[p. 548]
Het doel bleef voor het oog verborgen.
De route die zich iedere afslag aanbood
werd gemist.
Tenslotte – dagen gingen heen –
werd wat eerst blauw was langzaam grijs
en vervaagden de contouren
waar men stad en land in wist.
Het gezelschap gaf zich over aan de reis.
Het kwam niet aan, ging niet terug.
Bestemming en verloop van tijd
verlieten het gebied, de plaats.
De reis verdween en werd de staat
waarin ze zich bevonden.
Daar zijn ze nog, je kan ze zien
als je dezelfde kant opgaat.
[p. 549]
Een man bedenkt Venetië en wetten
vol met fouten (poëzie dus).
Een man die desgevraagd beweren zal:
Een woord komt altijd op gedachten.
Het gaat er om dat het er is
waarmee men rekening kan houden.
Venetië? Mooi woord! Nietwaar?
Zo moet het zijn. Een woord
dat de bedoeling is
en aan een ander woord doet denken.
Een stad in haar idee bestorven
een innemende gedachte
Venetiaans, poëtisch, mogelijk.
Mooi ook zijn de vele vertellingen
die hij nimmer zal bedenken.
[p. 550]
Je neemt je intrek in een leeggespeld hotel.
Vanuit het raam zie je een stad
naar de gelegenheid geschilderd
straatgeluiden, glasgerinkel
neonlicht dat codes in je kussen brandt.
Je zoekt de kale muren af naar het verband
tussen je haastige vertrek
– om te ontlopen wat nooit elders is maar altijd hier –
en wat de nacht gezelschap houdt
in de spelonken van de stad.
Je zet je polsslag op een kier
en neemt een bad, lost op in deze plek.
De nacht ronselt nieuwe vergissingen, verdwijnt
verzadigd, alle sporen wissend
naar een ander continent.
Beneden droomt de nachtportier.
Je luistert of de stilte die je begeleidt
zijn stem herkent.
Lees de Tirade Blog
Veertien jaar
Lieve Gijs, Na je overlijden in 2011 schreef ik elk jaar een stukje over je op de website van literair tijdschrift Tirade. Ik nummerde die stukjes; je was één jaar dood, toen twee, toen drie en dat ging zo door tot tien. Als laatste schreef ik: Op een ijzige februarinacht tien jaar geleden raakte je...
Lees verderVooruitkijken / De dood
Met vriendin Y spreek ik meestal af in het soort koffiezaak waar ik op eigen houtje niet kom. Ik ben klaar met specialty coffee; dat mag wel eens gezegd worden – die zure Ethiopische bonen waardeer ik niet, de honderden opties qua herkomst, branding, melk. Al het gelul. De recente verheerlijking van opgietkoffie stoort me...
Lees verderHet Grote Voordat
Ik ben altijd een minuut of vijf te vroeg op afspraken; als ik mijn best doe om te laat te komen dan ben ik exact op tijd. Dit heeft allemaal te maken met het Voordat. De omvang van zo’n Voordat is verbonden aan hoe alledaags de afspraak is, hoezeer ik er tegenop zie en hoe...
Lees verder
Blog archief