- K. Michel In het vijfde element
- Vonne van der Meer Het zingen, het water, de peen
- Robert Anker Gevoelige beelden
- L.F. Rosen
- Paul Meeuws Handenarbeid
- Katrien Hirs Maria
- Michaël Spaan ‘Wreed’?
- Marieke Jonkman
- Pieter A. Kuyk Wanda
- Antoine Uitdehaag
- H. Brandt Corstius De knuppel
- Marko Fondse 1945: Charles B. Timmer en Majakovski
- Charles B. Timmer De Sovjetliteratuur en het ideaal der vrijheid
- Willem Jan Otten Vaders van de gedachte Hoorcollege over Arthur Schnitzler
- Herlezen Engeland is gesloten
- Poëziekroniek
[p. 221]
Hij heeft zijn netten in de schemer uitgespreid
en van het fijnste draad een fuik geweven.
Hij gaat de lijnen langs. Zijn jachtgebied is uitgebreid.
Met raadsels zijn de paden die hij gaat omgeven.
Het wordt zijn eerste jacht. Kleur heeft deze jonge god
en kalme jager, noch scherpe geur die hem verraadt.
Hij zoekt het lijfelijke van een oude roem. Hij is per slot
nog ruw van vorm, niet meer dan een halffabrikaat.
Maar reeds is hij de drijver en de fuik. Nog even
en hij komt zijn eigen wezen achterop met wijd
open armen – Voor de machten in hem bijeengedreven
kiest hij de oude naam om hun onuitroeibaarheid.
[p. 222]
In haar is het verzonken, verkruimeld eerst,
verdwenen in éen slaap, de hoogte van de daken,
vluchtgegevens, herinneringen aan sprongen,
de hoeken en de gaten, een hele straat.
Zij trekt een cirkel om het nieuwe en krijgt geschonken
huis en haard als prooi, een levensvorm op maat.
Herinneringen blijven met haar geen hele nachten op.
Keurig zijn de katoenen schimmen van haar bed.
Buiten bouwt zich de nieuwe wereld op.
Ons houdt het wakker. Ons wacht het verzet.
[p. 223]
De maand der waarheid, schampert éen die wij
als geen zo vlijtig hebben leren haten.
Die de vragen heeft verduisterde de ramen
en Gorters woorden tot een stippellijn.
We laten stof in gaten dalen. Citaten,
wil hij, een hard geluid voor stamelen.
En op ons daalt de vrees van stro te zijn,
begaafd maar brandbaar, nu het zingen staakt.
‘t Is een examenvrees waardoor de Mei
voor altijd onbegaanbaar wordt gemaakt.
[p. 224]
Dat hij daar in de verte stond, zijn armen had gespreid,
bevreesd voor wakken als voor diepe dromen,
dat kou van water de mond soms snoert
alsof er geen vervolg op zijn verhaal mag komen
– dat zo het eerste vaag besef van afstand kwam,
dat de Merwede ook een plein kon zijn
waarop wij toch niet nader konden komen,
dat ik hem niet groter, niet kleiner heb gezien
dan bezwerend op zijn roestige schaatsen,
het maakt dat ik al zwierend over brede rivieren
met elk wak ook hem ontwijk sindsdien.
Lees de Tirade Blog
De mens als biopic
Aflevering 1 Samuel Sarphati Amsterdam zou een andere stad zijn als daar niet op 31 januari 1813 Samuel Sarphati was geboren. Niet alleen moest de stad het dan stellen zonder Amstel Hotel, De Pijp en sociale woningbouw, de arts Sarphati zorgde ook voor de eerste vuilophaal, gezondheid in arme wijken, schone grachten, nijverheidsonderwijs én tippelzones....
Lees verderEerste zwaluw
Vanuit het ruim kijk ik op. Door een van de dekramen zie ik de mast in de avondzon; het zonlicht schijnt op de nog ingepakte witte zeilen. Het is voorjaarslicht dat ik zie. ‘Voorjaarslicht’, zeg ik, ‘maatje’. We zijn weer thuis op de klipper in Middelburg, ons andere schip. We schilderen het dek dat het...
Lees verderLeven en laten leven – wat we kunnen leren van de BaMbuti
Larousse 18 Er zijn veel wonderlijke zaken die Colin Turnbull beschrijft in zijn prachtige boek over de pygmeeën in de Congo. Door algemene depressie aangaande de toestand in de wereld merk ik een vergaande neiging tot escapisme in mijzelf op. Het werkelijk naar-binnen-drinken van antropologische studies als The Forest People van voornoemde Turnbull is er...
Lees verder
Blog archief