Over dit hoofdstuk/artikel

H.F. Cohen


9 juni 1983


*
Rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van gewoon hoogleraar in de Historische aspecten van techniek en maatschappij aan de Technische Hogeschool Twente op 9 juni 1983.
1.
H. Power, Experimental Philosophy (London, 1664; geciteerd uit de facsimileeditie: New York/London, 1966), 192: ?This is the Age wherein (me-thinks) Philosophy comes in with a Spring-tide; and the Peripateticks may as well hope to stop the Current of the Tide, or (with Xerxes) to fetter the Ocean, as hinder the overflowing of free Philosophy: Me-thinks, I see how all the old Rubbish must be thrown away, and the rotten Buildings be overthrown, and carried away with so powerful an Inundation. These are the days that must lay a new Foundation of a more magnificent Philosophy, never to be overthrown: that will Empirically and Sensibly canvass the Phaenomena of Nature, deducing the Causes of things from such Originals in Nature, as we observe are producible by Art, and the infallible demonstration of Mechanicks: and certainly, this is the way, and no other, to build a true and permanent Philosophy.? Ik vond dit citaat als aanhef gebruikt in G. B?hme et al., Experimentelle Philosophie. Urspr?nge autonomer Wissenschaftsentwicklung (Frankfurt aM, 1977), op welk boek ik attent ben gemaakt door Dirk Stemerding.
2.
Zo luidt de ondertitel van R. Hooykaas, Geschiedenis der natuurwetenschappen (Utrecht, 1971).
3.
E.J. Dijksterhuis, De mechanisering van het wereldbeeld (Amsterdam, 1950), Deel v, ?9.
4.
Volgens Harcourt Brown, in V.L. Bullough (ed.), The Scientific Revolution (Huntington, NY, 1970), p. 58, is de term voor het eerst gebruikt door Alexandre Koyr? in 1943. Zie over het revolutie-idee in de natuurwetenschap in het algemeen I.B. Cohen, The eighteenth-century origins of the concept of scientific revolution, in: Journal of the History of Ideas 37, 1976, 257-288.
5.
Uitvoerige referenties opnemen heeft in deze beginfase van het onderzoek weinig zin; dat komt later, in de definitieve publicatie.
6.
De pionier van dit type onderzoek lijkt Leonardo Olschki te zijn geweest.
7.
De overige hier vermelde verbanden tussen de 17e eeuwse natuurwetenschap en de techniek zijn al lang bekend; Beeckmans idee?n over zwevingen worden voor het eerst besproken in ? 4.1.2. van mijn boek Quantifying Music. The science of music at the first stage of the Scientific Revolution 1580-1650, dat in 1984 bij D. Reidel Publishing Company zal verschijnen.
8.
E. Zilsel, The sociological roots of science, in: The American Journal of Sociology 47, 1941/2, 544: ?Thus the two components of the scientific method were separated by a social barrier: logical training was reserved for upper-class scholars; experimentation, causal interest, and quantitative method were left to more or less plebeian artisans. Science was born when, with the progress of technology, the experimental method eventually overcame the social prejudice against manual labor and was adopted by rationally trained scholars.?
9.
Het meest nog de editors van readers als de in noot 4 genoemde.
10.
Ik onderschrijf geheel de strekking van wat J.E. Ellemers e.a. over de voorwaardelijke financiering schreven in Hollands Maandblad 424 van maart 1983, p. 20/1.
11.
Wie dit oordeel over Duhem te kras uitgedrukt vindt, leze het programmatische voorwoord bij ?Les Pr?curseurs? (?tudes sur L?onard de Vinci, Troisi?me S?rie (Paris, 1913)), in het bijzonder het triomfantelijke slot op p. xiii-xiv: ?Cette substitution de la Physique moderne ? la Physique d’Aristote a r?sult? d’un effort de longue dur?e et d’extraordinaire puissance. Cet effort, il a pris appui sur la plus ancienne et la plus resplendissante des Universit?s m?di?vales, sur l’Universit? de Paris. Comment un parisien n’en serait-il pas fier? Ses promoteurs les plus ?minents ont ?t? le picard Jean Buridan et le normand Nicole Oresme. Comment un fran?ais n’en ?prouverait-il pas un l?gitime orgueil? Il a r?sult? de la lutte opini?tre que l’Universit? de Paris, v?ritable gardienne, en ce temps-l?, de l’orthodoxie catholique, mena contre le paganisme p?ripat?ticien et n?oplatonicien. Comment un chr?tien n’en rendrait-il pas gr?ce ? Dieu??
12.
Respectievelijk Butterfield, Boas (-Hall), Hall, Dijksterhuis en Westfall.
13.
J.A. Schumpeter, Capitalism, Socialism and Democracy (New York, 19503), p. 124 (hfdst. ii): ?The rugged individualism of Galileo was the individualism of the rising capitalist class […] the spirit behind such exploits [was] the spirit of rationalist individualism, the spirit generated by rising capitalism.? Dit is wel ??n van de zwakste, want geheel op gegevens uit de zoveelste hand teruggaande passages uit een overigens prachtig boek, waarover ik mijn mening heb gegeven in Tirade 274/5 van maart/april 1982, p. 244-252.
14.
Ik meen dit argument eens bij Dijksterhuis te zijn tegengekomen, maar kan het niet terugvinden. Een analoog argument wordt in elk geval door hem benut tegen Simmel, in Renaissance en natuurwetenschap (Amsterdam, 1956), 7-12. Vergelijk ook zijn in noot 3 hierboven aangehaalde boek, Deel iii, ? 25-7.
15.
Ik bedoel met name de zo beroemd geworden uiteenzetting uit 1931 van de kort nadien in de Stalinistische zuiveringen vermoorde Boecharin-aanhanger Boris Hessen, ?The social and economic roots of Newton’s Principia?, opgenomen in de bundel Science at the cross-roads (1931; herdruk: London, 1971).
16.
Brief van Einstein aan J.E. Switzer, 1953 (aangehaald door Joseph Needham in A.C. Crombie (ed.), Scientific change (London, 1963), 142).
17.
Zie voor een nadere uiteenzetting van dit begrip het eerste jaarverslag van de sectie i.o. ?Sociale Geschiedenis van Natuurwetenschap en Techniek? over 1982.