijna-ex-katholiek voel ik dat aan mijn water. Toch zijn er tot mijn verbazing elk jaar wel een paar mensen in mijn omgeving die in de val trappen. Vorig jaar nog werd mijn vriend lid van de keten Fit For Free. “Je gelooft toch niet in een gratis sportschool?” probeerde ik nog. Het was al te laat.
Wat de meeste mensen niet weten is dat sportscholen inspelen op het feit dat goede voornemens vaak voornemens blijven. Daarom kunnen budget-ketens zo ongelooflijk goedkoop zijn. De podcast Planet Money legt het principe in deze aflevering (http://www.npr.org/sections/money/2014/12/17/371463435/episode-590-the-planet-money-workout) kraakhelder uit. De “gratis” fitnesshallen gaan ervan uit dat je het na drie maanden voor gezien houdt. Ze kunnen daardoor veel meer leden accepteren dan hun faciliteiten aankunnen. Het lidmaatschap is zó goedkoop dat je bijna niet merkt dat je elke maand betaalt aan een sportschool die je niet bezoekt. Bovendien, zodra je opzegt laat je je goede voornemen pas echt varen. Hun verdienmodel gaat ervan uit dat de meesten leden uiteindelijk wegblijven maar niet opzeggen omdat ze hopen dat ze ooit hun leven zullen beteren. Daar is dat schuldgevoel weer. Kerken en sportscholen lijken op elkaar. Het zijn instituten van valse beloftes. Ze willen eigenlijk niet dat het mentaal of fysiek beter met je gaat. Je moet vooral je zonden blijven afkopen.
___________________________
Maartje studeerde aan de Rietveldacademie en behaalde haar Master in Design aan het Sandberginstituut. Ze werkt als freelance schrijver en redacteur van het online tijdschrift hard//hoofd en geeft les aan de Gerrit Rietveld Academie en op ArtEZ (Arnhem). Haar dichtbundel Als je een meisje bent is recent verschenen bij uitgeverij De Harmonie.