Alles tegelijk

Ik werd vijftig op de zoveelste dag van een hittegolfje en er waren even veel kinderen als volwassenen op mijn feest. Het mooiste was al dat jonge leven in het water voor het oude boothuis, het gillend duiken van de brug, dobberen op plasticbeesten en in bootjes.

Zo warm, was het, dat ook de ouders in het water gingen, in zwemkleding of ondergoed.

Ik had de dag tevoren hapjes willen maken, maar was daar niet in geslaagd omdat ik voor een boottochtje werd ontvoerd. Op de ochtend van mijn verjaardag, terwijl ik me afvroeg hoe ik het in godsnaam allemaal ging klaarspelen, stonden er vijf vrienden voor de deur, die me het hele zwikje in no time hielpen koken en uitstallen.

Hoeveel ik ook van mijn mensen houd, als ze hun liefde voor mij zo heel direct tonen vind ik dat moeilijk. In de kern geloof ik kennelijk die liefde niet waard te zijn. Dat is niemands schuld: mijn vader hield van me, mijn moeder houdt nog steeds van me.

Vanaf een uur of drie kwamen er vrienden langs, waardoor ik de hele middag en avond werd verrast. Het meeste leven was te vinden op de steiger voor het boothuis, waar iedereen stond of hing of zat, zwom of rondjes voer op weer nieuwe drijfbeesten. Het was te druk om na te denken, dit moment te zien voor wat het was.

Vandaag ben ik laat met dit stukje. Ik tik het op een stoel in het ziekenhuis, waar ik met mijn moeder ben. We zullen hier vanaf nu wekelijks heen moeten; ik zal dan een paar uur naast haar bed zitten en haar daarna weer naar huis rijden. Je snapt de situatie wel.

Onderweg om mijn moeder op te halen belde ik Pernille. Ik wilde haar bedanken voor het kadootje dat ze me gestuurd heeft. Toen we twintigers waren hadden zij en ik een relatie, woonden we samen in een ander huis, een heel andere tijd. Na een jaar of zes ging het uit en verhuisde ze terug naar Kopenhagen.

Ik naar het huis van mijn ouders waar mijn moeder sinds februari in haar eentje woont, ging haar ophalen voor haar afspraak in het ziekenhuis en had mijn ex-vriendin aan de lijn – net als ik vijftig, net als ik ouder van twee kinderen; een choreograaf die net als ik probeert te bestaan van haar eigen werk. Pernilles moeder overleed terwijl we samen waren en haar vader verloor ze kort geleden.

‘We’re far apart, but very much in the same boat,’ zei ik.

‘Old friend,’ zei Pernille, en werd even heel stil. ‘For fuck’s sake. You’re going to make me cry, and it’s only nine ‘o clock on Wednesday morning.’

Ik haat telefoneren, maar in de auto vind ik het geweldig. Het lijkt erop dat ik bellen alleen maar haat omdat ik dan niet weet wat ik met de rest van me aanmoet; het voelt als loze tijd – ik wil er iets bij dóén.

Omdat ons gesprek nog niet klaar was, stopte ik op de hoek van mijn moeders straat en keek uit over de sportvelden van mijn oude middelbare school. Ik had een hekel aan de gymlessen omdat het altijd met ballen was, die dan ergens heen moesten. Ik snapte daar de noodzaak niet van.

Ik dacht aan Jasper, Barry, Jop en Namilla die ik al sinds mijn schooltijd ken, en die ook op mijn verjaardag waren. Namilla als verrassing, helemaal uit Portugal.

Je zou zeggen dat ik wel kon janken, maar dat kan ik dus steeds niet. Nou ja, heel even: toen een paar van mijn liefste vrienden Bill Withers zongen op mijn verjaardag. Ik heb hier al eerder gezegd dat hij de soundtrack van mijn leven schreef – zijn muziek hoort bij elke fase die ik tot dusver heb doorgemaakt.

Mijn vrienden zongen Lovely Day, en omdat ik geen verweer heb tegen Bill zong ik heel hard mee. Voor ik het in de gaten had stond ik daarbij te janken. Gejuich steeg op rondom me.

‘Jaaaa!’ riepen de klootzakken. ‘Gelukt!’

Soms kunnen we niet huilen omdat we denken dan nooit meer te zullen stoppen. Maar dat is niet zo – ik weet ook niet waarom ik dat steeds denk.

beeld: Nata Girard

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.