Over dit hoofdstuk/artikel

J. Pen


1)
Nadat ik dit artikel had geschreven kwam ik de tekst tegen van een lezing, die N. Kaldor, bekend Keynesiaan uit Cambridge (Engeland) in 1956 voor de Universiteit van Peking hield. De teneur van die lezing is dezelfde als die van dit artikel. Zulke lezingen moesten daar meer worden gehouden.
2)
Althans in de ontwikkeling van het ?rijpere? kapitalisme. In de vroege stadia daalt het arbeidsaandeel. Een eeuw geleden was het marxistische ?model? in dit opzicht geen slechte benadering van de werkelijkheid, maar het begon al te verouderen.
3)
Wel kan de vervanging van arbeid door machines tijdelijk werkloosheid doen ontstaan. In een groeiende volkshuishouding wordt dit opgevangen. In een stagnerende maatschappij niet; maar dan ligt de fout juist bij de te geringe investeringen, die de stagnatie in het leven roepen.
4)
Marxistische staande uitdrukking voor letterknecht van het kapitalisme; betaald verdediger van een kwade zaak.
5)
Prawda van 15-2-56; aangehaald bij E. Boettcher, Die sowjetische Wirtschafspolitik am Scheidewege 1959, blz. 237. De hiernavolgende citaten van Mikojan en Schepilow zijn eveneens ontleend aan Boettcher, die weer op de Prawda van 1956 teruggrijpt.
6)
Politische Oekonomie, een collectief geschreven werk van de Akademie van wetenschappen, 1959, blz. 322.
7)
Waarom het nonsens is? De ?multiplier? wordt hier toegepast op een willekeurig deel van het nationale inkomen. Op dezelfde manier zou men kunnen beweren, dat iedere andere bedrijfstak, die 10 ? 12% van het nationale inkomen bijdraagt, ?eigenlijk? een betekenis heeft van 25 ? 33%. In feite mag de multiplier alleen worden toegepast op variaties in de investeringen. Zou men in een gegeven jaar de investeringen in de militaire productie stoppen, dan zou deze vermindering van de bestedingen zich voortplanten met een multiplier. Daardoor loopt men het risiko, een deflatie te ontketenen (ik kom daarop hieronder terug), maar de conclusie, dat de economie pro tanto ?van de bewapening afhangt? is onjuist.
8)
Vgl. J.K. Galbraith, The Liberal Hour, 1960, blz. 21.
9)
De ?derde weg? die er toch op uit moest zijn deze fobie te verminderen, wakkert haar voortdurend aan, zie b.v. het blad van Stichting Anti Atoombom Actie, jaargang 2, no. 5, blz. 5, waar met instemming een Amerikaanse zakenman wordt geciteerd die van ontwapening een economische ramp verwacht.
10)
Galbraith werd in Rusland voortdurend geconfronteerd met de idee?n van deze econoom, die hij niet kende. De Russen vonden dit laatste raar.
11)
Al leiden zij in zekere zin tot een ?ondergang van het kapitalisme?: een vergroting van de publieke sektor kan de westelijke samenleving, wat haar economische struktuur betreft, ombuigen in een richting die haar iets dichter brengt bij de sowjet-organisatie. Als deze laatste intussen tot een zekere liberalisatie zou overgaan zouden de economische afstanden tussen beide blokken wel eens kleiner kunnen zijn dan thans, in oost en west, veelal wordt aangenomen.