[p. 631]
[Twee gedichten]
aan Dennis
vijf dagen precies
heb ik aan je
gedacht
ik heb je steeds
onderzocht langs
de looplijnen van
de bloedvaten
op je buik
je keel was rood
de klieren aan de
hals vergroot
ik begreep je niet
lieve baby van
nog geen twee maand
je lever is te groot
je milt is ziek
je beenmerg is ontzet
nu je koortsig
bent opgenomen
in een ziekenhuis
moet ik steeds aan
je denken lieve Dennis
ik wil je niet
verliezen
je hebt om mijn hulp
gevraagd
ik heb je niet kunnen
redden
[p. 632]
ik voel me nu nog kleiner
dan jij lieve jongen
je zult sterven
aan een rare ziekte
waarvan me de
naam ontschiet
Gerard Klaassen
[p. 633]
De dood van Angenitha de Groot
ze lag hijgend
in bed, toen ik kwam
het lichaam benauwd
toch vertrouwd al
met de dood
mijn horloge wees
op 40 ademhalingen
per minuut;
stop:
16 (zestien) is te poëtisch
ze had zich
van mij afgewend
in het oog van
de ziekenhuisdokter later
kwam een schone foto
en een leeg punctaat
ik bleef zo onrustig
toen ze stierf
onmacht om
de achterstand
die ik opliep
ze ging namelijk sneller
dan ik kon denken
de woorden
dokter ik ben bang
te sterven
zijn begrafenis
geworden
Gerard Klaassen