[p. 598]
L.H. Wiener
Wie niet weg is, is gezien
Toen ik – dertien jaar geleden – nog niet wist
Hoe sommige ziektes
Zelfs een ongeluk kunnen bijhouden,
Ontmoette ik Frances Bregstein;
Ik was zeventien, zij was zestien.
Het was op een feestje,
Dus echt ontmoeten kon je het niet noemen,
En dat was misschien maar beter ook,
Want veertien dagen later was ze dood.
Nu gaat iedereen uiteindelijk dood
(Waar praatje over – zou je haast zeggen)
Maar toch,
Toen ik haar vanavond
In het restaurant
Zag binnenkomen – nauwelijks ouder geworden –
Schrok ik wel;
Hoewel zij mij, gelukkig, niet zag.