Over dit hoofdstuk/artikel

over Duitsland


1.
David Calleo, The German Problem Reconsidered. Germany and the World Order, 1870 to the Present (Cambridge University Press, 2nd ed. 1980).
2.
Fritz Fischer, Griff nach der Weltmacht (D?sseldorf, 1961) id., Krieg der Illusionen (D?sseldorf, 1969).
3.
Andreas Hillgruber, Die gescheiterte Grossmacht. Eine Skizze des Deutschen Reiches 1871-1945 (D?sseldorf, 1980).
4.
Dat verontschuldigt (afgezien nog van alle morele overwegingen) overigens niet de stommiteit van de Duitse legerleiding, die in 1914, door zich vast te bijten in het Schlieffenplan, de voorstanders van interventie in het Britse kabinet zelf alle wapens in handen gaf!
5.
Eckart Kehr, Schlachflottenbau und Parteipolitik 1894-1901 (Berlin, 1930). Het citaat is uit het opstel ?Englandhass und Weltpolitik? in de bundel Der Primat der Innenpolitik, hrsg. und eingel. von Hans-Ulrich Wehler (Berlin, 1965), 150.
6.
De Duitse historicus Ulrich Noack onderscheidt in zijn Geist und Raum in der Geschichte (G?ttingen, 1961) maar liefst vier stammen (Beieren, Alemannen, Franken en Saksen), drie geografische ?R?ume? (de landen rondom de Rijn, die rondom de Donau en die in de Noordduitse laagvlakte) en twee cultuurgrenzen (de oude Romeinse limes en de middeleeuwse Slawengrenze) in het Duitse taalgebied!
7.
cf. J. de Kadt, Het fascisme en de nieuwe vrijheid, hoofdstuk vi: ?Hitler, of de triomf van het kazernisme? (3e druk Amsterdam, 1980).
8.
In mijn boek Constantin Frantz. Romantik und Realismus im Werk eines politischen Aussenseiters (Historische Studies xxxv, Groningen, 1978), waarnaar ik de belangstellende lezer verwijs.
9.
Want men make zich geen illusies: wat dat betreft is er geen verschil van mening tussen de regeringen en de volken in Oosteuropa, terwijl ook in het Westen, ondanks de lippendienst aan het ideaal van de hereniging in het tijdperk-Dulles, nooit iemand op een blok van 80 miljoen Duitsers heeft zitten wachten.
10.
Wehners breuk met de communistische partij destijds lijkt, voorzover men kan nagaan (de zaak is altijd wat obscuur gebleven), meer een gevolg te zijn geweest van een dier onverkwikkelijke partijzuiveringen dan van een werkelijk inzicht in de moral insanity van het communisme.