Over dit hoofdstuk/artikel

Jeroen Brouwers


1.
Brieven van Charles B. Timmer aan Jeroen Brouwers, augustus 1980.
2.
J.C. Bloem, Brieven aan P.N. van Eyck. Uitgegeven, ingeleid en van aantekeningen voorzien door G.J. Dorleijn, A.L. S?temann en H.T.M. van Vliet. Deel I: 1910-1916. Serie Achter het boek. Nederlands letterkundig museum en documentatiecentrum, ‘s-Gravenhage 1980.
3.
Gedicht met opdracht staat in: J.C. Bloem, Verzamelde gedichten. Polak & Van Gennep, Amsterdam 1965.
4.
Brief van mr. dr. L.J.C. Boucher aan Jeroen Brouwers, 30 september 1980.
5.
Voor hun bemoeienissen bij het uitpluizen van het geval Dop Bles dank ik ook Hans Roest en K. Waser.
6.
Als curiosum en bij wijze van kleine hommage aan Dop Bles (wiens naam men, om de voortreffelijke boekverkoper die hij moet zijn geweest, vereeuwigd ziet in een van de dagboeken van Julien Green) citeer ik hier Dop Bles’ merkwaardige ?zelfmoordversje?:
?
ZIE DE MAAN
?
Zie de maan schijnt door de boomen,
?
en de boomen naast elkaar
?
staan met hulpeloos gebaar
?
wachten of geen mensch zal komen
?
met een touw
?
om zich gauw
?
aan een tak wat op te hangen,
?
om wat hooger stil te dromen:
?
‘t heerlijk avondje is gekomen.
(Ontleend aan: Michel van der Plas, Ongerijmde rijmen. Samengesteld door -. Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen z.j.)
7.
Amice. Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever. Ingeleid en van aantekeningen voorzien door F.L. Bastet. Deel II (1902-1919). Serie Achter het boek. Nederlands letterkundig museum en documentatiecentrum, ‘s-Gravenhage 1977.
8.
Albert Vogel, De man met de orchidee. Het levensverhaal van Louis Couperus. Nijgh & Van Ditmar, ‘s-Gravenhage/Rotterdam z.j. (1973).
9.
F.L. Bastet, Een zuil in de mist. Em. Querido, Amsterdam, 1980.
10.
Victor E. van Vriesland, Herinneringen. Verteld aan Alfred Kossmann. Em. Querido, Amsterdam 1969.
11.
Ik volsta met te verwijzen naar het artikel van Rody Chamuleau, Schandaal in Doetinchem, in: NRC Handelsblad, 7.2.1980, en naar de in dit artikel opgegeven literatuur terzake het onderwerp.
12.
De dagboekpassages van Frederik van Eeden werden door mij geciteerd uit: J.A. d?r Mouw, Brieven aan Frederik van Eeden. Uitgegeven, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Harry G.M. Prick. Serie Achter het boek. Nederlands letterkundig museum en documentatiecentrum, ‘s-Gravenhage 1971.
13.
Door mij ontleend aan idem als noot 12.
14.
A. Alvarez, De wrede god. Een studie over zelfmoord. Vertaling Heleen ten Holt. De Arbeiderspers, Amsterdam 1974.
15.
Ontleend aan en geciteerd uit: Renske Koning, Hebt u de laatste tijd nog vleugels in elkaar geslagen? In: NRC Handelsblad, 22.8.1980.
16.
Moet dit een wereldbeeld verbeelden? Van en over P? Hawinkels. Socialistische Uitgeverij, Nijmegen juni 1979.
17.
Mijn herinneringen aan Roger van de Velde heb ik geschreven in Zes pioenrozen, opgenomen in: Mijn Vlaamse jaren. De Arbeiderspers, Amsterdam 1978.
18.
Ido Keekstra, Huis van Nobi. Samengesteld en van een Nawoord voorzien door Wim Hazeu. Bosch & Keuning n.v., Baarn z.j.
19.
H. Marsman, Verzameld Werk. Querido, Amsterdam 1960.
20.
Idem als noot 10.
21.
Ab Visser, ‘t Peerd van ome Loeks. De Arbeiderspers, Amsterdam 1970.
22.
Brief van Wim Hazeu aan Jeroen Brouwers, 25.8.1980.