Verzonken wereld

1. Geen herlezer van nature zijnde maak ik op deze regel heel soms een uitzondering en nu ben ik opnieuw verzonken in W.G. Sebalds geweldige Austerlitz. De hoofdpersoon vertelt zijn verhaal af en aan in toevallige ontmoetingen aan de ik-figuur. Bij herlezen kun je meer aandacht besteden aan de manier van vertellen: het elkaar soms jaren niet zien en bij een toevallige ontmoeting beginnen waar het gesprek de vorige keer ophield zonder aandacht te besteden aan de toevalligheid van de ontmoeting, versterkt de urgentie van het vertelde hoewel dat – zijnde Europese geschiedenis in breedste zin – niet zonder meer urgent is, een verteltruc dus. Austerlitz vertelt over het dorp Llanwddyn in Wales, waar zijn stiefvader vandaan kwam, een dorp dat door een stuwmeer overspoeld is, letterlijk verzonken geschiedenis. De foto’s die Sebald gebruikt om zijn verhaal kracht bij te zetten werken altijd sterk, maar hier sterker dan waar dan ook. Dit dorpsbeeld, waar wij nu donkerte, algen en modder en 6 meter water weten, treft de vergankelijkheid zo intens dat het een hypnotiserend beeld wordt, en een beeld van wat Sebald doet: verleden redden. ‘Besonders bekannt, so, sagte Austerlitz, habe ihm Elias erzählt, sei Llanwddyn in den Jahren vor seinem Untergang vor allem dadurch gewesen, daß auf dem Anger des Dorfes, wenn im Sommer der Vollmond schien, oft die ganze Nacht hindurch Fußball gespielt wurde, und zwar von mehr als zehn Dutzend teilweise aus den Nachbarorten herübergekommenen Burschen und Männern beinahe jeden Alters zugleich.’

Er werd zomernachtenlang gevoetbald waar nu de kou en de druk van meters water een stolp op dit verleden plaatsen.

2. Willem van Toorn gebruikt hetzelfde prachtige beeld in zijn mooie lange gedicht Het stuwmeer:

‘Daar,’ wijzend
naar het midden van het meer.

‘Het is er nu vijf jaar,’
zegt hij.’ Ons huis stond daar
beneden aan de rivier.
Toen is de dam gesloten
en steeg het water tot hier.

[…] Nu zwemmen er alleen
vissen dwars doorheen.

 

3. Elke herfst breng ik een week door in Bad Arolsen. Een dorp nabij een stuwmeer. In de Twistesee verzonk ook een gehucht. Het ‘Gut Lefringhausen’, er is een ‘Denkmal‘ opgericht waar ik altijd springbalsem plukkend langs slenter,  waarbij de laconiek genoemde ’35 wechselnde Besitzer’ -tussen 1685 en 1910 tot mijn verbeelding spreken, allen geleefd, geleden, gelachen waar nu karpers door het dakgebint ijlen.

4. In de New York Review of Books een ontstellende bespreking van Global warming of 1,5º: An IPCC Special Report. Wij leven nu onder het dakgebint waar over enige tijd kwallen pulseren en inktvissen rondwaren, een hogere vorm van intelligentie. ‘Over and over we’ve gotten scientific wake-up calls, and over and over we’ve hit the snooze-button. If we keep doing that, climate change will no longer be a problem, because calling something a problem, implies there’s still a solution.’

 

——-
 IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.