Lente – in de lente zit je in een vierkant ei

Het is bijvoorbeeld van belang je af te vragen of het een psychose was. Dat geeft weer houvast. Je wil, net als zijn (en jouw) vader, dat het niet zo was en hij dus zelf de keuze maakte om daar te lopen, om daar te dichtbij die razendsnelle trein te zijn. Maar dat spreekt het treinkaartje dan weer tegen. Want een week ervoor had hij een enkeltje gekocht naar Amsterdam en het toen toch niet gedaan, hij kwam huilend terug en vertelde aan zijn (en jouw) moeder niets en pas na een paar uur snapte ze met haar verstand wat ze natuurlijk meteen al wist maar niet wilde geloven, of voelen zelfs: dat hij het had willen doen. En hij stond huilend voor haar en schaamde zich, voelde zich schuldig. Kortom, je verwacht het niet, dat ‘ie het dan toch doet, een week later- volledig ongepland, met een retourkaartje Zwolle (een retourkaartje hè), hij wou vast gewoon even naar huis, alleen dat en ineens durfde ‘ie.

Er is een kubus die wit is en daar zit je dan in. Je kent dat raadsel wel. Je denkt daar aan terug en vindt dat warempel leuk om te doen, je vindt dat entertainment. Verrek – denk je, het klopt, dat raadsel over de dood, het is verdomme nog waar ook.

Stel je voor: je zit in een kubus, een hele grote witte vierkante kamer en die is leeg. Je zit er op de grond. Je weet niet hoe je er gekomen bent en hoe je er vandaan kan. Er zijn geen deuren en er is geen raam. Er is alleen jij en een wit plafond boven je hoofd, een witte vloer onder je billen en vier witte muren om je heen. Hoe reageer je? Wat doe je? Wat zou je dan gaan doen?

Je weet niet hoe lang het gaat duren hè. Just saying.

Het antwoord is natuurlijk, bedenk je nu trots, in de kubus zittend, dat je moet proberen de puzzel op te lossen. Want: het is een raadsel. En dus: zodra je weet waarom je er bent, weet je de weg naar buiten toe.

De kubus is dik en de witte verf die erop zit is mat. Er is niet langer iemand te zien. Zo werkt dat dan: je vergeet dat er een eventuele geliefde ergens is, laat staan je vrienden. Je vergeet zelfs dat je ouders hebt. Het is bijna een kermisattractie, het is raar joh, die kubus. Maar zo werkt het, zo werkt dat ding. Je zult vergeten dat er buiten nog een wereld is.
Natuurlijk – je kunt best dingen missen.
Wat ik bijvoorbeeld het meest mis is de natuur. Ik kan door het bos lopen en tussen de bomen staan, ze met mijn handen aanraken en voelen aan de schors, maar ik ben er niet. Ik ben, net als hij nu, overal afwezig.

Hoe je reageert op de kubus is hoe je reageert als je geconfronteerd wordt met de dood. Dat is de oplossing, dat is wat dat raadsel was.

En? Had je het goed?

Wat je bijvoorbeeld in de lente kunt doen: blijf dichtbij de dood, trek zijn kleren aan – het is er koud. En niet vergeten – nu goed nadenken, dan kom je er wel uit. Het begint gewoon met rustig nadenken en alles op een rijtje zetten – dat is wat er eerst moet gebeuren, dat is het eerste wat je moet doen.

 

picture062Sonja Schulte is kunsthistoricus. Ze presenteert Glasnost, een radioprogramma over kunst en wetenschap, recenseert beeldende kunst voor cultureel magazine 8WEEKLY en redigeert het Handboek voor een Optimistisch leven – de boekbundeling van literair magazine De Optimist, die deze zomer zal verschijnen. Ze schrijft essays voor De Gids en De Optimist en stukjes op sonjaschulte.com.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *