[Tirade juni 1970]
Circulaire, uitgereikt op de tentoonstelling te Amsterdam
Van Pasternak tot Amalrik: de Russische oppositie in de jaren 1957-1970
Deze tentoonstelling, georganiseerd door vrienden en lezers van de op 20 mei j.l. gearresteerde Russische schrijver Andrej Amalrik, staat onder auspiciën van de Alexander Herzen-Stichting te Amsterdam. Deze stichting (voorzitter Prof. Dr. J.W. Bezemer) stelt zich ten doel het uitgeven of doen uitgeven van Sowjet-auteurs, die in hun eigen land niet gedrukt kunnen worden. De Stichting gaat daarbij niet uit van enige politieke of religieuze criteria. Voor haar werk is de Stichting afhankelijk van arbeid en giften van particulieren (postgiro 8578, Mees & Hope te Amsterdam, met vermelding: Alexander Herzen-Stichting).
De Russische dissidenten, van wie hier handschriften, boeken, foto’s te zien zijn, verschillen onderling aanzienlijk. Sommigen, zoals Grigorenko en Jachimovitsj, zijn communist, anderen niet. Sommigen zijn vooral schrijver (zoals Amalrik), anderen zijn meer demonstranten en protesterenden (Larisa Daniel, Pavel Litvinov). Sommigen, zoals de laatste twee, zijn verbannen naar Siberië, anderen zitten in de gevangenis.
Wat hen allen verenigt is het verlangen naar vrijheid. Zij willen dat in hun land de preventieve censuur wordt afgeschaft, dat er echte verkiezingen worden gehouden, dat zij als ze dat willen het land kunnen verlaten, dat een ieder in woord en geschrifte zijn mening kan uiten, ook als die meningsuiting de regering onwelgevallig is. Dit is een programma dat menige Westerling weinig opwindend voorkomt, maar voor Sowjet-intellectuelen zijn deze dingen van zeer groot belang.
Enkele biografische gegevens over leden van de oppositie
andrej amalrik, geboren in 1938. Van huis uit historicus, vele beroepen, kunstverzamelaar. Publiceerde onder eigen naam in het buitenland: Niet begeerde reis naar Siberië en Zal de Sowjet-Unie tot 1984 voortbestaan? Het eerste boek is een verslag van zijn verbanning in 1965 naar Siberië, het tweede een essay waarin hij een ironisch getinte ondergangsvisie op de Sowjet-Unie geeft. Voorts schreef hij toneelstukken die spoedig het licht zullen zien en waarvan het stuk Oost-West reeds door het toneelgezelschap Globe is opgevoerd.
vladimir bukovski, schrijver. Werkte mee aan het ondergrondse tijdschrift Feniks 1961 en nam deel aan talrijke protestakties, zoals de aktie tegen het proces Sinjavski-Daniel. Werd enige malen opgesloten in een psychiatrische inrichting en na de demonstratie op het Poesjkinplein in 1967 veroordeeld tot drie jaar dwangarbeid. In het voorjaar van 1970 kwam hij vrij en gaf onmiddellijk een interview aan de westerse pers.
larisa bogoraz-daniel, filologe. Echtgenote van Joeli Daniel. Nog voor het proces Sinjavski-Daniel eiste zij de vrijlating van Sinjavski en haar man en protesteerde zij tegen de illegale methoden bij de voorbereiding van het proces. Op 15 juni 1967 protesteerde zij openlijk tegen de behandeling van haar man in het kamp. Naast andere protestbrieven ondertekende zij, met Litvinov en anderen, de brief van 25 augustus 1968 met het protest tegen de inval in Tsjechoslowakije. In oktober 1969 werd zij veroordeeld tot vier jaar ballingschap in Siberië.
joeli daniel, geboren in 1925. Dichter en vertaler. In 1965 gearresteerd vanwege zijn publikaties, onder de naam Arzjak, in het westen, met name: Hier spreekt Moskou. In 1966 veroordeeld tot vijf jaar dwangarbeid tijdens het proces Sinjavski-Daniel.
julu galanskov, geboren in 1939. Werkte voor zijn arrestatie in het Nationale Literatuurmuseum. Hij werkte mee aan de onder-
grondse publikaties Feniks 61 en Feniks 66. In 1968 tot zeven jaar veroordeeld.
alexander glnzburg, geboren in 1936, werkte evenals Galanskov in het Nationale Literatuurmuseum. Hij stelde in 1966 te zamen met Galanskov het Witboek in de zaak Sinjavski-Daniel samen. Daarvoor was hij in moeilijkheden geraakt door de publikatie – ondergronds – van Sintaksis, waarvoor hij werd veroordeeld en een straf van twee jaar uitzat. In 1968 werd hij opnieuw, nu tot vijf jaar, veroordeeld.
pjotr grigorenko, geboren 1906, sedert 1930 officier in het leger. Tijdens de Tweede wereldoorlog klom hij op tot brigade-generaal, later werd hij leraar aan de Militaire Frunze-Akademie. In 1961 zijn eerste openlijke protest. In 1964 werd hij opgesloten in een psychiatrische kliniek, na eerst uit de Communistische Partij te zijn gestoten. Weer vrij in 1966, nam hij deel aan een demonstratie tegen de rehabilitatie van Stalin en vervolgens aan talrijke protestakties.
Sinds 1968 spande hij zich in voor de volledige rehabilitatie van de Krim-Tataren; voor deze akties werd hij in mei 1969 te Tasjkent gearresteerd.
ivan jachimovitsj, voormalig voorzitter van een kolchoz.
Steunde Dubcek en de democratiseringsbeweging in Tsjechoslowakije en protesteerde tegen de Russische inval in dat land. In 1969 gearresteerd.
pjotr jakir, zoon van een door Stalin gelikwideerde generaal uit de burgeroorlog. Werd in 1937 verbannen en 1956 gerehabiliteerd. Historicus. Sedert 1966 actief in de protestbeweging tegen de rehabilitatie van Stalin. Een der stichters van de Aktiegroep ter verdediging van de burgerrechten die in 1969 werd opgericht. Ontzenuwde de berichten als zou Amalrik een verklikker van de KGB zijn.
aleksander jesenin-volpin, mathematicus en dichter. Enkele ma-
len opgesloten in een psychiatrische kliniek. In het westen gepubliceerd werk: A leaf of spring.
lev kopelev, geboren in 1912. Schrijver en criticus. Schreef een ontlastend rapport voor Sinjavski en Daniel, maar werd niet toegelaten als getuige tot het proces. Publiceerde een brief in het buitenland met betrekking tot de restalinisatie.
Uit de Communististische Partij gezet en ontslagen uit zijn betrekking aan het Instituut voor Historische Wetenschappen.
pavel litvinov, natuurkundige. Kleinzoon van Maxim Litvinov, die van 1930 tot 1939 minister van buitenlandse zaken van de Sowjet-Unie is geweest. Protesteerde tegen de processen tegen Bukovski en Sinjavski-Daniel. Organisator van de demonstratie tegen de Russische invasie van Tsjechoslowakije in 1968. Verzamelde de documenten over de demonstratie op het Poesjkin-plein in Moskou op 22 januari 1967 tegen de arrestatie van Ginzburg en zijn vrienden. Via de westerse pers werd zijn werk bekend en de Russische reacties op zijn optreden zijn verzameld in de bundel Waarde Kameraad. In 1968 na de demonstratie tegen de Russische inval in Tsjechoslowakije gearresteerd en veroordeeld tot vijf jaar dwangarbeid in Siberië.
anatoli martsjenko, veroordeeld wegens een vechtpartij waarbij hij slechts toeschouwer was, heeft getracht de Sowjet-Unie te ontvluchten en werd daarvoor opnieuw veroordeeld. In zijn boek Wat ik zeggen wou beschrijft hij zijn tijd in een concentratiekamp in de jaren 1960-66. Hoewel hij wist dat zijn boek hem opnieuw in het kamp zou doen belanden, heeft hij sterk op de publikatie ervan in het buitenland aangedrongen. Hij is inderdaad weer gearresteerd.
roj medvedev, historicus. Bekend geworden door zijn in Frankrijk gepubliceerde open brief: Faut-il réhabiliter Staline? Ondertekenaar van het zogenaamde tweede memorandum van Sacharov.
boris pasternak, 1890 – 1960. Literator. Tot de publikatie van Dokter Zjivago in 1957 in hoofdzaak betrekkelijk kleine kring be-
kend als dichter. Dokter Zjivago, waarvoor Pasternak de Nobelprijs werd toegekend die hij echter onder druk van de autoriteiten moest weigeren, wordt dikwijls als beginpunt genomen van de nieuwe oppositie in de Sowjet-Unie.
andrej sacharov, fysicus, kerngeleerde, kritiseerde de opvattingen van de bioloog Lysenko, protesteerde tegen de rehabilitatie van Stalin en stelde een tweetal memoranda op die in het buitenland werden gepubliceerd en grote bekendheid verwierven vanwege hun visie op de internationale verhoudingen en op de toekomst van de Sowjetmaatschappij, waarbij hij zich een voorstander betoonde van een gematigde democratisering die blijft binnen de perken van de constitutie.
andrej slnjavski, geboren in 1925, werkte tot 1966 op het Gorki-Instituut voor wereldliteratuur. In 1966 veroordeeld, tegelijk met Daniel, tot zeven jaar dwangarbeid wegens het in het buitenland publiceren van oppositionele literatuur onder de naam Abram Terts, met name Fantastische verhalen en Ljoebimov.
alexander solzjenitsin, geboren in 1918. Wiskundeleraar en schrijver. Bracht de jaren 1945-1952 door in een concentratiekamp, waarvan hij een beeld gaf in zijn met toestemming van de hoogste autoriteiten gepubliceerde boek Een dag uit het leven van Ivan Denisovtsj. Veel van zijn latere werk kon in de Sowjet-Unie niet worden gepubliceerd en vond een weg naar het buitenland, met name De eerste cirkel en Kankerpaviljoen. In 1969 werd hij uit de schrijversbond gestoten, hetgeen vrijwel gelijk staat met broodroof.