Het geniaal gebruik van details

Een favoriete scène in The Matrix is wanneer Eno de wereld in code ziet. Het is een fraai vormgegeven bewijs dat hij doorschouwt hoe het werkt. Vanaf dan kan hij alles. Zelf heb je dat ook wel eens: een dag dat alles precies gaat hoe het moet, alles valt hoe het vallen moet, je met schijnbaar gemak alles goed doet. En er zijn dagen dat je het eerste dat je doet uit handen laat vallen dat je klungelt van zonsopgang tot zonsondergang.

In John Updike’s Rabbit at rest had ik laatst een vergelijkbare Matrix-ervaring. Het was geen code waar de wereld die Updike beschreef was opgebouwd, het waren details. Updikes meesterlijke American Novel die uit vier delen bestaat over Harry ‘Rabbit’ Angstrom heeft me langzaamaan toch echt volledig overrompeld. De Great American novel bestaat: als iets aanspraak mag maken op dit predicaat, dan dit. Ik ben er maar moeizaam door gewonnen, jaren terug las ik deel 1 Rabbit Run (1960) een maand terug deel 4, Rabbit at Rest (1990) en thans deel 3 Rabbit is Rich (1981). Dan rest mij nog Rabbit Redux (1971). Ik zal nog eens aan de psychiater vragen waarom ik reeksen niet successievelijk kan lezen. De pakweg tien jaar tussen elk van de delen vind ik geruststellend. Updike schreef veel, maar dit deed hij heel rustig aan, zich vast bewust van de klasse van het werk.

Je kunt lang denken dat je niet van realisme houdt, liever met wat grove streken een wereld ingeleid wordt dan met een berg details, maar halverwege het boek gebeurde het bij mij: ik liep rond in een fenomenale 3D film over de VS in de jaren ’80. En verwonderde mij over de waarneembare realiteit van waar ik was. Alsof je in een film de hoek om loopt en de wind je opens in het gezicht slaat. Leven!

Rabbit is een betrekkelijk doorsnee man, anders dan de andere grote Updike held Henry Bech: een getroebleerde intellectueel. Harry is slim maar niet intellectueel, een autoverkoper die op niveau gebasketbald heeft, een egoïst, een overspelige, overgewicht, matig vader. En je gaat van hem houden. Updike breekt zijn boeken op in een beperkt aantal scènes die heel intensief en uitgebreid beschreven worden. Een bescheiden aantal personages. Politiek en muziek op de radio, gesprekken over golf, auto’s, soorten chips en soorten kleding worden zo minutieus op papier gezet dat de indruk van realiteit ontstaat. Gesprekken over sport, de energiecrisis. Updike bewijst dat het bijzondere in het gewone schuilgaat, ik heb in geen film zo intensief in 1989 geleefd als in Rabbit at Rest. De roman als tijdmachine. Maar hoe doet ‘ie het?

Rabbit lees je dus om meerdere redenen: om in Amerika te zijn, om een voor je gevoel doorsnee Amerikaans leven mee te maken over verschillende decennia, en om erachter te komen hoe Updike zijn personage portretteert: als een Elckerlijck of Everyman, die geen welgeformuleerde gevoelens of gedachten heeft, maar die in dagelijkse situaties toont wie hij is; beschreven context definiëert hem.

Een meesterstuk is in het laatste deel wanneer Rabbit door zijn vrouw geconfronteerd wordt met vreemdgaan met nota bene zijn schoondochter… Hij vlucht en rijdt met de auto (een Toyota Celica, 1987) van Pennsylvania naar Florida. Het decor van snelwegen, diners, formica tafeltjes, route-overwegingen, tankstations, mede automobilisten en de muziek op de autoradio vertellen volledig het verhaal van wat hij voelt en denkt. Dat is schrijven.

(hier een mooi stuk van Sander Kollaard over onder meer Rabbit)

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.