Ergens vorig jaar las ik een artikel dat ebola omschreef als a land without human touch. Dat idee fascineerde me. Wat gebeurt er wanneer aanraking onmogelijk is, juist op het moment dat je het kwetsbaarst bent? Hoe voelt het wanneer je naasten voor hun eigen veiligheid uit jouw buurt moeten blijven terwijl je menselijke nabijheid het meest nodig hebt? Ooit diep geraakt door La peste van Camus besloot ik het idee wat verder uit te werken, te schrijven over een ziekte die het dagelijks leven en al onze zekerheden vernietigt.
Ik had nog geen halve pagina geschreven toen een personage zich opdrong, dat absoluut niet in mijn verhaal geïnteresseerd was. Laat ik het meteen maar toegeven: ik had die zomer iets heel anders aan mijn hoofd, zei de man, mijn voorgaande schets van het door ziekte geschokte land achteloos opzij schuivend. Schrijven is misschien het enige beroep waarbij het horen van stemmen een goed teken is en dus volgde ik mijn personage, al had hij net mijn idee naar de prullenbak verwezen. Het afgelopen jaar heb ik me vermaakt met deze Tomas Augustus, een solipsist die zoals alle personages een getrouwe uitvergroting van de schrijver is en daar tegelijkertijd in niets op lijkt. Het resultaat, Quarantaine, ligt vanaf deze week in de boekwinkel; Tomas is nu van iedereen.
p.s. Nieuwsgierig naar Quarantaine? Je leest een voorpublicatie bij Athenaeum. Morgen vertel ik erover bij Nooit meer slapen (radio 1).
Wytske Versteeg schreef eerder Dit is geen dakloze, De Wezenlozen (VrouwDebuutprijs) en Boy (BNG Literatuurprijs). Quarantaine is vanaf nu overal verkrijgbaar.