Over dit hoofdstuk/artikel

Frank van Herk

Martin van Kesteren

over Gerard Reve


1.
Ook voor de oppervlakkige beschouwer van Reve’s oeuvre moet het duidelijk zijn dat het in twee delen uiteenvalt. Ruwweg gezegd: v??r en na de bekering. De meeste mensen zullen de indruk hebben dat boeken als De Avonden en Werther Nieland weinig te maken hebben met, zeg, De Taal der Liefde, en haast wel door verschillende schrijvers geschreven zouden kunnen zijn. Maar bij nauwkeuriger lezing blijkt al snel dat ook het werk uit de eerste periode religieuze trekken vertoont. Het is onze bedoeling de verschillen en overeenkomsten tussen die twee soorten boeken nader te preciseren. We maken daarbij een onderscheid tussen latente en manifeste religiositeit.
Onder latent religieuze elementen in Reve’s werk verstaan wij dan: handelingen, gebeurtenissen, uitlatingen en gedachten die sterk doen denken of ontleend lijken te zijn aan religieuze bronnen, zonder dat er sprake is van een expliciet gemaakt godsbeeld of een concreet gepresenteerde, samenhangende godsdienstige overtuiging, en zonder dat er een voor de hoofdpersoon bevrijdende werking van uitgaat. Bij manifeste religiositeit is er een min of meer concrete godsvoorstelling in de tekst te vinden, en heeft die voorstelling een bepaalde werking: er vindt een doorbraak plaats, de hoofdpersoon ondergaat een geestelijke verandering die een bevrijdend effect heeft.
Bij religieuze bronnen denken wij in de eerste plaats aan de bijbel en de christelijke liturgie?n, maar ook aan erediensten en symbolen uit andere godsdiensten. In de praktijk komt dat neer op handelingen als offeren, gebed-achtige monologen, het gebruik van bijbelse taal of beeldspraak.
In deel ii van dit artikel, waarin het accent komt te liggen op de meester/slaaf & broeder-thematiek en waarin in hoofdzaak Reve’s boeken vanaf Lieve Jongens behandeld worden, verstaan we onder sadisme niet het sexuologische begrip, maar de verzameling van filosofische en psychologische opvattingen van De Sade en zijn volgelingen. Waar we de sexuele praktijk bedoelen, gebruiken we de wat exactere term sado-masochisme.
2.
Fokke Sierksma, ?Absolutie van een konijn?, in Podium 4/6, maart 1948, p. 317-331.
3.
G.F.H. Raat, ?Die Leiden des jungen Elmers. Over Werther Nieland van G.K. van het Reve?, in Tirade 16/179, september 1972, p. 407-429.
4.
K. Beekman & M. Meijer: Kort Revier. Gerard Reve en het oordeel van zijn medeburgers, Amsterdam 1973.
5.
S. Vestdijk, ?Zwijgplicht in en buiten een novelle?, in Podium 6/5, mei 1950, p. 317-321; ook in Zuiverende kroniek, Amsterdam 1956, p. 148-155.
6.
Igor Cornelissen, ?Het verhaal dat Gerard van het Reve nooit schreef?, in Vrij Nederland, 3 juli 1975.
7.
Interview uit 1972 door Jouke Mulder, in Gerard Reve in gesprek, Baarn 1983.
8.
In de Haagse Post van 2 maart 1957.
9.
Interview door Jaap Harten, in Het Parool van 9 mei 1964.
10.
Interview door Henk Hovinga, in Televizier van 27 september en 15 november 1975.
11.
Interview door Jef van Gool in de Lezerskrant, mei 1978.
12.
Zie Ischa Meijer, ?Simon van het Reve en De Avonden?, Haagse Post, 8 november 1972.
13.
Interview door K.L. Poll, Algemeen Handelsblad, 19 maart 1968.
14.
Aangehaald in Jaap Harten, ?Brief voor Gerard Kornelis van het Reve, geschreven tussen pasen en pinksteren 1969?, in Garbo en de broeders Grimm, Amsterdam 1969.
15.
J.J. Oversteegen, ?G.K. van het Reve – Eens christens reize naar de eeuwigheid?, in Literair lustrum 1961-1966, Amsterdam 1967.
16.
Interview uit 1963 door Ben Bos, in Gerard Reve in gesprek.
17.
G. Gorer, The Life and Ideas of the Marquis de Sade, London 19532.
18.
G. Quispel, Gnosis als Weltreligion (Die Bedeutung der Gnosis in der Antike), Z?rich 19722. Zie ook: Gnostic Studies, Istanbul 1974.
19.
E. D?hren, Neue Forschungen ?ber den Marquis de Sade und seine Zeit, Berlin 1904:
20.
In het in noot 8 genoemde interview.
21.
W. Frei: Geschichte und Idee der Gnosis, diss., Z?rich 1958.
22.
In het in noot 16 genoemde interview.
23.
Verschijningsjaren van de door ons gebruikte edities van Reve’s werk: De Avonden 1975; Werther Nieland 1970; ?Erick verklaart de vogeltekenen? en ?Eric raadpleegt het orakel?, in Podium 12/5 en 6, september-october en november-december 1957; ?Melancholia?, in Podium 7/3, 4 en 5, mei-juni, juli-augustus en september-october 1951; Vier Wintervertellingen 1971; Tien Vrolijke Verhalen 1969; Op Weg naar het Einde 1969; Nader tot U 1969; De Taal der Liefde 1972; Ver Pleidooien 1971; Een Eigen Huis 1979; Oud en Eenzaam 1978; Moeder en Zoon 1980.
Overige geraadpleegde literatuur: M. Meijer, Gerard Reve, Ontmoetingen, Utrecht/Brugge 1975; S. Hubregtse, Over Op weg naar het einde en Nader tot U van Gerard Reve, Synthese, Amsterdam 1980.
Wij danken Frans de Rover en Leen Spruit voor hun kritisch commentaar.